Verzameling 6: Obama, zijn uitzicht en het verlangen
Waaraan zou Obama denken als hij door het raam naar buiten kijkt? Deze poëtische foto’s van Witte Huis-fotograaf Pete Souza verklappen dat niet, maar verbeelden wel wat anders.
‘Hoe is het weer vandaag? Moet ik een paraplu meenemen?’
Een man staat voor zijn raam, hij kijkt naar buiten. Is er net iets ergs gebeurd? Wacht hij ergens op? Kijkt hij genietend naar de bomen die in de wind bewegen? Is hij in gedachten verzonken? Of kijkt hij wat voor weer het is, zodat hij zo zijn honden kan gaan uitlaten?
Deze beelden laten weinig zien, maar verbeelden des te meer. Over deze poëtische verbeelding gaat deze analyse van mijn zesde verzameling uit het Witte Huis-fotoachief van Pete Souza.
Je ziet bijna niet dat het Obama is die op de foto’s staat. De afstand waarvan hij is gefotografeerd, maakt hem klein in de ruimte. Zoals in de schilderkunst ten tijde van de romantiek de mens werd afgebeeld als een nietig wezen in de overweldigende wonderen van de natuur, zo wordt hier het fysieke voorkomen van de president tegen het licht van zijn zeer omvangrijke verplichtingen gehouden.
Dat zie je ook letterlijk op de foto’s. Op sommige beelden lijkt het donker binnen, maar dat zal het in werkelijkheid niet zijn. Contrast, vergroot door tegenlicht, is een van de gereedschappen van een fotograaf. Wat met het blote oog nog goed zichtbare vormen zijn, wordt op de foto een silhouet door tegenlicht. De donkere beelden zijn mysterieus. Zwaar en beladen. Het kan niet anders of hier wordt over belangrijke dingen nagedacht. Esthetiek is een mooi gereedschap voor beeldvorming.
De neoclassisistische interieurs maken de kamers tot gewichtige ruimtes met een historisch tintje. Te midden van al die macht en pracht staat een man in ruststand. Hij heeft meestal zijn handen in zijn zakken, of op zijn rug. Hoewel in elke kamer vele ramen zijn, heeft hij duidelijk zijn voorkeuren. Het zal met het uitzicht te maken hebben, dat bij sommige ramen wordt belemmerd door de bomen.
Soms lijkt hij meer voor zich uit te staren, achteroverleunend en zijn gezicht gericht op de lucht. Op andere momenten lijkt hij door zijn naar voren gebogen houding echt naar iets te kijken. Maar waar hij precies naar kijkt, weten we niet. Dat is juist de kracht van deze beelden. Een raam suggereert een buitenwereld. Waar een deur nog toegang biedt tot die buitenwereld, is een raam doorzichtig en tegelijk een hermetisch sluitende muur. Denk maar aan het beeld van een kind dat buiten zijn vriendjes ziet spelen, terwijl hij binnen zijn huiswerk moet maken. Binnen gelden regels, buiten lonkt de zorgeloze vrijheid. Zou Obama niet soms ook een dag even geen president willen zijn?
Nog even over dat alles-doorlatende materiaal, het glas in de ramen. Als je goed kijkt - vooral bij een paar ramen is het goed zichtbaar - is tot op ongeveer twee meter boven de grond nog een soort voorzetglas zichtbaar aan de binnenkant van het raam. Toen het Witte Huis werd gebouwd, hadden ze misschien nog geen kogelwerend glas. Zou deze extra laag glas wel een kogel kunnen tegenhouden?
Het is een wij-zij-gevoel. Er is geen contact. Wat er ook gebeurt binnen, buiten zal alles ongestoord doorgaan. Maar ook andersom. Want ook al sneeuwt het buiten, de president zou de hele dag in zwembroek rond kunnen lopen, als hij dat zou willen. Maar de kleren van de president verraden geen jaargetijden, want binnen is het altijd even warm. Alleen details als een kerstboom geven een gevoel van het verstrijken van de tijd.
Meestal lijkt hij alleen te zijn in de ruimte, maar aan de rand van het beeld of in de weerspiegeling van glas zijn andere mensen te zien. Het zal er dus ook niet altijd zo stil zijn als de beelden suggereren.
Dat wij-zij-gevoel is in het geval van Obama eigenlijk een ik-zij-gevoel. Dat is wat de foto’s uit deze verzameling verbeelden. De ruimtes met neoclassicistische uitstraling: hij treedt in de voetsporen van zijn voorgangers. De president klein, de ramen gigantisch: hij heeft zijn leven in dienst gesteld van zijn taak. Het spel met het licht: zijn verplichtingen zijn gewichtig. Het eenzaam staren naar de onbezorgde buitenwereld: alleen hij en zijn voorgangers kennen het gewicht van deze zware taak.
It’s lonely at the top.