Een film die laat zien wat oorlog echt is
The Black Flag is een rauw portret van een sjiitische vrijwilligersmilitie die het opneemt tegen IS. Je kon de documentaire, in samenwerking met Movies that Matter, hier bekijken én in gesprek gaan met filmmaker Majed Neisi.
Jorf al-Sakhar is een gebied ten zuidwesten van Bagdad. Hier begon vanaf 2003 de belangrijkste tak van Al-Qaeda in Irak te groeien. Meer dan tien jaar trachtten de NAVO en het Iraakse leger het terroristische netwerk te verdrijven. Maar hoe harder ze vochten, hoe minder successen ze boekten.
Na Al-Qaeda kwam Islamitische Staat, en werd de regio opnieuw een strijdperk op schietafstand van Bagdad. Aan de ene kant van Jorf al-Sakhar stroomt de rivier de Eufraat, aan de andere kant strekt de woestijn zich uit. Het gebied grenst aan de provincie Anbar, en is daardoor van groot strategisch belang voor de strijdende partijen.
Op deze plek volgt de Iraanse filmmaker Majed Neisi (1981) een sjiitische vrijwilligersmilitie die het opneemt tegen IS. Ze hebben zich ingegraven nabij een stoffig palmbos en strijden met beperkte middelen tegen een vijand die dichtbij is, maar ze zelden zien.
Neisi is erbij wanneer de mannen vechten, lachen, rouwen en zingen, en registreert van dichtbij hun sterven. Hij heeft maar één doel: laten zien wat oorlog echt is.
Omdat de film tot en met 2 maart te bekijken was, vertonen we nu de trailer.
Waar de film over gaat
Neisi weet wat oorlog is. Hij werd geboren tijdens een Iraakse luchtaanval in het zuiden van Iran. Het geweld dat de rest van zijn jeugd volgde maakte zo’n indruk, dat hij besloot zijn leven te wijden aan het ontleden van de vraag wat oorlog is.
Je ziet ze nooit, je hoort alleen hun wapentuig en soms flarden van een oproep tot gebed
Dat doet hij vooral door van heel dichtbij te kijken. Je hoort de kogels soms langs de camera vliegen, en je vraagt je soms af of het risico wat hij neemt wel verantwoord is. Ook de IS-strijders zijn dichtbij, soms maar tachtig meter verderop. Je ziet ze nooit, je hoort alleen hun wapentuig en soms flarden van een oproep tot gebed. Gesmoord door de dikke palmbladeren en dadelbomen klinken de zangerige kreten als het gehuil van wolven op zoek naar een prooi.
En die prooi vinden ze. Neem Abu Mustafa, die nooit een kogelvrij vest draagt omdat hij gelooft dat hij zal sterven wanneer God dat wil. Hij overlijdt een dag na geraakt te zijn door een kogel uit het IS-kamp. Of neem Abu Mohammed, die geen helm draagt en nooit voor kogels bukt. Dit tot onvrede van Neisi, die hem tevergeefs waarschuwt.
Het zijn dit soort scènes waarin Neisi zijn mening over de oorlog laat doorschemeren. Het bijgeloof waar de mannen zich aan vastklampen is zinloos. De poëtische woorden over heldendom en moed klinken leeg als er weer iemand sterft.
Wat de film zo bijzonder maakt
De film is een meesterwerk in zijn rauwe afstandelijkheid. Ook biedt hij een unieke inkijk in het werk van sjiitische vrijwilligersmilities, de zogenoemde Hash’d al Shaabi.
Dit soort groepen geven gehoor aan de fatwa* die grootayatollah Ali al-Sistani uitsprak vlak na de val van Mosul in 2014. Hij riep daarin sjiieten op hun geloof te verdedigen en de wapens op te nemen tegen IS. Inmiddels tellen dit soort groepen in totaal ongeveer 60.000 leden, en vormen ze de voorhoede van de strijd tegen IS in Irak.
Maar dit soort burgermilities zijn ook berucht. Verschillende strijders vochten eerder tegen de Amerikanen en ze worden voortdurend beticht van het plegen van mensenrechtenschendingen in de strijd tegen IS. Hun religieuze ijver en diepe verlangen naar wraak vormt een dodelijke cocktail, die ook in Neisi’s film aanwezig is.
Zo zegt een strijder: ‘Wij zijn de kinderen van imam Hoessein en vandaag nemen we wraak voor het vergieten van hun bloed.’ En wanneer ze een vlag van IS te pakken krijgen, waarschuwt iemand: ‘Trap niet op de vlag. De naam van Allah staat erop!’
Het toont aan hoe diep de religieuze kloof tussen soennieten en sjiieten in Irak is gegroeid. Toen de Amerikanen in 2003 Saddam Hoessein verdreven, bestond deze veel minder. Jaren van oorlog en haat hebben de Iraakse samenleving langs religieuze lijn gespleten. De mannen in Neisi’s film bevechten elkaar alsof ze geen keuze hebben.
Neisi noemt dit alles niet. De film kent geen spanningsboog, diepgang of politieke bespiegelingen. Wat je ziet zijn gewone mensen die in een ongewone situatie zijn beland. En dat is, ondanks de vele theorieën die je erop los kan laten, misschien ook wel wat oorlog echt is.
Deze film vertonen we in samenwerking met Movies that Matter.