Beste biotechnoloog, kom uit je lab vandaan, vertel wat je allemaal uitvoert en waarom!

Tamar Stelling
Correspondent Niet-menselijk leven
Illustratie: Kwennie Cheng

Laten we bedenken wat we willen met alle biotech, anders gaat het straks nog mis. Dat schreef ik vorige week. Concrete casus: het menselijke-embryovraagstuk. En ruim tweehonderd reacties volgden. Hier een bloemlezing.

Vorige week schreef ik een inleidend stukje over biotech. Strekking: we moeten bedenken wat we willen met deze ingrijpende technologie, voordat belanghebbenden de bio-ethische discussies kapen en we opeens wakker worden in een bankencrisis-op-z’n-biotechs.

Dus stelde ik de lezer wat vragen. Vinden we dat er grenzen zijn waar een biotechnoloog niet overheen mag? Welk leven achten we waardevol genoeg om te beschermen? Waarom? Wat houdt die bescherming in? Als concrete casus had ik: het menselijke-embryovraagstuk.

Die embryoproblematiek maakte ruim tweehonderd doorwrochte reacties los, zowel via de mail als onder het stuk. (Waarvoor nogmaals veel dank!) Voor wie het gemist had, hier een kleine bloemlezing uit de vele gesprekken, vragen, kritieken en lees- en luistertips.

Wie is verantwoordelijk voor het bio-ethisch debat?

Één Correspondentlid overzag alle bio-ethische problematiek en formuleerde de volgende ‘Beste biotechnoloog, kom uit je lab vandaan en vertel me wat je allemaal uitvoert en waarom!’

Weldra meldde zich zo’n biotechnoloog. ‘Moeten we zeker doen,’ ‘Maar het moet wel van twee kanten komen, hè. Hoe helder ook onze uitleg, je moet je toch echt ook zelf verdiepen in de materie, wil je het snappen. Veel mensen wanen zich al expert na een halve infographic op Facebook.’

Beste biotechnoloog, kom uit je lab vandaan en vertel me wat je allemaal uitvoert en waarom!

‘Dat lijkt me veel te veel gevraagd,’ pende de eerste weer. ‘Als ik vanuit mezelf geïnteresseerd moet zijn in alle technieken die mijn leven ingrijpend veranderen, kom ik aan één leven tekort.’

Ik denk dat ik hier een rol kan spelen.

‘Daarnaast,’ liet Jesse Veenvliet, embryoloog bij het Max Planck Instituut te Berlijn, weten per mail: ‘worden de bio-ethische discussies – in ieder geval door het gros van de wetenschappers – toch echt louter binnen de eigen kring gevoerd, in publicaties die voor leken niet toegankelijk en vaak ook niet begrijpelijk zijn.’

‘Dat is problematisch,’ denkt hij. ‘Want vroeg of laat worden mensen met herschreven DNA geboren. Of gaan we ver voorbij die veertiendagengrens. Dan is het te laat voor discussie. Als de publieke opinie zich dan tegen ons keert, is er een grote kans dat de politiek een totale ban uitspreekt.’

Waarom zet je biotechnologen weg als monsters?

Er is dus een hoop angst in omloop. De biotechnoloog is bang voor het ongefundeerde, irrationele oordeel van de leek. En de leek is weer bang voor de macht die uitgaat van het beheersen van een technologie als biotechnologie.

Of, in de woorden van ‘Wat was er met de wereld gebeurd als Hitler en de zijnen de moderne biotechnologie tot hun beschikking hadden gehad?’

Wat mij opvalt is dat lezers wél uitgaan van de goede intenties van de biotechnoloog. Een aantal biotechnologen reageerde geagiteerd op het embryoverhaal. Het zou ze afschilderen als grenzeloze Frankensteins. Maar dat was dus zowel niet mijn opzet als niet hoe het verhaal is

Nee, als er al een kwade genius in het spel is, menen lezers, dan komt die uit de hoek van als ‘exces van het dominante amorele neoliberalisme.’

Want wanneer ik schrijf dat ‘biotechnologie onze grenzen van het toelaatbare bepaalt en verlegt, omdat we geen moreel kader hebben dat we ertegenover stellen,’ merkt een lezer op dat het eerder andersom is. ‘We gaven ons moreel kader juist uit handen, toen we het paradigma van vrije markt en vrije technologie tot moreel kader verhieven.’

Moet je iets ‘voelen’ voor embryo’s?

Dan is er nog: ‘het gevoel.’

‘Als we die onmiddellijke emotie missen bij de gedachte aan embryo’s, mens-varken-hybrides et cetera, gaan alle experimenten ermee gewoon gebeuren,’ reageerde voedingsdeskundige ​Martijn Katan.

Dat denk ik ook. Maar: misschien kunnen we nog gevoelens ontwikkelen voor dit soort entiteiten? Is gevoel dan een zinnige leidraad bij het bepalen hoe je je tot embryo’s verhoudt?

‘Ik ben zeker geen anti-abortusactivist en ben ook erg voor vooruitgang in de wetenschap, maar experimenteren op iets dat uit kan groeien tot een mens en een kloppend hart heeft om dat te ondersteunen, vind ik te ver gaan,’ reageerde een lezer.

‘De uitdaging is dan ook om meer aspecten dan alleen de – zeer begrijpelijke en gedeelde – emotie hierover te laten meewegen’, tikte een ander. ‘Emotionele weerstand is niet altijd de beste raadgever. Er zou meer dan alleen emotioneel verschil moeten bestaan tussen de waarde van een humaan embryo en een vlieg op de voorruit – de laatste ook met kloppend hart en al.’

Hoe zit het inderdaad met dieren?

Ja, die vlieg op de voorruit: zullen we eerst onze omgang met andere volgroeide organismes beter regelen voor we in de bres springen voor embryo’s? Merkten lezers op.

‘Als je ‘s avonds een lekker stukje vlees uit een megastal op je bord hebt liggen en dan twijfelt of je de grens van 14 naar 28 dagen moet opkrikken of niet, gaat er

Het dierenvraagstuk is natuurlijk mijn endgame. Ik ben al tijden bezig met vragen over de niet-mens en wanneer zo’n niet-mens ertoe doet. Moeten ze pijn kunnen voelen? Een minimum aantal neuronen hebben? Zich bewust zijn van het één of ander? De meningen zijn verdeeld.

Maar wat nu helder op mijn netvlies staat, is dat er ook uiteenlopende ideeën zijn over wanneer een wel-mens ertoe doet. En stel we zouden tot uniforme, coherente gedachtes komen – moeten komen, door biotech – over wat we aan mensen van waarde vinden, welke fysiologische eigenschappen daar bijvoorbeeld mee gemoeid zijn..

Wat let ons daarna dan om diezelfde ideeën ook van toepassing te laten zijn op beestjes?

Lees- en luistertips

Niet verzadigd? Leden raden in dit kader de TED-talk van stamcelexpert aan, de zesdelige VPRO-serie met NRC-columnist Bas Heijne, plus de volgende boeken en essays:

  • A Crack in Creation: Gene Editing and the Unthinkable Power to Control Evolution (2017) biotechnologen Jennifer A. Doudna en
  • The Righteous Mind: Why Good People are Divided by Politics and Religion (2012) psycholoog Jonathan Haidt;
  • Enhancing Evolution: The Ethical Case for Making Better People (2007) biotechnoloog John Harris;
  • The Ethics of Invention: Technology and the Human Future (2016) wetenschapsfilosoof
  • Böses Denken (2016) filosoof Bettina Stangneth;
  • Prizes, not patents (2007) econoom Joseph E. Stiglitz.