Waarom Ajax verloor
Ajax, het was zo’n mooi verhaal - de jonge bende van Peter Bosz die met mooi spel de Europa League zou winnen. Het liep anders - met ‘lelijk’ spel won Manchester United van het machteloze Ajax.
De reactie van Bosz op de nederlaag was klassiek Nederlands. Licht misprijzend leek hij te stellen dat United lelijk had gespeeld. José Mourinho , de coach van United, maakt dat geen bal uit. ‘Dichters winnen niet zo veel titels,’ zei hij. Ofwel, mooi spel, ‘eigen’ spel, idealisme, is overschat.
Zijn alternatief: je aanpassen aan de tegenstander.
‘Als [ze, Ajax] altijd druk willen zetten op de bal, speel je niet kort,’ zei hij. ‘Als je dominant bent in de lucht, bouw je op met lange ballen,’ beschreef Mourinho zijn strijdplan. ‘We wisten waar zij beter waren dan wij, we wisten waar wij beter waren dan zij. We wilden hun sterke punten uitschakelen, en hun zwakke punten benutten.’
Natuurlijk - het is ook een manier van Mourinho om het krediet voor de winst naar zich toe te trekken. Maar wat hij zegt, klinkt nogal logisch - en in Nederland is het nog steeds vloeken in de kerk. Toch is het een discussie waard. Wat is het doel van het voetbal, en wat is het middel? ‘Mooi’, ‘aanvallend’, ‘herkenbaar’ spelen - is dat een middel of een doel? En kan aanpassen aan de tegenstander niet ook mooi zijn?
Jeugdtrainers met goede ideeën
Bastiaan Riemersma, jeugdtrainer bij PSV, stapte vorige week over naar Willem II, waar hij het hoofd van de jeugdopleiding wordt.
Dat vind ik interessant: Riemersma is lid van een clubje jonge, ambitieuze jeugdtrainers waar ik maanden geleden over schreef. Hij zit vol goede ideeën en bij Willem II kan hij ze in de praktijk brengen. Binnenkort praat ik er met hem over.
Verder heb ik volgende week zeker één en mogelijk twee verhalen over jeugdvoetbal.
Een boek over waanzin als kracht
Deze week kwam het boek van Eric Barker binnen met de post, Barking up the Wrong Tree, met als ondertitel ‘The Surprising Science Behind Wy Everything You Know About Success is (Mostly) Wrong.’
Veel heb ik nog niet kunnen lezen, maar in de introductie heeft Barker het over Jure Robic, een maniakale marathonfietser die zijn succes dankte aan een bizarre eigenschap: hij was letterlijk waanzinnig.
Uit pure vermoeidheid meende hij bijvoorbeeld te worden achtervolgd door moslimextremisten. Daarvan ging hij harder trappen.
Barker baseert zich daarbij op een stuk van Daniel Coyle, een van mijn favoriete schrijvers. Coyle heeft de gave om ingewikkelde dingen goed uit te leggen. Daarnaast kan hij geweldig beelden van personen en situaties schetsen - reportage schrijven, in journalistiek jargon. (Kortom: wat mijn collega Vera Mulder zo goed kan.)
Zijn stuk over Robic - titel: That which does not kill me makes me stranger - kende ik nog niet. Het is voorspelbaar prachtig. O, en Robic stierf vijf jaar na dat verhaal, nadat hij met 70 kilometer per uur van een haarspeldbochtweg afdaalde en op een tegenligger knalde.
Leestips
- Het Oregon Project van Nike moest een groepje geselecteerde hardlopers naar een hoger plan tillen. Allerlei prachtige verhalen verschenen de afgelopen jaren over het project: over de volhardendheid van de atleten, de geavanceerde faciliteiten, en de nieuwste trainingsmethoden. Tot 2015 - toen brachten ProPublica en de BBC een verhaal dat er kortweg op neerkwam dat ze in Oregon onder leiding van coach Alberto Salazar heel hi-tech aan het spuiten en slikken waren. Sindsdien onderzoekt de Amerikaanse anti-dopingautoriteit wat Salazar zoal uitvreet. Recente berichten doen het beeld van wat een atletiekcoach is ietwat kantelen. Het lijkt een mengeling van 1. fulltime volger van biomedische wetenschap, 2. amateur-wetenschapper, 3. farmaceutisch proefpersoon, en 4. oh ja, iemand met verstand van hardlopen. Het enthousiasme waarmee Salazar c.s. nauwelijks geteste middelen uitprobeerden op atleten, is adembenemend, zoals bijvoorbeeld blijkt uit dit verhaal van TheNew York Times. Dat is gebaseerd op een onderzoek van de dopingautoriteit. Dat rapport is inmiddels gelekt - en hier te lezen.
- Kijk je nog weleens tennis op tv? Nee, ik ook niet meer. En steeds minder mensen kijken tennis, of preciezer gezegd, de kijkers worden steeds ouder. Een beetje zoals met krantenlezers - ze sterven uit. Tennis wil er wat aan doen. The Economist bespreekt een paar ideeën. Ergens deze zomer wil ik schrijven over ideeën om voetbal interessant te houden - want voetbal loopt misschien wel dezelfde risico’s als tennis. Ideeën welkom!
- Dit interview met Peter Bosz - als speler - uit 1988 is geweldig. Als jonge twintiger liet Bosz zich niet piepelen door voetbaldirecteuren. Zo’n interview dat je niet meer snel zal lezen.
Tot de volgende!