Dit is de oplossing voor vluchtelingen en hongersnood waar geen politicus het over heeft
Het is een drijvende kracht achter migratie- en vluchtelingenstromen. Het is de oorzaak van veel moderne slavernij. Het is zelfs één van de heimelijke redenen achter Brexit. Toch hoor je er bijna niemand over.
Ooit noemde ik het ‘de allersaaiste materie op De Correspondent ooit.’ Tot ik zag wat het allemaal nog meer was.
Een wapen tegen honger. Tegen armoede. Tegen drugs- en wapenhandel. Tegen slavernij. Tegen piraterij. Zet het goed in en we verdienen er ook nog eens 50 tot 100 miljard dollar mee. En, niet onbelangrijk deze dagen, bij juiste inzet blijven honderdduizenden migranten erdoor thuis.
Plus: vrijwel iedereen is het hierover eens. De Wereldbank zegt het. Interpol zegt het. Het Amerikaanse leger zegt het. VN-rapporten zeggen het. Denktanks en milieuorganisaties zeggen het. Biologen, sociologen en criminologen zeggen het. Zelfs Brexit-o-loog Nigel Farage zegt het.
Maar geen politicus in Nederland die je er ooit over hoort. Waarover?
Goed visserijbeheer.
Voor alle zeeën.
Over vis en oorlog
Er wordt zóveel vis uit zee gehaald, dat er door vis niet tegenop te paren is. Veel vis is – zoals dat heet – ‘overbevist.’
Die overbevissing heeft twee veelbesproken, directe gevolgen. Ten eerste: ecosystemen liggen overhoop. Dat betekent vooral: minder walvis, meer kwal. Ten tweede: er is steeds minder vis voor visvangst.
Vis verschaft ruim 3 miljard mensen zo’n twintig procent van hun dierlijke eiwit.* In veel ontwikkelingslanden aan de kust is dat zelfs de helft. De acuutste visproblematiek ligt dan ook op het bordje van arme mensen in arme landen: de kleinschalige visser in met name Oost- en West-Afrika en Zuidoost-Azië – plus iedereen die die gevangen vis verwerkt en eet.
Want met het verdwijnen van vis, verdwijnen voedsel en banen. Honderden miljoenen kansarme mensen staan nu voor een probleem. Wat te doen?
De volgende uitwegen zijn populairder dan je zou willen:
- Het vinden van alternatieve gebruiksdoeleinden voor je vissersbootje in de drugs-, wapen- en mensenhandel.
- Het kapen van grote boten uit rijke landen. Of natuurlijk:
- Het migreren naar een betere wereld. Lees: Europa.
Dit verhaal gaat over die onvermoede gevolgen van overbevissing. En hoe onnodig het allemaal is.
Onnodig gevolg 1: de piraterijplaag
‘Schiet ze neer! Torpedeer hun scheepjes naar de bodem van de zee!’
Het is mei 2009 en Rita Verdonk van Trots op Nederland zit vol oplossingen.* Sinds 2005 kaapten Somalische piraten te miniboot op grote schaal containerschepen, om dan miljoenen losgeld te eisen voor de bemanning.
Dat bleek nogal fnuikend voor de overzeese handelsroute tussen Europa en Azië. Kosten: 18 miljard dollar per jaar. Dus verklaarden tientallen overheden de Somalische piraat de oorlog. Kamervragen werden gesteld, VN-resoluties aangenomen en marinefregatten stevenden af op de Golf van Aden.
De vijand: werkloze vissers.
Want dat waren de eerste piraten namelijk: werkloze vissers.
En dat zit zo. Decennialang teisterde een onaflatende stroom buitenlandse vissersschepen de visrijke wateren van Somalië. Lokale visserbootjes werden doormidden gevaren. Visnetten waren vaak weg of stuk. Frequente explosies vernielden koraalriffen. Maar bovenal: de vis verdween. Somalische vissers moesten steeds verder uit de kust, steeds langere dagen maken voor steeds minder vangst.
