Hoe een Nederlander het Ierse jeugdvoetbal verandert
In het Nederlandse jeugdvoetbal zou er een ongezonde nadruk zijn op succes. Maar wat gebeurt er als je ranglijsten laat varen, en spelers sowieso hun speeltijd geeft? De Ierse voetbalbond begon hier twee jaar geleden al mee – onder leiding van een Nederlandse voetbaltrainer.
Het is een spannend experiment dat de Ierse voetbalbond uitvoert, een waarvan de resultaten pas over tien à vijftien jaar zichtbaar zijn: wat gebeurt er als je jonge voetballers laat spelen zonder ranglijst?
Wat gebeurt er als je trainers van jeugdploegen verplicht om alle spelertjes minimaal de helft van de wedstrijd te laten spelen - of ze nu goed zijn of niet?
En wat gebeurt er als je hen verbiedt om de bal lang naar voren te trappen, en in plaats daarvan stimuleert tot het geven van korte passes?
Kortom: wat gebeurt er als je minder prioriteit geeft aan het nu winnen van wedstrijden en coaches naar meer kijken dan alleen naar het resultaat?
Pluk je daar als voetballand over tien, vijftien jaar de vruchten van?
De grillige ontwikkeling van voetbaltalent...
Recent publiceerde ik een portret van sportpsycholoog Thomas Waanders, volgens wie het Nederlandse jeugdvoetbal ‘verziekt’ is door een ongezonde nadruk op succes. Van hem kwam de aanbeveling om ranglijsten in het jeugdvoetbal af te schaffen.
Ruud Dokter, de Nederlandse High Performance Director van de Ierse voetbalbond FAI, voert deze en andere radicale veranderingen op dit moment in voor de Ierse voetbalbond.
Op het eerste oog zijn het vreemde zetten. Waarom zou je het competitieve element van het voetbal - het bijhouden van prestaties op de ranglijst - deels weghalen? En waarom zou je coaches moeten verplichten ook zwakkere spelers speeltijd te geven?
Dokter (61), voormalig bondscoach van Nederlandse jeugdelftallen en het vrouwenelftal, vindt het vooral logisch.
Een van de grootste inzichten die hij gedurende zijn loopbaan heeft opgedaan: het is niet mogelijk om op jonge leeftijd te voorspellen of een speler het zal redden in het professionele voetbal of niet.
‘We moeten als opleiders bescheidener zijn,’ zegt Dokter. ‘We kunnen nauwelijks voorspellen wie talentvol is en wie niet. Ik heb het als bondscoach van Nederlandse jeugdelftallen zo vaak meegemaakt. Eerst denk je: speler A is mijn grootste talent. En een jaar later is die speler ingehaald door speler B, niet zelden iemand van wie je het nauwelijks verwachtte.’
‘En als we dat niet weten, dan is er dus maar één conclusie mogelijk: we moeten onze aandacht aan alle spelers geven. Niet alleen aan die paar van wie we nu denken dat ze heel goed worden.’
‘Dat is je taak ook simpelweg als trainer, onderwijzer, en opvoeder. Maar het is óók een goed idee, omdat het uiteindelijk de beste spelers oplevert. Je hebt dan ook aandacht en speeltijd gegeven aan talenten die er niet direct bovenuit staken.’
...vereist ingrijpende maatregelen
Maar hoe krijg je dat voor elkaar?
Het instinct van trainers, ouders, en de (betere) spelers, is toch om te winnen. Niemand wil onderaan staan, iedereen wil kampioen worden. Winnen is goed, winnen is vooruitgang.
En al helemaal in Ierland, zegt Dokter. ‘De cultuur van het winnen, van trophies, kampioenschappen en toernooien, is hier heel sterk.’
Coaches en ouders gingen daar vrij ver in. Schreeuwen langs het veld, vechtpartijen bij de F’jes, het gebeurde regelmatig. ‘Het kwam hier vaak voor,’ zegt Dokter, ‘dat heel jonge kinderen geen speeltijd kregen. Dat ze dus de hele wedstrijd reserve stonden.’
