Afgelopen week luisterde ik in De Doelen in Rotterdam naar een betoog van een uur van Gil Penalosa. Het ging over waarom voetgangers de baas zouden moeten zijn in de stad, daarna ov en fietsers, en daarna pas de auto’s.
Op dit moment is bijna overal ter wereld andersom. En in steden waar het niet meer zo is, daar is Gil Penalosa waarschijnlijk langs geweest.
Penalosa, een mobiliteitsexpert afkomstig uit Bogotá, is een soort virus dat voortdurend de wereld rondreist om de beste voorbeelden van hoe mensen hun stad leefbaar maken te verzamelen en te verspreiden.
Zo vertelde hij dat in Kopenhagen elke stadsspeeltuin een geheel eigen karakter en stijl krijgt - wat ze veel aantrekkelijker maakt om naartoe te gaan. In Parijs mag je niet meer langs de Seine parkeren: iets waar Amsterdam en Rotterdam een voorbeeld aan kunnen nemen.
Verder noemde Penalosa meerdere voorbeelden van steden (waaronder Parijs) die beginnen met één autoloze zondag op een hoofdweg in de stad, wat vervolgens zó goed bevalt dat de weg permanent wordt afgesloten.
Volgens Penalosa heerst in Nederland het idee dat het al best goed gaat, terwijl we de ambitie moeten hebben onze steden tot de allerbeste en -prettigste ter wereld te maken. In Rotterdam ziet hij al jaren te weinig kinderen in het centrum. Dat is een kenmerk dat de stad er nog niet is voor iedereen, meent hij.
Een goede, eerlijke stad wordt volgens Penalosa niet ingericht voor atletische en welvarende dertigers die kunnen kiezen of ze de auto, de fiets of de benenwagen pakken, maar is aantrekkelijk voor een kind van acht dat nog niet zelf kan fietsen en een oudere van tachtig die misschien helemaal niet meer kan fietsen. Als dat lukt - dan is het er fijn toeven voor iedereen.
Penalosa - inmiddels woonachtig in Toronto - heeft een glashelder idee van hoe de steeds drukkere stad tegelijkertijd prettiger kan worden in te wonen. Dat is een onderwerp waar ik me de komende tijd (zodra mijn batterijenserie af is) verder in ga verdiepen.
/dc-useruploads-images/d23ba95b92e642aea527ec12e53ecfb4.png)