Dan dumpten de buitenlanders ook nog tonnen kernafval en kwik in zee. Eind 2004 slingerde een tsunami ze aan wal. Vis raakte vergiftigd. Somalische vissers werden ziek. Enkelen gingen dood.
De meesten waren het zat.*
Om vis en zee veilig te stellen, vormden de vissers een eigen grassroots kustwacht. Binnen enkele jaren escaleerde die kustwacht tot een lucratieve onderneming die alles kaapte wat bewoog. En zo schiep overbevissing iets wat door de Britse denktank voor veiligheid wel geduid wordt als de ‘grootste maritieme bedreiging sinds WO II.’
Piraterij.
‘Nu schreeuwt de internationale gemeenschap moord en brand over piraterij. Maar lang daarvoor schreeuwden wij om aandacht voor onze problemen,’ schampert piraat en oud-kreeftenvisser Farah Ismail Eid in 2009 tegen The Christian Science Monitor.* ‘Toen luisterde niemand.’
De Somalische piraten bleken geen partij voor het maritiem legergeweld van Europese fregatten. Rond 2012 waren ze piraat-af. Toch vreesde men een piratenrenaissance zodra ‘onze’ grip zou verslappen.
En deze maand was het voor het eerst weer zover. Somalische piraten kaapten een olietanker.
Plus: dezelfde mechanismen voltrekken zich voor de kust van Zuidoost-Azië en landen als Benin, Nigeria en Senegal. Een Senegalese visser voorspelde in The Guardian: ‘Binnen tien jaar vissen mensen met geweren. We zullen vechten om onze vis op zee. Als wij geen eten meer hebben, wat verwacht je dat we doen?’*
Onnodig gevolg 2: de migrantentoestand
Niet elke visser zonder werk heeft zin in confrontatie. Je hebt er ook die denken: ik vertrek. ‘Europe Takes Africa’s Fish, and Boatloads of Migrants Follow,’ kopte The New York Times begin 2008.* Het jaar daarvoor kwamen ruim 30.000 migranten van Senegal en Mauritanië, Spanje binnen via de Canarische Eilanden – ‘de West-Afrikaanse route’ in migratiejargon.
Veel bootjes zaten vol Senegalese vissers en waren van Senegalese vissers. Vissen voor de kust van Senegal was toch niet meer te doen. Liefkozend noemden ze hun kano’s ‘Air Madrid.’
Ik mis de tijden van burgeroorlog
Tegen 2009 had Spanje de aanzienlijke instroom onder controle. Maar waar de ene deur dichtgaat, gaat een andere open. ‘Sinds Spanje de West-Afrikaanse route afsloot, migreren vissers veelal via Libië naar Europa,’ zegt Djiga Thiao, statisticus en viswetenschapper aan het Oceanografisch Onderzoekscentrum in Dakar.* Hij heeft een visserneef in Italië zitten. ‘Zij zouden in principe gewoon hier door blijven vissen als er nog vis zat.’
Kolossale vissersboten uit Azië, Rusland en Europa maken dat ‘gewoon doorvissen’ onmogelijk. Het verschil in viscapaciteit is simpelweg onoverbrugbaar. Eén traditionele Afrikaanse kano is 56 jaar* bezig om de vis te vangen die een westerse supertrawler in één middag binnenhaalt.
‘Ik mis de tijden van burgeroorlog,’ zegt visser Usmane Kpanabum uit Sierra Leone. ‘Toen vluchtten de buitenlandse vloten weg van hier en hadden we veel vis.’
Maar waarom zitten er überhaupt zoveel buitenlandse vloten – waaronder Nederlandse – in Afrikaanse wateren?
Een kleine geschiedenis van immense visbelangen
Het belang van vis voor naties is moeilijk te overschatten. Baas willen blijven over eigen visbestanden is één van de hoofdredenen achter Brexit. Het is de reden dat IJsland nooit de EU in wilde en Noorwegen het niet eens overwoog.
