Fresku en MocroManiac komen in opstand tegen de ongelijkheid op radio, televisie en scholen

Thomas Heerma van Voss
Schrijver & journalist gespecialiseerd in hiphop
Still uit de videoclip Witlof van Fresku & MocroManiac (prod. Pablo Penton & Teemong)

Sommige zwarte entertainers worden wel geaccepteerd. Maar die kring moet veel groter worden. Dat is het punt dat de rappers Fresku en MocroManiac maken met hun spraakmakende clip ‘Witlof.’ ‘De Nederlandse definitie van ‘toegankelijk’ is gewoon ‘wit.’ Echt waar.’

Een keurig gedekte tafel, veel meer zien we aanvankelijk niet. Kaarsen, rode wijn, en in het midden, op een glimmend bord: een stuk witlof. En o ja, aan de tafelrand hangen ook nog foto’s van BN’ers: Humberto Tan, Typhoon, Najib Amhali - getinte en geliefde mensen die zijn omarmd door de Nederlandse goegemeente.

Een zwarte man neemt plaats aan tafel en begint van de witlof te eten. Langslopende witte Nederlanders geven hem trots schouderklopjes, ze aaien hem over zijn bol. De enige donkere man die voorbijkomt, reageert opgewonden, alsof degene aan tafel zijn ziel aan het verkopen is.

Later komen alle witte passanten weer terug, ze aaien de man aan tafel en kloppen hem op zijn schouder - en ondertussen flitsen allerlei historische beelden voorbij. De KKK valt te herkennen, brandende kruizen, opgepakte Afro-Amerikanen, ondervoede Afrikaanse kinderen, Adolf Hitler, Donald Trump, Geert Wilders. Waarna de jongen aan tafel zijn witlof abrupt uitkotst.

Dit is de clip van ‘Witlof,’ de nieuwe single van

Youtube plaatst cookies bij het bekijken van deze video Bekijk video op Youtube
Bekijk hier de clip Witlof.

In zekere zin is het nummer een opvolger van de veelbesproken single waarop Fresku de voorkeur van radiostations voor witte, behapbare muziek bekritiseert. Ook bij ‘Witlof’ gaat het over het spanningsveld tussen witte en zwarte kunstenaars, en vooral: over wat voor soort (hiphop)artiesten er door grote radiostations en televisieprogramma’s worden omarmd en welke worden genegeerd.

‘Die twee nummers zijn thematisch verwant, ja,’ zegt Fresku. ‘Door ‘Zo doe je dat’ krijgt ‘Witlof’ nu ook aandacht en wordt de boodschap opgepikt. Daar hebben we bij het maken van het album Juice ook veel over gegrapt: stel je voor dat uitgerekend dit nummer nu wordt opgepikt, en ja hoor, het is ineens bij 3FM in de playlist opgenomen.’

MocroManiac onderbreekt hem - dat doen de twee rappers voortdurend bij elkaar. ‘Maar op Fresku’s laatste album staan zeker vijf tracks die zo op de radio hadden gekund,’ zegt hij. ‘Geen enkele werd opgepikt. Zo werkt het: er is een systeem waarin niet zomaar alles een gelijke kans krijgt. Dat gaat verder dan alleen radio of televisie, het geldt ook op scholen, op de universiteit.’

Fresku: ‘De wereld wordt vanuit witte kaders beoordeeld en bepaald.’

MocroManiac: ‘Er zijn ongeschreven regels waar je je aan moet houden, daar gaat ‘Witlof’ voor ons over.’

Twee tegenpolen maken samen een album

Al sinds maanden geleden bekend werd dat ze een gezamenlijk album uitbrengen, heb ik geprobeerd MocroManiac (Amsterdam, 1987) en Fresku (Eindhoven, 1986) te spreken te krijgen. Omdat ze behoren tot de Eredivisie van de Nederlandse hiphop, dat ten eerste. Maar ook omdat het geen voor de hand liggende combinatie is: de door en door Amsterdamse MocroManiac, met vaak stoere teksten over zichzelf, over geweld en over het leven op straat, met de zeer zelfreflectieve, hardop twijfelende en af en toe nogal ironische Fresku.

