Het onverwacht scherpe verval van Leicester City, deze econoom zag het aankomen
Leicester City, de voetbalkampioen van Engeland, is één nederlaag verwijderd van een degradatieplek. Sporteconoom Stefan Szymanski zag de misère al aankomen, maar in verhalen over geluk in het voetbal is weinig interesse.
Leicester City, Jamie Vardy, Riyad Mahrez, Claudio Ranieri, ken je ze nog?
Het knuffelteam en de knuffelsterren en de knuffeltrainer van vorig seizoen. De ploeg die voorafgaand aan het seizoen een bizar kleine kans op het kampioenschap had - en toch kampioen werd.
En nu?
Leicester staat één punt boven de degradatieplekken, verloor vorige week van derdedivisionist Millwall in de FA Cup, en speelt weer vertrouwd middelmatig voetbal. In de Champions League zitten ze nog wel, maar vanavond spelen ze tegen Sevilla, dat derde staat in de loeisterke Spaanse Primera Division.
Wat verklaart Leicesters achteruitgang? Ja, het raakte middenvelder N’Golo Kanté kwijt aan Chelsea - maar ik denk niet dat een speler het verschil maakt tussen een kampioen en een degradant. Ik heb kortom geen idee, en anderen geloof ik ook niet, want ik heb nog maar weinig verklaringen gelezen voor Leicesters verval.
Een van de oorzaken voor dat gebrek aan verklaringen is dat er geen vraag is naar verklaringen. De journalistieke focus ligt vaker bij ploegen die kampioen (kunnen) worden.
Een enorme markt voor succesverhalen over Leicester
Precies dat zagen we vorig jaar. Het kleine Leicester deed het verrassend goed; halverwege het seizoen stond het bovenaan de Premier League. Dat creëerde een enorme vraag naar verklaringen - en die kwamen er dan ook volop.
Over die honger naar verklaringen schreef de sporteconoom Stefan Szymanski - co-auteur van Soccernomics, een baanbrekend boek over voetbal en data-analyse - een fraai verhaal. Szymanski was twee weken geleden voor een seminar op bezoek bij de Erasmus Universiteit, waar het gesprek op Leicester kwam. Szymanski begon breed te glimlachen.
Wilde hij, vermaard sporteconoom en auteur van Soccernomics, uitleggen waarom Leicester kampioen was geworden?
Direct nadat Leicester kampioen was geworden, stuurde een prestigieus (niet-wetenschappelijk) tijdschrift hem een e-mail. Wilde hij, vermaard sporteconoom en auteur van Soccernomics, uitleggen waarom Leicester kampioen was geworden?
Graag, zei hij tegen de redacteur van het blad. ‘Ik zei: dan schrijf ik een stuk over hoe de markt werkt, de gebeurtenissen voorafgaand aan [het kampioenschap], en hoe dit in essentie een toevallige gebeurtenis (‘an extreme random event’) is die zich eens in de zoveel tijd voordoet. Gek, maar niet al te ongebruikelijk.’
Een aaneenschakeling van onopmerkelijke afwijkingen
Hij legde me uit wat hij de redacteur van het prestigieuze blad had uitgelegd (en wat hij in maart 2016 min-of-meer al blogde): historisch gezien houden de prestaties van voetbalploegen - hun doelsaldo’s, goals voor minus goals tegen - zich volgens hem keurig aan de normaalverdeling.
Leicester zat keurig binnen die grenzen: twee standaarddeviaties boven hun gemiddelde doelsaldo. Anders gezegd: niet heel normaal, maar ook weer niet compleet onwaarschijnlijk. De concurrenten van Leicester deden het omgekeerde: ze presteerden onder hun gemiddelde prestaties. En dat deden ze eveneens fors, maar ook weer niet uitzonderlijk fors.
Belangrijker, aldus Szymanski, was dat die ploegen dat collectief deden. Al die ploegen faalden. Leicester had daar uiteraard geen invloed op, aldus Szymanski, maar het bood de ploeg wel de kans om kampioen te worden.
Kortom: allemaal op zichzelf onopmerkelijke afwijkingen die optelden tot iets zeer opmerkelijks. Szymanski: ‘Eens in de vijftig jaar kan zoiets gebeuren.’
Maar een non-verhaal is niet te verkopen
Natuurlijk: het is niet uitgesloten dat er iets buitengewoons aan de hand was. Dat trainer Claudio Ranieri, ondanks een onopvallend verleden als trainer, een genie is. En/of dat velen van zijn spelers dat ook zijn. Szymanski kan en wil het niet uitsluiten.
Maar, zegt hij, als je dat wilt geloven, als je af wilt wijken van het uitgangspunt dat er geen wonder is gebeurd, dan moet daar zeer sterk bewijs voor zijn. ‘En ik heb echt heel weinig gehoord of gelezen dat daarop wijst.’
Ze zeiden: zo werken wij niet. We hebben een verhaal nodig over hoe Leicester won. Geen stuk over hoe ze geluk hadden
Dat liet hij de redactie van het gerenommeerde tijdschrift weten. Maar dat was niet het verhaal dat het gerenommeerde tijdschrift verwachtte. ‘Ze zeiden: zo werken wij niet,’ zegt Szymanski. ‘We moeten een verhaal hebben over hoe Leicester won vanwege managementinzichten en creativiteit. Geen stuk over de rol van geluk.’
En zodoende bleef zijn verhaal over Leicester ongeschreven. De mensen wilden dus gewoon geloven in het sprookje, opperde de Belgische journalist Dries Bervoet, die ook aanwezig was bij het gesprek met Szymanski in Rotterdam.
‘Ja,’ zei Szymanski. ‘Mensen willen dat geloven. Het is zoals geloven in God, mensen zoeken verklaringen. Zelfs Einstein wilde dat: God dobbelt niet met het universum, zei hij. Maar ik heb er zelf geen probleem mee om in toeval te geloven. Sterker, dat is mijn go-to verklaring. Eerst denk ik dat iemand geluk heeft gehad, daarna zoek ik naar bewijs dat dit niet zo is.’