Markt in Etten-Leur. Kramen met groente, fruit en kaas. ‘In Etten letten ze op de kleintjes,’ stellen marktkooplui die langs verschillende weekmarkten trekken. Een keur aan mensen trekt voorbij. De multiculturele samenleving is niet zo prominent zichtbaar als in de grote stad, maar Etten-Leur is ook zeker geen witte enclave. Op het plein staat een raadhuis met trappetje en klokkentoren. Daarnaast de hervormde kerk, die al lang geen kerk meer is.

Etten en Leur vormen een samengesteld dorp, toch is de rivaliteit nooit helemaal verdwenen. ‘Mijn man kwam uit Leur, en dat kon eigenlijk niet, maar wel aan de rand van Leur hóór’, aldus een voorbijgangster. Naast het oude dorp staat een groot winkelcentrum, met een ambitieuze uitbreiding van nog net vóór de crisis. Dezelfde ketens als overal rollen zich voor je uit. Buiten het centrum zien we vooral veel woonerven met rijtjeshuizen.

Ik groeide op in en rond Schagen, aan de andere kant van het land. Veel plekken lijken een kopie. Het station, de markt, de leeggelopen kerk. Het winkelcentrum oogt en ruikt hetzelfde. Nederland, uit voorraad leverbaar, zoals fotograaf Hans van der Meer dat ooit

De groep die we over het hoofd zien

Met sociaal geograaf Isis Boot verkende ik voor een van BrabantKennis de streek rond Etten-Leur per tandem. Kort ervoor bezochten we Breda, waar we grote verschillen tussen stadswijken zagen. In de stad wonen de rijkste en armste groepen dicht bij elkaar. Kakkers, hipsters en schotelantennes. De tegenstellingen zijn exotisch, spectaculair, hoopvol en schrijnend: journalistiek prachtmateriaal.

De tegenstellingen zijn exotisch, spectaculair, hoopvol en schrijnend: journalistiek prachtmateriaal

Toch trof juist de tegenstelling tussen de stad en het grote midden. De contrasten in de stad zijn groot, maar ze staan wel op het netvlies van politiek, media en opiniemakers. Slechte wijken in de stad vallen op in de statistiek en in het stadsbeeld, terwijl het verval in het midden wat meer verspreid plaatsvindt. PvdA-leider Lodewijk Asscher praat graag over het gekleurde voetbalteam van zijn zoon, maar Kevin uit Helmond komt daar niet in voor. Universitaire diversiteitscommissies willen de veelkleurige stad terugzien in de collegebanken, maar vergeten de wereld buiten de stad mee te rekenen. Krijgen we een blik van buiten de stad, dan is het al gauw écht platteland: koeien en krimp.

De grootste groep, de brede middenklasse in middelgrote plaatsen, wordt zodoende snel over het hoofd En daardoor ontbreekt deze groep, en daarmee haar problemen, vaak in allerlei debatten.

Waarom we naar het midden moeten kijken

Het Middenland, want zo noem ik het, heeft het op wereldschaal natuurlijk behoorlijk goed, maar staat wel degelijk onder druk. Sociale voorzieningen, denk aan huurwoningen, toeslagen en zorg, worden uitgekleed en vaak beperkt tot de onderlaag. Banen worden geautomatiseerd, geflexibiliseerd of naar het buitenland verplaatst.

Ondertussen verandert de woonomgeving. De bloei van de grote steden betekent in veel gemeenten dat hoger opgeleide jongeren wegtrekken en de bevolking vergrijst. En terwijl de stad yuppificeert, neemt in een ring rond de steden het aandeel mensen met lagere inkomens of een migrantenachtergrond toe. Bewoners trekken zich terug achter hun schutting.

In deze wereld kunnen zulke veranderingen weleens ingrijpender zijn dan de stedeling, die vaak een netwerk heeft dat zich door de hele stad, het hele land of zelfs de hele wereld uitstrekt, zal vermoeden. Daarnaast zijn de straat, het dorp en het land identiteiten waar men aan gehecht is en die ook belangrijk zijn als het gaat om solidariteit.

Van het midden is vooral heel veel. Het Middenland zie je als alles wat geen grote stad is, maar ook geen klein dorp. Kleine steden als Tiel, Gorinchem en Culemborg. Forensenplaatsen als Driebergen en Mijdrecht. Groeikernen als Zoetermeer en Wijchen. Industriegemeenten als Roosendaal en Waalwijk. Plattelandscentra als Deurne en Schagen. Of Heemskerk, dat het meest gemiddeld stemt van heel Nederland.

Zoals de bovenste afbeelding laat zien, vormen deze gemeenten samen een ‘stille’ meerderheid. Deze meerderheid doet een stad als Amsterdam, waar maar 4,9 procent van de Nederlandse bevolking woont, verbleken. Net als Rotterdam, waar de directe randgemeenten samen al net zoveel inwoners tellen als de stad zelf.

De afbeelding hieronder laat Nederland zien vervormd op basis van inwoneraantallen van gemeenten. We zien een opgeblazen westen en een gekrompen noordoosten. Toch valt vooral op dat de kaart relatief intact is gebleven wanneer we deze vergelijken met zogenoemde cartogrammen uit Nederland is een land van heel veel midden.

En daarmee bepalen vooral de middelgrote plaatsen de verkiezingsuitslag. In de jaren negentig deed de PvdA het hier nog redelijk goed en won deze partij de verkiezingen. Daarna viel links te veel terug op de steden en het noordelijke platteland, zowel qua stemmen als qua retoriek.

Het cartogram laat veel opgeblazen rode linkse stippen zien, omringd door blauw rechts dat samen net iets groter is. Middenland koos achtereenvolgens het CDA en vanaf 2010 de VVD tot grootste partij. Deze keer wordt het spannend. Blijft de VVD aan kop, komt het CDA terug of wordt Middenland gespleten door nieuwe tegenstellingen en stemt Hellevoetsluis straks PVV en Bunnik D66?

Verkiezingsreis door Nederland

In een reeks bijdragen aan De Correspondent neem ik de lezer mee langs politieke tegenstellingen in Nederland. Welke historische tegenstellingen zien we terug in de hedendaagse verkiezingsgeografie? Wat zeggen bakfietsen en rolluiken over het stemgedrag in een wijk? En waar moeten we op letten tijdens de verkiezingsavond? De verhalen komen eraan.

Lees ook:

Welkom in de geestelijke gaarkeuken (of de troost van een handgeschreven briefje) Als dit Nederland is, dan leven er opvallend veel mensen in hun eentje. En dat is ook zo: 40 procent van de huishoudens bestaat uit één persoon. Maar in dit restaurant van de Hema is iedereen even samen alleen. Lees het verhaal van Arjen van Veelen hier terug Heel veel Nederlanders hebben het ‘als dit zo doorgaat’-gevoel. Kijk maar in Ypenburg Veel Nederlanders hebben het ‘als dit zo doorgaat-gevoel’: als dit zo doorgaat, wordt studeren onbetaalbaar, ben ik de enige witte in mijn wijk, lig ik te creperen in een verzorgingstehuis. Je treft het gevoel in de buitenwijken van Nederland. Zoals Ypenburg. Lees het verhaal van Arjen van Veelen hier terug