Dan kan Maniac lekker een jointje draaien, dan wordt hij ook rustig

Het blijkt nogal moeilijk de twee gezamenlijk te spreken te krijgen: vanaf medio november wil Fresku zich enkele maanden volledig richten op zijn voorstelling Welkom bij de Fresku Show, die hij door het hele land opvoert. Daarna is het ‘kamp MocroManiac’ moeilijk bereikbaar. Uiteindelijk krijg ik Fresku’s manager en vriendin Lieke de Boer telefonisch te spreken. Ze bevestigt deze interviewafspraak en komt met enkele locatievoorstellen, waarna Fresku plotseling onderbreekt - blijkbaar staat de telefoon op de speaker. ‘Ik denk dat we morgenochtend gewoon een grote kan koffie moeten halen bij de Starbucks,’ zegt hij. Ik heb geen idee of hij het meent. ‘Is dat een goed idee? Bij het Centraal Station? Dan gaan we op een bankje zitten, bij een perron waar niemand is. Dan kan Maniac lekker een jointje draaien, dan wordt hij ook rustig.’

Op deze ochtend rept niemand nog met een woord over de Starbucks of het Centraal Station. We hebben afgesproken bij metrohalte Kraaiennest, in Amsterdam-Zuidoost. Bij de uitgang staan ze me keurig op te wachten, ruim een kwartier te vroeg: MocroManiac, die hier om de hoek woont en algauw zegt dat hij de hele nacht niet geslapen heeft, en Fresku en Lieke, die in een buggy hun vijf maanden oude dochtertje bij zich hebben.

Want hiphop is een serieuze kunstvorm

We lopen wat rond door de buurt, MocroManiac stapt soms onaangekondigd een winkel binnen, wordt ondertussen voortdurend gegroet door mensen op straat. In een overdekt winkelcentrum nemen we plaats bij een café annex slagerij. Het is elf uur ’s ochtends, de rappers bestellen twee enorme porties Over de verkiezingen die binnen vierentwintig uur zullen plaatsvinden, heeft niemand het. Het gaat om ‘Witlof’ en, breder, om hun aankomende Juice: een elf tracks tellend album dat begin april verschijnt.

Het is een project dat alle kanten op schiet: nu eens melig, dan maatschappijkritisch, dan weer persoonlijk. Maar zelfs op de ernstige momenten is hoorbaar hoeveel plezier de twee hadden bij het maken, met aanstekelijke (vlotte) producties en coupletten die elkaar in hoog tempo afwisselen.

‘Hiphop is voor mij, nee, voor ons, een serieuze kunstvorm,’ zegt Fresku. ‘Er zijn nog steeds mensen die daar niet aan willen, maar dat is een geleidelijk proces. Tegelijk wil ik me niet blindstaren op het genre: ik zie mezelf als een verhalenverteller. Mede daarom ben ik het theater ingegaan. Dat is natuurlijk een vergrijsde wereld, en ik heb geprobeerd het vaste theaterpubliek iets van mijn raps mee te geven, en tegelijk sommige van mijn hiphopluisteraars naar het theater te krijgen. Ik wil een brug bouwen. Ik wil laten zien dat hiphop ook hoge kunst is.’

Nog voor de theatervoorstelling begon - die MocroManiac overigens niet heeft gezien - zonderden MocroManiac en Fresku zich af in een bungalowpark. Er gingen twee gitaristen mee, een laptop waarop 57 beats van klaarstonden, en binnen een week hadden ze de grote lijnen van Juice opgenomen.

Foto: Ilja Meefout

Hoe de twee elkaar vonden en inspireerden

‘Rappen is als vechten,’ zegt MocroManiac. ‘Achteraf weet je niet precies hoe het is gegaan. Wij werkten in een roes. We zijn schildpadden, man: we trekken ons terug in onze eigen space. Het werkte heel goed om samen een tijdje opgesloten te zitten.’

Fresku: ‘Dit project bracht voor mij weer het plezier in hiphop naar boven. Het is ook het eerste album waarbij ik niet kan vertellen hoe ik het gemaakt heb. Er ontstond algauw een dynamiek waarbij we indruk op de ander probeerden te maken, de ander wilden vermaken en overtreffen. Dat had er natuurlijk ook mee te maken dat we toen al bijna een jaar samen gechilld hadden.’

We zijn schildpadden, man: we trekken ons terug in onze eigen space

Hoe deze twee nogal verschillende rappers elkaar de laatste jaren gevonden hebben, kunnen ze zelf ook niet helemaal duiden. Ze ontmoetten elkaar vanaf 2012 of 2013 - en aanvankelijk was er vooral wederzijds ontzag.

MocroManiac: ‘Ik keek en kijk vooral op tegen Fresku’s veelzijdigheid. Hij is grappig en serieus, en vertelt ondertussen echte verhalen, met een duidelijke boodschap. Ik ben zelf meer van het flowen, van de straat, Fresku heeft vaak echt duidelijke thema’s.’