Nederlandse vissers doen het momenteel in hun broek dat ze door Brexit straks niet langer welkom zijn in Britse wateren. Zestig procent van hun vangst komt daar vandaan. En waar gaan we onze visvloot wegzetten als niet bij de buren?
Toen Spanje in 1986 toetrad tot de EU met zijn enorme vissersvloot, stonden de andere EU-landen erop dat Spanje uit hun wateren zouden blijven. Voor de Marokkaanse kust is ook vis, ga daar maar heen.
Eigenlijk had Europa het overschot aan Spaanse vissers met pensioen moeten sturen. Ze waren gewoonweg niet meer nodig, in Europese wateren zat – dankzij structurele overbevissing – lang niet genoeg vis voor iedereen. Maar die pensionering lag politiek gezien lastig voor de Spanjaarden, die vooral geen problemen wilden met de botenbouwers in het Baskenland.
Liever exporteerde Spanje haar teveel aan vissers. En toen Marokko geen trek meer had in de Spaanse probleemvloot, liet de EU haar oog vallen op de rijke viswateren van West- en Oost-Afrika.
Wat dit allemaal zo complex maakt: visafspraken
Overbevissing komt in drie soorten. Je hebt de overbevissing die soms gewoon bevissing mag heten – dit hebben we in bijvoorbeeld Europese en Amerikaanse wateren – waar heel veel viswetenschap aan te pas komt en mensen echt proberen een antwoord te geven op de hamvraag: hoeveel ton vis kun je maximaal uit de zee halen, als je wilt dat er een constante stroom vis uit zee te halen blijft?
Dit systeem is zeer feilbaar, maar is het beste wat we op dit moment hebben – of andere zeeën kunnen toewensen.
Dan heb je de ronduit illegale overbevissing, zoals voor de kust van Somalië, waar vis weggeroofd wordt door naties van Spanje tot China.* Dit is ook een groot probleem voor de kust van West-Afrika, waar naar schatting de helft van alle gevangen vis zo verdwijnt.
Nu incasseert de lokale elite het geld en zijn lokale vissers de klos
Maar er zit ook een soort overbevissing tussenin. En dat is wat Europa sinds jaar en dag doet voor bijvoorbeeld de kust van West-Afrika. Deze vorm van vissen is niet illegaal te noemen omdat de EU viscontracten met Afrikaanse landen sluit. Daarin staan afspraken over financiële steun aan lokale visserijgemeenschappen. Of spelregels zoals dat Europese vissers enkel die vis mogen bevissen, die lokale vissers niet kunnen vangen – het ‘surplus’.
Maar aangezien er in deze landen amper visserijwetenschap voorhanden is, weet je helemaal niet hoe groot dat surplus dan zou moeten zijn.
Daarnaast zijn visscholen wars van grenzen. Ze zwemmen voor meerdere kusten heen en weer. Zo zijn de wateren rond het nationaal park Banc d’Arguin in Mauritanië de kraamkamers voor vis die de gehele Atlantische Oceaan bevolkt. Raar om daar alleen met Mauritanië afspraken over te maken.
En aangezien lokale Afrikaanse overheden bovenop deals met de EU geheime dealtjes maken met de Chinezen, Russen en Turken, kun je je als EU-schip wel aan alle afspraken houden, maar is er alsnog niks duurzaams aan.
De denktank Overseas Development Institute (ODI) schat dat West-Afrika 306.000 nieuwe visbanen kan creëren als het de controle over haar visbestanden terugneemt uit handen van buitenlanders.*
Nu incasseert de lokale elite het geld en zijn lokale vissers de pisang.
Over vis, geld en geiten
Niet alle Afrikanen aan de kust eten graag vis. Mauritaniërs eten liever geit. En als Spanje dan per se al hun visjes naar een andere wereld wil vissen – waarom niet?
Maar dan zal de EU ze op z’n minst een redelijk bedrag voor die vis moeten betalen. Kan zo’n land meer geit importeren. Of iedereen een basisinkomen geven bij gebrek aan banen.
