Hoe Trump het einde van de Wereldbank kan betekenen
Volgens de statuten speelt politiek geen enkele rol binnen de Wereldbank. Maar de praktijk is anders. Politieke belangen, in het bijzonder die van de Verenigde Staten, bepalen de koers.
Vaak zijn statuten zo ongeveer het saaiste wat je kunt lezen. Maar de statuten van de Wereldbank bevatten een fascinerend artikel, dat echt de moeite waard is. Artikel IV, sectie 10. De titel?
‘Politieke Activiteit Verboden.’
Het artikel verklaart dat de Bank in haar beslissingen niet beïnvloed mag worden door politiek - alleen economische overwegingen, die onpartijdig zijn afgewogen, ‘zullen relevant zijn voor haar beslissingen.’ Dat is nogal een regel voor een organisatie waar 189 landen bij aangesloten zijn.
Maar volgens veel criticasters zijn het juist politieke overwegingen die bepalen wie leningen van de Wereldbank krijgt en wie niet. Nog specifieker: de Wereldbank zou een verlengstuk zijn van het Amerikaanse buitenlandbeleid.
Klopt die kritiek? Wij reisden naar Washington DC, naar het hoofdkantoor van de Wereldbank, om het uit te zoeken. In gesprekken met zo’n dertig insiders - medewerkers, oud-medewerkers, Wereldbank-watchers en activisten - leerden we: die kritiek heeft wel degelijk een kern van waarheid.
Waar komt de kritiek vandaan?
De oorsprong van de kritiek ligt bij de oprichting van de Wereldbank in 1945. Destijds legden de Amerikanen 34,9 procent van het startkapitaal van de Bank op tafel. Hoe meer geld een land inlegt (hoe meer aandelen in de Wereldbank het koopt) des te meer stemrecht het heeft in het bestuur. De Verenigde Staten hadden dus verreweg de belangrijkste stem.
Die stemverhouding is cruciaal voor het reilen en zeilen van de Wereldbank. Bij elke grote keuze - een nieuwe lening, de begroting, een verandering in de strategie - moet het bestuur zijn goedkeuring geven.
De Wereldbank haalt kapitaal op door het verkopen van obligaties. Omdat bij de oprichting zo’n 85 procent van die obligaties werd verkocht op de Amerikaanse beurs, werd besloten een Amerikaan met goede contacten op Wall Street als president aan te stellen.
Die president is een machtige man binnen de Wereldbank, een soort CEO. Hij is verantwoordelijk voor het managen van de Bank - vrijwel alle afdelingen rapporteren aan hem - en voor de inhoudelijke focus.
De Amerikanen hebben van oorsprong dus veel macht in de Wereldbank en dat is eigenlijk niet veranderd. Volgens een ongeschreven regel is de president is nog steeds een Amerikaan. Hij wordt voorgedragen door de Amerikaanse president.
En hoewel de stemverhouding in het bestuur van de Bank in de loop der jaren is veranderd, hebben de Verenigde Staten nog altijd de grootste stem: 16,4 procent. Daarna volgen Japan (7,1 procent), China (4,6 procent) en Duitsland (4,2 procent). Omdat voor de grootste beslissingen 85 procent van de stemmen nodig is, heeft de VS als enige de facto een vetostem.
De politiek in de Verenigde Staten heeft ook direct invloed. Het Congres moet de Amerikaanse bijdrage aan de Wereldbank goedkeuren. ‘Historisch gezien’ schrijft Wereldbank-watcher Scott Morris, ‘hebben de Verenigde Staten (en vaak het Congres) hun wil doorgedrukt (...) door te dreigen met het opschorten van de bijdragen.’
Maar gebruikt Amerika die macht ook?
Tijdens de Koude Oorlog maakte Amerika zeker gebruik van zijn politieke macht. De voormalig hoofdeconoom van de Wereldbank, Joseph Stiglitz, zei in 2000 op de Franse televisie: ‘In veel gevallen werden de leningen gebruikt om overheden te corrumperen tijdens de Koude Oorlog. Het maakte niet uit of het geld de welvaart in het land verbeterde, maar of het geld tot een stabielere geopolitieke situatie leidde.’
Leningen werden, met andere woorden, gebruikt om ontwikkelingslanden in het kamp van het Westen te houden. Politieker kan het haast niet.
Data-analyses staven de conclusies van Stiglitz. Een onderzoek uit 2008,* dat keek naar leningen aan 97 landen tussen 1984 en 2005, vond dat macro-economische voorwaarden minder belangrijk waren bij leningen aan medestanders van de VS. Met andere woorden: de regeltjes werden minder streng toegepast voor de maatjes van Amerika.