Fresku: ‘Mocro’s kwaliteit is dat hij zijn nummers moeiteloos laat klinken. Er zijn heel veel rappers in Nederland die stoer doen, maar hij kan dat op een manier doen zodat mensen die helemaal niets met de inhoud hebben, alsnog vermaakt worden. Hij is een echte entertainer. Daarom wilde ik met hem de studio induiken.’

De twee namen al een enkele keer materiaal op, maar eind 2014 werd de onderlinge band plots een stuk hechter: MocroManiac trok vier à vijf maanden bij Fresku in. ‘Door privéomstandigheden, daar wil ik het bij laten. Elke dag waren we toen samen.’

Als witte mensen op je neerkijken

Fresku was toen net aan het worstelen met zijn - inmiddels bewierookte - derde album Nooit Meer Terug. ‘Dat ging heel moeizaam,’ zegt hij. ‘Ik martel mezelf vaak in de studio, dat deed ik bij dit album ook. Niks was goed genoeg, alles deed ik honderd keer opnieuw, elke tekst heb ik herschreven. Totaal het tegenovergestelde van hoe we Juice maakten, eigenlijk. Mocro heeft me heel erg geholpen. Als je bevriend bent, durf je muzikaal gezien ook sneller eerlijk te zijn.’

Het resulteerde in onder meer Fresku’s singles (‘daar hebben we wel honderd versies van gemaakt’) en waarbij laatstgenoemde indirect weer aan de basis stond van de nieuwe gezamenlijke track ‘Witlof.’

‘Dat woord ‘witlof’ zit in ons sinds we ‘Kreeft’ een keer op televisie hebben gespeeld,’ zegt MocroManiac. ‘Waar was het ook alweer?’

Fresku: ‘ Toen we het daar samen achteraf over hadden, weet je wel?’

MocroManiac: ‘Ja, ja, ik was toen mee met Fresku, als gast, en toen werd ik door die man zo gedingest. Ik vond dat niet grappig.’

Fresku: ‘Door Matthijs van Nieuwkerk. Dat was inderdaad niet oké, hij...’

MocroManiac, zonder afwachten: ‘Ja, die, ja, ik vind het niet oké dat hij me dan zo aanraakt, zo over mijn hoofd aait. Daar kan ik nu wel spottend over doen in interviews en in mijn muziek, maar ik vind het echt niet oké. Fresku is dat soort dingen meer gewend dan ik, die komt vaak op tv, ik niet, ik was daar niet op mijn gemak, ik observeerde een beetje, ik voelde dat die presentator op me neerkeek, en...’

Fresku: ‘Voor de duidelijkheid: ik heb niks tegen De Wereld Draait Door. We zijn daar binnenkort ook weer te gast, maar dit gaf wel echt iets aan. Het was een heel raar moment. We stonden daar samen op het podium, maar Matthijs van Nieuwkerk keek alleen maar naar mij. Toen vroeg hij aan mij wie hij is, Maniac dus, terwijl die ernaast stond. Dat vond ik al raar. Ik dacht: weet je wat, Matthijs, ik zal je even opvoeden. Ik antwoordde keurig: Dat is MocroManiac, mijn lievelingsrapper. Waarop Matthijs van Nieuwkerk zich niet naar MocroManiac draaide, maar alleen zei’ - Fresku begint harder te praten, elk woord krijgt nu een klemtoon - ‘is HIJ jouw lievelingsrapper? En ik zeg verbaasd: jazeker. Vervolgens kijkt hij MocroManiac nog steeds niet aan, maar geeft hem alleen een zogenaamd amicale tik op zijn hoofd. Dat is kleinerend, vertroetelend. Tegen een volwassen man.’

MocroManiac: ‘Maar geloof me, hij overleeft het geen dag in deze buurt. Op de streets.’

Fresku, lachend: ‘Matthijs van Nieuwkerk, we dagen je uit, nigger. Kom langs.’ Daarna, ernstiger: ‘Als hij dit nu zou horen, denkt hij waarschijnlijk: joh, waar hebben ze het over, waar maken ze zich druk over? Dat is het hele probleem. Hij ziet zijn wereld als normaal en neutraal - en wij zijn raar als we er iets van zeggen. Stel dat MocroManiac op dat moment had gezegd: hallo, wat doe je Matthijs van Nieuwkerk, waarom aai je me zo, blijf van me af - dan was MocroManiac de rare geweest. Daar gaat het mij om. Uit die frustratie is ‘Witlof’ ontstaan.’

Foto: Ilja Meefout

Wanneer word je als gekleurde Nederlander geaccepteerd?