Waarom dat een probleem is? Ten eerste omdat spelers niet beter worden als ze niet spelen. En ten tweede - en ernstiger - omdat ze mogelijk hun interesse in het spel verliezen en kiezen voor een andere sport.
Precies dat gebeurde in Ierland: kinderen kozen voor andere sporten, zoals (het toch al populairdere) Gaelic football. Talent voor voetbal ging hiermee verloren.
De Ierse wil om koste wat kost te winnen is iets om trots op te zijn, zegt Dokter. Maar tegelijkertijd kan het de ontwikkeling van jeugdspelers dus in de weg zitten.
De invoering van een paardenmiddel
In oktober 2014 zag het bestuur van de voetbalbond FAI dat ook in. Het nam plannen aan - het Player Development Plan - om onder meer deze problemen tegen te gaan.
Voor de jeugd tot en met tien jaar werden de ranglijsten afgeschaft. Zo vervalt immers de prikkel voor fanatieke coaches of ouders om alleen de op dat moment beste spelertjes op te stellen. Zelf had Dokter de grens nog wel wat hoger willen leggen, maar daarvoor was er niet genoeg steun.
Een andere maatregel was om voor elk kind speeltijd te garanderen: tot acht jaar moet elk kind zeker driekwart van elke wedstrijd spelen; daarna zeker de helft. Want je kunt dan wel de ranglijst afschaffen, dan nog steeds kan de coach alles op alles zetten om elke wedstrijd te winnen.
En zo waren er meer maatregelen. Voor de jonge leeftijdscategorieën werden de regels bijvoorbeeld zo aangepast dat de keeper de bal niet meer blind naar voren zou trappen - waardoor spelers beter leerden passen, de bal controleren, en samenspelen.
‘Dan leer je dus wat je later als speler nodig hebt, in plaats van wat alleen nu werkt,’ zegt Dokter.
Ranglijsten gingen ondergronds
De clubs in de Ierse competities namen de aanbevelingen vrij goed over, zegt Dokter, die werkt aan een eerste evaluatie die volgende week verschijnt. ‘Maar er zijn natuurlijk ook regio’s waar ze toch ranglijsten bijhielden, en zelfs in kranten publiceerden.’
Clandestiene ranglijsten dus. Wat Dokter daartegen deed? ‘We spraken ze erop aan. Sancties? Nee, die hebben we niet. Dat moet je ook niet willen. Het gaat om overtuigen, het is een project van de lange adem.’
Wat hij daarbij benadrukt, is dat het niet de bedoeling is om kinderen het plezier van winnen te ontnemen. ‘Het punt is dat het iets van de kinderen is. De kinderen moeten zich met winnen bezighouden. Niet de ouders of de coach. Zet je spelertjes op het veld, dan willen ze heus winnen. Daar hoef je je niet druk om te maken.’
Pas in latere jeugdelftallen wordt de ranglijst belangrijker. En ja, dan merken spelers dat je ook reserve kunt staan als je niet komt trainen, niet je best doet, uit vorm bent, of gewoon niet goed genoeg.
Maar kinderen permanent reserve zetten? ‘Dat kan echt niet,’ zegt Dokter. ‘Spelers krijgen dan van hun trainer te horen: jouw tijd komt nog wel. Dat soort smoesjes. Maar dat is echt onzin. Jouw tijd is nu. Dat geldt in Ierland, maar ook in Nederland, waar dat besef nog meer moet doordringen.’
Andere landen die ervaring hebben met het spelen zonder ranglijst, zijn Duitsland, België, en Engeland. Ook het hockey en het handbal doen dit in meer of mindere mate. In een volgend stuk over het onderwerp vat ik de bevindingen en mogelijke lessen voor het Nederlandse jeugdvoetbal samen.