Europa’s zuidgrens ligt niet meer aan de Middellandse Zee, maar midden in Afrika
Het West-Afrikaanse land Niger houdt in ruil voor geld vluchtelingen en asielzoekers tegen die naar Europa willen reizen. VPRO Tegenlicht reisde erheen en ontdekte: niemand weet hoeveel geld er precies naar het land gaat en of het effectief wordt besteed.
‘Ik heb toch weer drie volgeladen auto’s gezien!’, appte Adoum, onze fixer, ’s avonds heel laat opeens. Even kreeg ik het gevoel dat ik ook daar was, midden in de woestijn, 75 kilometer van de Afrikaanse smokkelhoofdstad Agadez in Niger, terwijl er drie wagens met laadbakken vol migranten voorbijreden bij alleen het licht van de maan, onderweg naar het noordelijk gelegen Libië.
De Europese Unie vraagt steeds vaker van zogenoemde ‘derde landen’ om te helpen bij het tegenhouden van dit soort migranten, die via landen als Libië naar Europa gaan.
De grens van Europa ligt daardoor allang niet meer bij de Middellandse Zee, maar begint duizenden kilometers zuidelijker, in een steeds wijdere kring om Europa heen. Zo kan het dat Niger, dat ingeklemd ligt tussen onder andere Libië, Mali en Nigeria, speerpunt is van het migratiebeleid van de EU.
Er is bij de EU geen duidelijk overzicht van hoeveel geld er in totaal gemoeid is met het migratiepartnerschap met Niger. En de cijfers over het beheersen van migratie waarmee Europa zich op de borst klopt, blijken niet te kloppen.
Een goede reden dus om deze Sahelstaat te bezoeken voor antwoorden. Hoe ziet zo’n vooruitgeschoven grenspost van Europa er nou eigenlijk uit? Het resultaat is Superfort Europa, de uitzending van VPRO Tegenlicht die vandaag om 21:05 uur te zien is op NPO2 en dit artikel voor De Correspondent. Benieuwd naar de uitzending? Volg de link naar de VPRO-website onderin dit artikel, waar de uitzending vanaf dertig minuten na de aflevering online te bekijken is.
Zo begonnen onze moderne grenscontroles
In Oost-Europa zijn de grenscontroles sinds vorige zomer veel strenger geworden. En de deal met Turkije zorgde ervoor dat een halt werd toegeroepen aan de duizenden mensen die elke dag via de Egeïsche Zee Griekenland probeerden te bereiken.
Maar vanuit het zuiden bereikten nog steeds vele afgeladen bootjes de kusten van Malta en Italië. Om ook de migranten die via de Middellandse Zeeroute binnenkomen af te weren, richt Europa zijn ogen nu op Afrika. Want we stoppen ze het liefst, net als in Turkije, nog vóórdat ze op een bootje kunnen stappen om de gevaarlijke oversteek te wagen.
Tot de Arabische Lente konden we erop vertrouwen dat de Libische leider Moammar Khadafi dat klusje voor ons opknapte. Die sloot in 2008 een lucratieve deal met het Italië van Silvio Berlusconi. De Italianen investeerden 5 miljard dollar in Libië.
De industrie had ook een vinger in de pap. Het Italiaanse bedrijf Finmeccanica (tegenwoordig Leonardo-Finmeccanica) leverde de technologie om de grenzen te surveilleren: helikopters, vliegtuigen, detectiesystemen. Khadafi had dan weer een belang van 2 procent in de defensiegigant.
Ook andere bedrijven uit de veiligheidsindustrie pikten een graantje mee: European Aeronautic Defence and Space Company (nu Airbus) verkocht twintig passagiersvliegtuigen* en het eveneens Franse bedrijf Dassault tekende onder andere voor veertien gevechtsvliegtuigen en allerlei ander militair materieel.
Het einde van Khadafi’s 42 jaar durende dictatuur in 2011 zorgde voor chaos in Libië, waar nu drie verschillende regeringen, milities, stammen én Islamitische Staat vechten om de macht. De migranten kwamen sindsdien weer met tienduizenden per jaar aan op de Italiaanse eilanden. Dus richtte Europa de ogen op de landen ten zuiden van het instabiele Libië: de landen waar veel migranten vandaan komen, zoals Mali, Senegal, Nigeria en Ethiopië, en zogenaamde doorreislanden, zoals Niger.
Hoe Niger een spil werd in het Europese migratieweb
Vooral Niger kan zich verheugen in belangstelling van Europa. Opeens bezoeken allerlei Europese ministers, regeringsleiders en EU-commissarissen dit land, dat eigenlijk maar weinig te bieden lijkt te hebben. Het bestaat voor een groot deel uit woestijn en bungelt helemaal onderaan de Human Development Index van de Verenigde Naties.
Het is ook een land met veel veiligheidsproblemen. Aan de grens in het zuiden heeft Niger te maken met Boko Haram, met Al-Qaida in de Maghreb en de oorlog in Mali in het westen, en milities en Islamitische Staat aan de grens met Libië.