In het nummer draait het om de vraag wanneer je als gekleurde Nederlander wordt geaccepteerd als onderdeel van de Nederlandse cultuur. En, implicieter: tegen welke prijs je dat als artiest moet willen. Het is een uptempo, misleidend vrolijk klinkend nummer, waarbij met name in Fresku’s couplet de spot wordt gedreven met wat typisch Hollands is: ‘Zo veel witlof dat ik bijna blank word / Fresku is de Hema-worst in je stamppot / Hoi buurvrouw, mooie dag vandaag hè? / Ik heb twee Vrienden van Amstel-kaarten. / Wil je mee? Al vind ik er geen donder aan / Speciaal voor jou trek ik mijn klompen aan.’

Scherp, speels, en vooral krachtig omdat er geen al te expliciet waardeoordeel aan verbonden wordt. Dat zou ook misplaatst zijn: waar MocroManiac zelden op televisie of radio voorbijkomt, en hij zijn fanbase vooral direct weet te bereiken met zijn muziek, is Fresku de laatste jaren juist uitgegroeid tot een geaccepteerde rapper, iemand die aanschuift bij praatprogramma’s en een nationale theatertour opzet - hij zou zelf ook afgebeeld in de clip kunnen worden, tussen Najib Amhali en Jandino.

Kijk, iemand als Ali B weet precies hoe hij die witlofspelletjes moet spelen

‘Dat is waar,’ zegt hij. ‘Ik kan enerzijds met jongens op straat hangen en word anderzijds bij DWDD of Pauw geaccepteerd. We bedoelen het ook zeker niet als keiharde kritiek, die track of videoclip. Ik heb Typhoon bijvoorbeeld ook gebeld met een uitleg, waarom ik mensen zoals zij tot ‘Witlof’ reken. Met Typhoon had ik daar een goed gesprek over. Hij begreep het, hij staat er conceptueel helemaal achter. Maar hij is wel iemand die precies weet hoe hij zich moet gedragen om door een wit publiek omarmd te worden. Net als ik dus, of als Ali B, die heeft trouwens ook gereageerd toen de clip online kwam: hij stuurde me een smiley en schreef teringlijers.’

Foto: Ilja Meefout

Wat het achterliggende probleem is

De achterliggende vraag is: is dat erg? Is het erg als een artiest zich niet aanpast aan de normen van de (witte) mediawereld - is het erg dat zulke normen bestaan, en valt dat eigenlijk wel te vermijden?

Voor het eerst tijdens het interview valt er een stilte. Dan zegt MocroManiac: ‘Ik hoef niet meer bij DWDD te zitten, in elk geval. Ik heb ze niet nodig, broer. Mensen op straat luisteren naar me, dat is het belangrijkste.’ Opeens begint hij met een bekakt Nederlands accent te spreken. ‘Hey jongen, hoe gaat het, alles goed?Als ik de volgende keer zo praat, zullen er ineens deuren opengaan, dan ben ik in zekere zin onschadelijk. De kaders zijn altijd wit. Om mee te doen, om uit te blinken op school of op tv, moet je je daaraan aanpassen, die witlof eten.’

Fresku: ‘Ik denk ook weleens: waarom zou ik aan die dingen meedoen? Op tv, op de radio. Moeten we die hele molen met Juice ook weer doorlopen? Wat stressen we voor die tv, wij bereiken ons publiek toch al? Wij hebben toch al platforms als en die alleen maar groter worden?’

‘Maar dat is niet het hele verhaal. Er is een soort kring ontstaan met ‘toegankelijke rappers.’ Dat heeft er niet mee te maken dat hun muziek toegankelijk is, of hun kunst makkelijk. Dat heeft ermee te maken dat de artiesten aansprekend zijn voor een wit publiek. Als ik ergens zit, vinden mensen het prettig als ik niet te veel slang of je weet toch’s gebruik en fijn Hollands praat. De Nederlandse definitie van ‘toegankelijk’ is gewoon ‘wit.’ Echt waar. En dat is heel problematisch. Want waarom nodigen ze me dan uit op tv? Ze nodigen mij uit omdat ik toegankelijk ben. Toeblankelijk. Dat is weer die witlof.’

‘En nu moeten lezers niet denken dat ál onze nummers over zulke onderwerpen gaan, want dat is helemaal niet zo. Juice is juist ook heel losjes, het zijn allerlei stijlen door elkaar. Maar wat ik net noem gaat ook verder dan alleen ‘Witlof,’ het gaat om hoe serieus ons werk wordt genomen door de buitenwereld. Nog steeds wordt hiphop in Nederland behandeld als een klein subcultuurtje. Nee, het is ook kunst.’

Lees ook: