Waarom we onze onsterfelijkheid niet gaan overleven
Onsterfelijkheid, je wordt ermee doodgegooid. Historicus Yuval Noah Harari wijdde er een boek aan (Homo deus). De correspondent Oud Worden sprak een vrouw die pilletjes draait waar je 130 mee wordt. En Google Ventures pompt honderden miljoenen dollars in biotech-startups die onze sterfelijkheid moeten tackelen, want: ‘Leven is beter dan dood gaan,’ aldus CEO Bill Maris.
Ik vraag me af hoe de poliep dit alles ziet.
Wie? De poliep. Een klein tentakelig beestje dat op de bodem van de zee leeft. Sommige poliepen bouwen koraalriffen, anderen fabriceren kwalschijfjes en weer andere poliepen – die van het geslacht Hydra – doen helemaal niks.
Maar velen zijn dus onsterfelijk.
Nou ja, ze gaan wel dood aan schade of ziektes, maar hun cellen verouderen niet. Soms verjongen ze zelfs. Ik vroeg een hydra-expert eens waarom de antiverouderingsclan eigenlijk louter muizen bestudeert. Hij: ‘Maybe mouse people don’t read hydra papers.’
Wat mij fascineert: onsterfelijkheid maakt voortplanting overbodig. Toch voelen die onsterfelijke poliepen soms wél de noodzaak om ‘het’ te doen. Dan maken ze kwallen! Die seks hebben met andere kwallen! En die kwallen zijn supersterfelijk!
Wat is dit voor raar schakelen tussen het steriele eeuwige en sexy vergankelijke?
De kwalpoliep is een van de oudste beesten op aarde. Misschien dat we in den beginne allemaal onsterfelijk waren. Maar dat weinig onsterfelijks bestand bleek tegen de uitdagingen van een immer veranderende wereld. En dat de schepping dat onsterfelijke seksloze er toen uitgeëvolueerd heeft. (Er was toch niks aan.)
Misschien is onsterfelijkheid in evolutionaire zin wel enorm achterhaald.
Maar nu is er de biotech. En daar moet je toch wat mee.
Die wens om nergens meer aan dood te gaan maakt het leven wel aardig complex. Binnenkort een verhaal van mij over de huidige embryoproblematiek – het embryo: mens of ding?
Drie gerelateerde verhalen
Ongeboren menselijk leven bevindt zich in een ethisch mijnenveld. Aan de ene kant overleeft het labembryo steeds langer in petrischaaltjes, en aan de andere kant..
- High-tech plastic zak vervangt de baarmoeder. We houden meer en meer te vroeg geboren baby’s in leven, maar ontwikkeling in de couveuse leidt tot allerlei handicaps. Dus verzonnen dokters de ‘biobag’ – een plastic baarmoeder vol labgebrouwen vruchtwater, die aangesloten wordt op de navelstreng. Het zakje is in testfase en bracht al enkele goed functionerende lammetjes ter wereld.
- Heb je dan straks het recht om je ongewenste foetus te doden? Een vrouw is ‘baas in eigen buik’ en mag foetussen eruit zetten tot ze 24 weken oud zijn. Daar gaat een foetus aan dood. Maar wat als zo’n verbannen foetus op te vangen is in techno-baarmoeders als de biobag? Mag je de foetus dan uitzetten én doden? Interessante vraag, gesteld door twee Canadese ethici in het tijdschrift Bioethics.
- Koreanen bouwen een robotninjaturtle. En ook in Azië gaat de versmelting van organisme en machine onverdroten voort. Na cyborgmotten, -ratten, en -duiven komt het instituut dat ons eerder de kwallenshredder bracht, nu met de cyborgschildpad. Waarom? ‘Surveillance, exploratie en reddingsoperaties!’ Robotici zien ook mogelijkheden in vogels en vissen.
Onsterfelijkheid is ook: vijf jaar hongerstaking
Het grappigste verhaal dat ik ooit over een beest las is van wetenschapsjournalist Robert Krulwich van NPR. Het gaat over een isopod, een enorm semi-onsterfelijk beest, die net als de poliep verblijft op de zeebodem.
Maar de isopod in kwestie – ‘Giant Isopod No.1’ – zat gevangen in een Japans aquarium. En hij zag het niet meer zitten. Niemand weet waarom. Was het het eten? De ambiance? De mensen? Hoe dan ook, No.1 ging in hongerstaking.
En No.1 persisteerde. Tot grote frustratie van zijn verzorgers en vreugde van het publiek. Van heinde en verre kwamen mensen af op de ‘non-feedings’.
Uiteindelijk viel Giant Isopod No.1 om.
Vijf jaar (!) later.
Niet dood gaan is dus ook niet alles. Maar respect voor deze gigant.