Het voormalige kantoor van Connexxion in Boskoop werd door het bedrijf omgebouwd Aan de rand van het kwekersdorp reden daarna busjes van uitzendorganisaties als Otto Work Force en ForeignFlex af en aan om het distributiecentrum van supermarkt Hoogvliet en andere grote werkgevers in het Westland 24 uur per dag van goedkope arbeidskrachten te voorzien.

In de net opgeleverde nieuwe vleugel – de capaciteit van het hotel kwam daarmee op ongeveer 450 bewoners – zat directeur Ruud van Dijk uit Valkenswaard.

Ruud vond het ontzettend leuk om mee te werken aan een serie over het systeemplafond, hij had dat altijd al een keurige, hygiënische en goedkope oplossing gevonden. ‘Die hebben we d’r hier heel wat in gestanst. En ik denk dat de meeste van onze Poolse vrienden er ook genoeg ervaring mee hebben, hahaha.’

Toen hij uitgelachen was, Ruud was wat je noemt goedlachs, vertelde hij dat hij ‘per toeval in de branche gerold was.’ Toen hij even ‘klaar’ was als wethouder in zijn woonplaats Valkenswaard – tegenwoordig zit hij weer - kwam ‘een maat’ die in de uitzendbranche zat met nieuw werk.

Of hij niet voor de huisvesting van arbeidsmigranten wilde zorgen, want er was vanuit Den Haag een stukje nieuwe regelgeving op de uitzendbranche losgelaten?

‘Het kwam erop neer dat uitzendbureaus niet meer mochten zorgen voor de huisvesting. Dat moest worden losgekoppeld, zodat een werknemer die zou worden ontslagen niet meteen ook op straat zou worden gezet. Of ik daar zin in had?’

Foto’s: Jan Dirk van der Burg (voor De Correspondent)

‘De Pool heeft een andere levensstandaard’

Een lang verhaal kort: een paar jaar later was hij verantwoordelijk voor de huisvesting van vier- tot vierenhalf duizend arbeidsmigranten per nacht: ‘Op de ‘Polenlijn’ Venray-Venlo-Helmond-Eindhoven-Tilburg-Waalwijk-Den Bosch-Utrecht-Westland zijn wij samen met onze concurrent HuurSnel marktleider.’

Ruud dacht niet in omzet, maar in winst. ‘Wij zijn zeer competitief, we draaien ieder dubbeltje om. Wat wij bieden, is het maximale wat je in Nederland kunt krijgen voor 75 euro per week per bed.’

De Polen – zij vormen 90 procent van de bewoners – zijn ondergebracht in blokken met vier slaapplaatsen; zij delen woonkamer, keuken, badkamer en toilet. ‘Wij vinden dat niet luxe, maar de Pool is tevreden,’ zei Ruud. ‘Die heeft een andere levensstandaard.’

Zelf sprak hij twee woorden Pools. ‘Dobra, dat betekent goed, en tak, dat betekent ja. Toevallig zijn dat ook de woorden die ik het liefste hoor.’

Hij verslikte zich daarna bijna in zijn lach. ‘Ja, Brabants grapje. Ik kom uit Valkenswaard, daar zeggen we graag waar het op staat. We draaien niet om de hete brij heen. Kan ook niet, anders ben je niet geschikt voor dit vak.’

‘Dit is voor jou ook een markt’

Rondom de huisvesting van Poolse werknemers bestonden veel misverstanden. ‘Er zijn er die ons zien als profiteurs, maar de toestanden waren vroeger veel schrijnender. Toen werden ze achter bij de boer weggestopt, of in een schimmig hotel. Bij ons is het netjes. Andersom gedragen de Polen zich keurig. Wat er ook over ze gezegd wordt: het zijn harde werkers.’

Foto’s: Jan Dirk van der Burg (voor De Correspondent)

Toen hij begin dit jaar in Boskoop wilde uitbreiden, kreeg hij te maken met sentimenten uit de buurt die op vooroordelen gebaseerd waren. Een horecaondernemer begon een poll op Facebook - ‘Groot, groter, grootst en wat vindt Boskoop hiervan?’ – waarna een artikel verscheen in De Gouwe Koerier.

Een kweker klaagde over ‘blikjes bier in de kas.’ ‘Alles goed afsluiten dus maar. Ze lopen eindeloos heen en weer naar de supermarkten, capuchon op, vaak al met bier in de hand. En dan worden onderweg al lege blikjes weggegooid en ja, wildplassen tegen de heg. We kunnen het nu nog een beetje behappen, maar nu alweer honderd bedden erbij... En het einde is nog niet in zicht; met die unitbouw kan gemakkelijk verder uitgebreid worden. En al die mensen gaan het dorp in.

Geconfronteerd met het artikel riep Ruud Tomek en Gregorz erbij, de twee Polen die hij had aangesteld om de orde te bewaken en die alleen al vanwege hun uiterlijk respect afdwongen. Hij somde de huisregels op. Alcohol mocht alleen op de eigen kamer worden gedronken, en dan nog met mate. Vuilnis moest in de vuilnisbakken worden gedeponeerd; er werd opgelet dat er niet in grote groepen naar het dorp werd gegaan om de plaatselijke bewoners niet tot last te zijn en ‘het stichten van gezinnen’ op hotelkamers was verboden.

Tomek en Gregorz zeiden dat ze de huisregels strak handhaafden en dat iedereen die meerdere keren de fout in ging zou worden gerapporteerd bij Ruud, die met handgebaren duidelijk maakte wat hij met dat soort bewoners van plan was.