Toch is het land de laatste jaren opgeklommen tot een belangrijke strategische partner van de EU waar het gaat om gezamenlijk veiligheids- en migratiebeleid. En de Nigerese regering werkt daar graag aan mee. Er staat dan ook een hoop steun tegenover.
Niger werd een belangrijke strategische partner van de EU
Voor de Europese migratietop op Malta in november 2015 hadden Europese regeringsleiders ook staatshoofden uit Noord-Afrika, de Sahelregio en de Hoorn van Afrika uitgenodigd. Met deze landen kwam de EU tot een gezamenlijk actieplan en er werd besloten een speciaal noodfonds voor Afrika in het leven te roepen. Dit fonds ter waarde van inmiddels 2,4 miljard euro is bestemd voor projecten die de economie en veiligheidssituatie in de 23 Afrikaanse landen verbeteren, om daarmee de oorzaken van migratie weg te nemen. In ruil daarvoor wil Europa dat de landen irreguliere migratie beheersen en kansloze asielzoekers terugnemen.
Niger is op dit moment een van de grootste ontvangers van geld uit dit fonds: 140 miljoen euro.
Maar het houdt hier niet op. In mijn onderzoek bleef ik maar op nieuwe getallen stuiten. Getallen die zelfs de diplomatieke dienst van de EU en de EU-ambassadeur in Niger niet paraat hebben, en die ik zelf bij elkaar moest sprokkelen:
- Niger krijgt 596 miljoen euro uit het Europees Ontwikkelingsfonds voor algemene ontwikkelingshulp,
- 30 miljoen euro uit het Europees Ontwikkelingsfonds om de schade van El Niño te verlichten,
- 47,5 miljoen euro van het Europese ‘ministerie’ voor humanitaire hulp,
- 31,5 miljoen euro uit het Europees Ontwikkelingsfonds voor steun aan justitie en de rechtsstaat,
- 26 miljoen euro van de EU voor de civiele missie EUCAP Sahel Niger,
- En nog eens 27,6 miljoen via het Europese Instrument voor Vrede en Stabiliteit.
Hier kan het ontwikkelingsgeld van de individuele lidstaten, wat ook in de honderden miljoenen euro’s oploopt, bij worden opgeteld.
Er gaat dus meer dan een miljard euro (al dan niet meer) naar Niger om Europa te behoeden voor migranten. Alhoewel dit plaatje dus misschien niet compleet is, praten we over enorme bedragen.
Overigens tekende president Mahamadou Issoufou in december 2016 in Brussel voor 610 miljoen euro van de EU om migratie te beheersen. Dit bracht de EU als een belangrijke nieuwe stap in het migratiepartnerschap met Niger. Maar bij nadere inspectie blijkt dit echter om de al eerder toegekende bedragen van de hierboven genoemde Noodfonds- en Ontwikkelingsfondsbudgetten te gaan.
Is Niger echt een modelstaat op het gebied van migratie?
De hoge vertegenwoordiger voor Buitenlandse Zaken en Veiligheid van de Europese Unie, Federica Mogherini, noemde Niger voor haar ontmoeting met president Issoufou in Brussel afgelopen december een ‘toonbeeld’ van de EU-samenwerking met Afrikaanse staten op het gebied van migratie. Het land, zo voegde ze toe, had het aantal migranten dat richting Europa vertrekt tussen mei en oktober 2016 teruggebracht van 70.000 tot 1.500 mensen per maand.
Ook in de officiële communicatie van de EU werd trots verklaard dat het aantal migranten dat vanuit Niger naar de grens in het noorden vertrok van 12.600 mensen in oktober vorig jaar zou zijn gedaald naar slecht 1.525 mensen in november. De cijfers kwamen van de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) in Niger.
Alleen: die cijfers waar Mogherini zo trots naar verwijst, blijken niet te kloppen.
Monica Chiriac van IOM in Niger, onze contactpersoon voor toegang tot het terugkeercentrum voor gestrande migranten in Agadez, bevestigt desgevraagd dat er een fout is gemaakt in de cijfers en licht toe: ‘De data over uitgaande migratiestromen vanuit Niger in IOMs rapportage van 9 december blijken incorrect te zijn, door een administratieve fout. IOM heeft het cijfer aangepast, maar dat is niet overgenomen in publicaties van de EU. Dat is spijtig en we kijken hier intern naar.’
Maar hoe zit het dan wél?
Chiriac zei dat ze wel een daling konden waarnemen: ‘Elke maand waren het er minder, met een piek van 70.000 migranten die Niger uitreisden in mei, tot net geen 13.000 in december,’ zegt ze.
‘We zijn natuurlijk realistisch en pretenderen niet dat onze data 100 procent accuraat zijn, daarvoor zou je veel meer monitoringslocaties moeten hebben, verspreid over heel Niger, en een ongelimiteerd budget. Dit zijn onze inschattingen op dit moment, gebaseerd op het aantal migranten dat we hebben gesignaleerd via onze twee monitoringscentra in de steden Seguedine en Arlit, die elke dag observeren en data verzamelen.’
