Hoeveel kan een voetbaltrainer zien tijdens een wedstrijd?
De trainer van Paris St. Germain, Unai Emery, zei afgelopen november iets interessants in een interview met The Guardian.
‘Ik kijk wedstrijden normaliter drie á vier keer, [want] je mist zo veel als je langs de lijn staat.’
Emery kijkt wedstrijden terug op video, omdat hij anders niet begrijpt wat er is gebeurd. Ook zijn assistenten kijken een wedstrijd meermaals terug, waardoor de hele coachingstaf elke wedstrijd opgeteld twaalf keer ziet.
Terecht, zou ik zeggen. Een voetbalwedstrijd is ingewikkeld, er staan veel spelers op het veld, het veld is groot en vanuit de dug-out heb je bepaald niet het beste perspectief. (Waarom niet in de nok van het stadion zitten?)
Emery is niet de enige coach die dit beseft. In 2007 las ik een stuk over American Football-coach Bill Parcells. Die vertelde dat hij direct na afloop van de wedstrijd eigenlijk maar van één speler weet wat hij heeft gedaan: de quarterback, ofwel de spelverdeler.
De quarterback heeft doorgaans even wat tijd en ruimte. De coach kan daardoor goed zien wat hij doet. Veel lastiger is het om te zien wat de spelers doen de quarterback in staat stellen het spel te verdelen. Dat is de (ogenschijnlijke) janboel van op elkaar inbeukende spelers - veel moeilijker te ontwarren. Daarvoor had Parcells video nodig.
Voetbal is minimaal even lastig te ontwarren, omdat het een vloeiender sport is. Anders dan bij American Football lopen aanval en verdediging in elkaar over; oorzaak en gevolg zijn lastig te scheiden. Om deze reden heb ik altijd een beetje te doen met trainers en spelers vlak na de wedstrijd. Ze móeten direct een analyse hebben - camera’s, journalisten en kijkers wachten erop.
(Dus: heb mededogen als een coach vaag en nietszeggend blijft. Zeer waarschijnlijk zoekt hij zelf ook nog naar verklaringen.)
Dit alles werpt een vraag op. Als je tijdens de wedstrijd niet goed weet waarom dingen gebeuren, wat betekent dit dan voor je coaching?
Ik kwam erop doordat VI-journalist Süleyman Öztürk woensdagochtend het stuk met Emery twitterde. De avond ervoor had Emery’s ploeg Paris St. Germain met 4-0 gewonnen van Barcelona. Na de 3-0 en 4-0 van zijn ploeg coachte Emery zeer nadrukkelijk, theatraal bijna.
Om te zeggen dat dit in tegenspraak is met Emery’s eigen woorden - dat je tijdens de wedstrijd veel mist - is misschien wat sterk uitgedrukt. Sommige dingen kun je ongetwijfeld direct coachen. Maar er is wel een spanning tussen het moeizame waarnemen, en de drang om tijdens de wedstrijd in te grijpen.
Ik heb het dilemma voorlegd aan een Eredivisiecoach, en zal hem ook aan anderen voorleggen. Binnenkort heb ik hopelijk wat interessante antwoorden.
Lees hier het interview met Emery in The Guardian. Lees hier het stuk over American Football-coach Parcells uit ‘Play’, de toenmalige sportbijlage van de New York Times, uit 2006.