En dat gebeurt ook niet.
Als we alleen even kijken naar wat Europa Mauritanië voor vis betaalt.* Tussen 2008 en 2010 was dat ruim 218 miljoen euro. Vervolgens betaalde de Europese visindustrie nog een bedrag per gevangen ton vis, wat neer kwam op ruim 33 miljoen euro.
Maar de totale waarde van die Mauritaanse vis die voor deze bedragen gevangen mocht worden, was ruim 1 miljard euro.
De EU-overeenkomsten zijn dus duidelijk profijtelijker voor de eigen visserij-industrie, dan voor een Afrikaans gastland. Daarbij is het ook gek dat de Europese Unie veel meer geld voor die visrechten neerlegt dan de industrie zelf.
De Europese consument betaalt dus eigenlijk twee keer voor zijn visje. Eerst als die uit Afrikaanse wateren gevangen wordt en vervolgens bij aankoop in de supermarkt.
Gelukkig maakt overbevissing ons wel rijk, toch? Nee
De ironie is: ook financieel gezien is die overbevissing totale waanzin.
Was de jaaromzet van de mondiale visserij midden jaren negentig op een piek met zo’n 126 miljard dollar, inmiddels schommelt het rond de 100 miljard dollar. De daadwerkelijke winst die de industrie maakt ligt slechts rond de 3 miljard dollar. Maar de industrie had 35 miljard aan subsidies nodig om die ‘winst’ te maken.
De wereld verliest dus 32 miljard dollar aan de visserij-industrie in zijn huidige vorm, rekent de Wereldbank ons voor in een rapport met de treffende titel The Sunken Billions Revisited.* Terwijl de visserij-industrie in theorie ergens tussen de 51 en 105 miljard dollar winst per jaar zou kunnen maken.
Wat daarvoor nodig is? Het halveren van de mondiale visserijdruk. De biomassa aan vis in de oceaan wordt dan ruim tweeëneenhalf maal groter, de jaarlijkse visvangst neemt ruim tien procent toe en visprijzen stijgen.
Waarom? Omdat minder boten meer te doen hebben en visbestanden de tijd krijgen om te herstellen, waarna ze al snel productiever zijn. De vijf jaar dat er niet gevist werd in de Noordzee tijdens de Tweede Wereldoorlog deed ook wonderen voor het visbestand.
Toch blijven overheden maar in de race om die grootste vissersvloot, middels allerhande subsidiëring van botenbouw en brandstof.
Zo bezien houden wereldburgers voor enkele tientallen miljarden per jaar een bijzonder destructieve industrie in stand, die allerlei lokale vissers hun broodwinning ontneemt. Wat dus resulteert in piraterij en migratie – en dan hebben we het nog niet eens gehad over de grootschalige slavernij op visserschepen in met name Zuidoost-Azië, de wapenhandel rond het Victoriameer,* of de drugshandel in de Caraiben.
En, leuk vooruitzicht, klimaatverandering zal ook nog de nodige krimp in visbestanden veroorzaken.*
Overbevissing is een clusterfuck
Kortom: de manier waarop we nu onze zeeën leegvissen is een oeverloze kringloop van ellende. Alleen de symptomen worden bestreden, nooit de oorzaken. Hoe absurd de situaties zijn die daaruit voortkomen, blijkt wel uit wat er nu weer gaande is:
Op dit moment zamelen we in Nederland, hoe liefdadig, allemaal geld in voor de hongersnood in Oost-Afrika. Daarvan kopen we voedselpakketten die we met schepen daar naartoe brengen, vergezeld van onze marinefregatten die de schepen beschermen tegen de hongerige lokale piraten annex oud-vissers waar die voedselpakketten uiteindelijk voor bedoeld zijn.
En tegelijkertijd varen westerse, Russische en Aziatische schepen precies de andere kant op, van Afrika terug naar eigen land, met de Afrikaanse vis waarmee de Afrikaan zichzelf had kunnen bedruipen.