De daling van migranten ging hand in hand met een nieuwe wet
Maar het is nog maar de vraag of er echt een daling is, of dat migranten simpelweg onzichtbaarder zijn geworden. Want sinds april 2016 is in Niger een nieuwe wet van kracht die het vervoeren van irreguliere migranten strafbaar maakt. Dit heeft ervoor gezorgd dat bekende migratieroutes zijn verlegd om patrouilles te vermijden.
Volgens de laatste officiële cijfers zitten er 102 chauffeurs en smokkelaars vast en zijn 95 auto’s in beslag genomen. Mohamed Bazoum, de minister van Binnenlandse Zaken en Veiligheid, vertelt ons in een interview hoe de regering die wet heel effectief ging handhaven in de enorm uitgestrekte woestijn.
Dat doet ze door patrouilles te stationeren rond de waterpunten waar de konvooien wel langs moesten rijden op de honderden kilometers lange rit. De laadbakken van de pick-ups waar zij mee reden, waren immers zo afgeladen met migranten dat ze niet ook nog water konden meenemen op de tocht. Bij die waterpunten werden de chauffeurs gearresteerd. De migranten werden teruggebracht naar Agadez, elke keer weer, hoe vaak ze het ook probeerden.
Azoua Mahaman van het informatiecentrum van IOM legt uit hoe de reis van de migranten veranderd is sinds de nieuwe wet. Er kwamen nieuwe chauffeurs, en die moesten om de autoriteiten bij de waterpunten heen rijden, dus verlegden ze de routes. Tegenwoordig gebruiken ze niet meer de met bakens aangegeven bekende wegen, maar nieuwe routes over de oude zandwegen die vroeger voor de karavaanhandel werden gebruikt. Dit maakt de toch al uitputtende en gevaarlijke reis nog riskanter, omdat de kans stijgt dat ze onderweg bandieten of jihadisten tegenkomen of verdwalen.
Tot slot: democratische controle is ontzettend moeilijk
Er sterven dus niet alleen duizenden migranten tijdens de overtocht over de zee, maar ook in de woestijn.
En als het migranten toch lukt om in Libië te komen, wachten daar nog meer ontberingen. De Duitse ambassadeur in Niger waarschuwde kort voor de nieuwe migratietop op Malta begin februari dat de situatie in Libische migrantenkampen ‘erger was dan concentratiekampen’: er werden mensen geëxecuteerd en gefolterd. Er was genoeg bewijs in foto’s en video’s op mobiele telefoons van terugkerende migranten die de gevangenissen overleefd hadden.
Daarom is het belangrijk dat er controle is van parlementen en mensenrechtenorganisaties op de afspraken die we maken met landen als Niger. En wiens hand we schudden.
De Duitse ambassadeur waarschuwde dat de situatie in Libische migrantenkampen ‘erger was dan concentratiekampen’
Wij ontdekten ook dat in de stapels EU-documenten over het migratiebeleid ten aanzien van derde landen de laatste jaren geen enkele heldere uiteenzetting was van de inhoud van de migratie-‘compacts’: de overeenkomsten die Europa met derde landen sluit. Elke paar maanden schrijven ze weer wat anders. We kregen daarover de volgende uitleg:
In het Partnership Framework-beleid van de EU komt het niet tot ‘compacts’ in de zin zoals die gesloten zijn met Turkije, Libanon en Jordanië. Vanwege de voortdurend snel veranderende situatie wordt eerder gesproken over een ‘kader.’ Vandaar dus de naam Partnership Framework, waarbinnen ruimte is voor meer flexibiliteit: de afspraken met landen in het kader van deze EU-samenwerking met derde landen zijn zogenaamde fluid agreements die makkelijk kunnen worden aangepast.
‘De compacts worden ingebed in de bestaande en toekomstige processen en partnerschappen. We zijn niet van plan om nog extra, geheel uitontwikkelde overeenkomsten te sluiten met derde landen. De overeenkomsten zullen niet bindend zijn, maar politiek,’ zegt een EU-woordvoerder tegen ons.
Maar dat maakt democratische controle wel heel moeilijk. De partnerschappen worden vooral beschreven in technische en operationele termen, en zijn daarmee weinig transparant.
Update 23 februari: In de opsomming van geldstromen naar Niger is een extra 30 miljoen euro toegevoegd naar aanleiding van extra informatie van de Europese Commissie.
Dit verhaal hoort bij de documentaire Superfort Europa van VPRO Tegenlicht. Met dank aan regisseur Shuchen Tan.
Dit onderzoek kwam tot stand in het kader van Security for Sale, een internationaal onderzoeksproject over de Europese veiligheidsindustrie waarvoor wij samenwerkten met journalisten uit tien verschillende Europese landen. Voor dit project kregen we een werkbeurs van Journalismfund.eu.