De G7 vroegen na de Russische annexatie van de Krim in 2014, om geen leningen meer te verstrekken aan Rusland
Is dit Koude Oorlogpraat, of gebeurt dit echt nog steeds, vraag je? Er zijn ook nu nog tal van voorbeelden te vinden waar Amerikaanse politiek de leningen van de Bank beïnvloedt. Zo is Cuba nog altijd geen lid van de Wereldbank en wordt er nog steeds heel weinig geleend aan Iran.*
En heel recent nog werd de directeuren een heel expliciet verzoek gedaan. De G7 - waar de Verenigde Staten een leidende rol spelen - vroegen na de Russische annexatie van de Krim in 2014 om geen leningen meer te verstrekken aan Rusland. ‘Dat gaat tegen de statuten in,’ zegt directeur Frank Heemskerk. ‘Maar we zullen het zien. Vooralsnog zijn er geen nieuwe aanvragen voor Rusland ingediend.’
Natuurlijk zijn het niet alleen de Amerikanen die politiek bedrijven in de Wereldbank. Zo oefenen de Fransen druk uit om meer te lenen aan hun voormalige koloniën. En stopte de Bank met leningen aan China na de opstand op het Plein van de Hemelse Vrede in 1989.
En zo heeft elk land, en elke directeur, wel zijn eigen politieke agendapuntjes.
CTRL-F ‘Taiwan’
Alle aanvragen voor projecten en leningen - die moeten worden goedgekeurd door de directeuren - worden gecheckt op politieke gevoeligheden. Zo spraken we een medewerker die vertelde dat hij documenten CTRL-F’t voor het woord ‘Taiwan’ (en kijkt of het niet als land wordt erkend) om China niet voor het hoofd te stoten. Of kijkt wat er wordt gezegd over LGBT-rechten, die niet erkend worden door Saoedi-Arabië of Oeganda.
Het favoriete woord onder de directeuren is ‘consensus.’ Er wordt gepraat tot iedereen het eens is. Dat wordt voor de VS ook steeds belangrijker, nu landen als Japan, India en China steeds invloedrijker worden. Als de VS niet oppast, kunnen er op andere vlakken politieke gevolgen zijn.
Maar als puntje bij paaltje komt heeft de Amerikaanse directeur nog altijd het laatste woord.
Toch betekent dat niet dat de VS de Wereldbank geheel domineren. Er zijn heel veel landen waar de VS geen strategische interesse in heeft, waar de Wereldbank gewoon zaken mee doet, zegt Alan Gelb - ooit directeur ontwikkelingsbeleid en nu onderzoeker bij de denktank Center for Global Development.
‘Er zijn beslissingen waar Amerika zich heel duidelijk laat gelden,’ vult een andere oud-medewerker van de Bank hem aan. ‘Maar zeker niet op dagelijkse basis. Ik zou zeggen dat Amerika niet betrokken is bij zo’n 90 procent van wat de Wereldbank doet.’
En Trump dan?
Met zoveel macht doemt nu natuurlijk de vraag: wat is de nieuwe Amerikaanse president Donald Trump van plan met de Wereldbank?
Over de Verenigde Naties twitterde hij* al eens dat de organisatie ‘gewoon een club is voor mensen om samen te komen, te praten en een leuke tijd te hebben.’ En over de Wereldbank twitterde hij:* ‘De Wereldbank verbindt armoede aan ‘klimaatverandering’. En dan vragen we ons nog af waarom internationale organisaties zo nutteloos zijn...’
Het lag dan ook in de lijn der verwachting toen The New York Times vorige week een concept van een decreet uit Trumps kantoor in handen kreeg. De titel: ‘Controleren en Verminderen van Amerikaanse Financiering van Internationale Organisaties.’
Het decreet stelt dat de financiering aan internationale organisaties tenminste met 40 procent verminderd dient te worden. Organisaties die aan bepaalde voorwaarden voldoen zouden helemaal geen financiering meer moeten krijgen.
Voor de Wereldbank zou dat wel eens desastreus kunnen uitpakken. Hoewel Trump voorlopig nog geen nieuwe Wereldbankpresident mag aanstellen (Obama was hem deze zomer net voor ) kan hij wel een groot gat slaan in de begroting van de organisatie.
Het blijft voorlopig speculeren. Maar dat de ‘politieke activiteit’ die zo verboden is volgens de statuten een rol zal gaan spelen, is wel duidelijk.
De serie over de Wereldbank werd mede mogelijk gemaakt door het European Journalism Center.