‘Ja, foetsie, weg ermee! Wij zijn een commerciële instelling.’

Hij zette Tomek en Gregorz weer aan het werk.

‘Ik lust wel een bak koffie, wat jullie?’

Wij knikten.

Three. Big ones.’

Nadat de koffie was gebracht: ‘Polen zijn aardige mensen, echt waar. Ze zijn wat gedienstig, maar dat komt ook door 25 jaar communistische dictatuur die nog steeds in die vezels zit. Eenmaal rond de tafel kan het heus wel gezellig worden.’

Hij vertelde dat hij vorig jaar de pastoor uit het dorp had uitgenodigd om het paasbrood te komen breken: ‘Ik heb gezegd: dit is voor jou ook een markt. Sindsdien zit zijn kerk iedere zondag vol met een blok Polen. Floreant, de plaatselijke voetbalclub, heeft nog nooit zoveel toeschouwers getrokken. Mag het? Mogen ze daar in die kantine op zaterdag misschien een biertje drinken na een week keihard werken?’

Foto’s: Jan Dirk van der Burg (voor De Correspondent)

De drie groepen Polen

Hij onderscheidde drie groepen Polen: ‘Eén. De korte. Niet kort als in lang of kort, maar Polen die hier maar tot vier maanden zijn. Die gaan thuis in Polen een nieuwe auto van hun verdiende centjes kopen. Het zijn logees, veredelde toeristen. Ze doen ook een dagje Amsterdam of Scheveningen. Twee. De Pool waarvan de vrouw thuis zit met het kind. Die komen echt om te pezen. Sparen-sparen-sparen en dan na een jaar weer terug om het huis te verbouwen. En dan - drie - de Pool die het hier zo goed bevalt dat hij zijn gezin laat overkomen. Die mogen wij niet huisvesten maar die helpen we wel om op de reguliere woningmarkt aan de bak te komen. Dan gaan we ze gewoon inschrijven bij de coöperatie. Die mensen klitten daarna bij elkaar, zoals Nederlanders in Australië dat ook doen.’

Foto’s: Jan Dirk van der Burg (voor De Correspondent)

Om te laten zien hoe goed zijn gasten het hadden, volgde een rondleiding door het hotel. Beheerder Gregorz klopte hard op een deur, waarna we met vier man – ik, fotograaf Jan Dirk, Ruud en Gregorz - naar binnen liepen. Dat voelde gênant, maar volgens Ruud en Gregorz was daar geen reden toe.

Ruud: ‘De Pool hecht minder aan privacy. Logisch, ze slapen met vier man op een kamer.’

De kamers zagen er zonder uitzondering keurig uit, maar dat kwam ook door de strenge controles van Gregorz en Tomek.

Een Pool had in het hotel een Poolse vrouw leren kennen, ‘ze woonden samen’ in een kamer van drie bij drie. Hij liet flesjes parfum zien, een vensterbank vol. Ruud zei dat hij het attent vond dat hij zijn vrouwtje zo verwende, maar de Pool lachte hem in gebroken Nederlands uit: ‘Niet voor vrouw. Voor mij. Eerst ik rook naar zweet, nu ruik ik lekker.’

‘Nou je hoort het,’ zei Ruud, ‘een Pools grapje. De meesten hebben nog humor ook.’

Alle bewoners waren heel tevreden over hun huisvesting die ze kwalificeerden als ‘beter dan in Polen’ en ook over het gastland Nederland hadden ze geen klachten. Een Pool die onder een sliert wasgoed in zijn kamer zat, zei dat hij Nederlanders heel aardig vond, maar dat hij er moeite mee had dat er op het werk steeds meer Pakistanen kwamen.

Ruud grapte dat hij niet van plan was om Pakistanenhotels te beginnen. Tegen ons: ‘Daarom niet.’

Toen we het gebouw verlieten sprak Tomek, de andere beheerder, mij aan omdat ik een stukje kauwgom op de stoep had laten vallen. Ruud: ‘Zo streng zijn we hier.’

Foto’s: Jan Dirk van der Burg (voor De Correspondent)

Meer lezen?

Onder het systeemplafond in Arnhem kan het alleen maar meevallen Het systeemplafond is Nederland in een notendop: saai, efficiënt en gemakkelijk om dingen in te verbergen. Samen brengen we het Nederland eronder in beeld. Vandaag zijn we in Arnhem, waar ze altijd het zwartste scenario als uitgangspunt nemen. Lees ons verhaal hier terug Op de Nationale Stralingsdagen: ‘Achter het systeemplafond zit ook van alles verstopt’ Het systeemplafond is Nederland in een notendop: saai, efficiënt en gemakkelijk om dingen in te verbergen. Samen brengen we het Nederland eronder in beeld. Vandaag: bij een bijeenkomst van stralingsgevoeligen. ‘Uw computer zuigt al mijn energie weg, wilt u ergens anders gaan zitten?’ Lees ons verhaal hier terug Het Nederlandse voetbal heeft meer trainers nodig die nooit gevoetbald hebben Nederlandse trainers die nooit professioneel gevoetbald hebben, bestaan die? Amper. Dat we er meer nodig hebben, leerde ik van de Duitse toptrainer Thomas Tuchel - een man die met statistici en scholieren werkt om beter te worden. Lees het verhaal van Michiel hier terug