Kinderartsen leggen elkaar het zwijgen op na mijn artikel over belangenverstrengeling
Gespecialiseerde kinderartsen laten hun voorschrijfgedrag afhangen van sponsoring van farmaceutische bedrijven, onthulde ik vorige week. Vandaag: de belangrijkste reacties op (en Kamervragen over) deze belangenverstrengeling.
Gespecialiseerde kinderartsen schrijven onnodig dure medicijnen voor in ruil voor sponsoring van farmaceutische bedrijven en belemmeren daarmee concurrentie onder geneesmiddelenfabrikanten. Met het verworven geld doen dokters onderzoek, nemen ze gespecialiseerde verpleegkundigen aan of financieren ze promotieplaatsen.
Dat is in een notendop waar ik na maanden onderzoek in de wondere wereld van het groeihormoon somatropine achter kwam. Naar schatting kostte deze belangenverstrengeling zo’n tien tot vijftien miljoen euro per jaar, betaald van zorgpremies.
Twee partijen hebben al Kamervragen gesteld naar aanleiding van mijn publicatie. Daarnaast heb ik een aantal betrokken partijen om reactie gevraagd. Een update:
De artsen: sponsoring staat op de agenda, alleen binnenskamers
Te beginnen met de artsen zelf, die op voorhand al niet in de rij stonden om in gesprek te gaan. Nadien nog minder. Via via kreeg ik namelijk een e-mail onder ogen die onder de beroepsgroep, de kinderarts-endocrinologen, is verspreid.
‘De publicatie van dit artikel in De Correspondent kan leiden tot meer vragen vanuit de journalistiek aan leden van de sectie Endocrinologie bij Kinderen,’ schrijven Joost Rotteveel en Theo Sas, allebei prominente kinderartsen, die het in de e-mail ‘essentieel’ noemen ‘dat deze discussie in de beroepsgroep zelf plaatsvindt.’ Naar de buitenwereld is het zaak dat er ‘met één stem over wordt gesproken.’ Hun advies aan collega-specialisten is alle kritische vragenstellers door te verwijzen naar Rotteveel.
Hoewel in het artikel ‘zaken met elkaar verward lijken te worden,’ dient ‘iedere arts zich uiteraard af te vragen hoe sponsoring het eigen voorschrijfgedrag beïnvloedt,’ schrijven Rotteveel en Sas. Sinds een halfjaar zou het thema ‘sponsoring van fellows, onderwijs en onderzoeken door de farmaceuten’ om die reden ook al op de agenda van de beroepsgroep zijn gezet.
Politiek vraagt opheldering over belangenverstrengeling
Twee politieke partijen hebben individueel naar aanleiding van het stuk Kamervragen gesteld. Vera Bergkamp (D66), Pia Dijkstra (D66) en ook Henk Nijboer (PvdA) willen graag een reactie van demissionair minister Edith Schippers (Volksgezondheid, VVD).
Saillant is dat de PvdA al in 2012 vragen stelde over hoe de hoofdrolspeler in mijn verhaal van vorige week, Stichting Kind en Groei, gefinancierd werd. En of deze waakhond niet te veel met de industrie verweven was. Nijboer wil nu graag weten hoe het kan dat de directeur zoveel verschillende petten tegelijkertijd draagt, waaronder die van voorschrijver, bijzonder hoogleraar en inkoper van medicijnen.
De inspectie en het ministerie wachten af, onderzoeksinstituut is fel
De Inspectie van de Gezondheidszorg (IGZ) laat weten het antwoord van de minister op de Kamervragen af te wachten. Voormalig hoofdinspecteur Wim Schellekens laat desgevraagd weten dat mijn bevindingen zijns inziens ‘alle reden zouden zijn’ om namens de Inspectie een onderzoek te openen. ‘Ik denk dat de IGZ deze belangenverstrengeling niet zou mogen negeren. Deze beïnvloedt wel degelijk potentieel de kwaliteit van zorg, inclusief de doelmatigheid van zorg.’
De Autoriteit Consument & Markt (ACM) stelt geen uitspraken te kunnen doen over individuele gevallen, maar zegt dat de farma-industrie sinds 2015 de nadrukkelijke belangstelling geniet van de toezichthouder. ‘In algemene zin is het onwenselijk als gebruik van goedkopere alternatieven voor bepaalde geneesmiddelen niet goed van de grond komt. Soms is dat een mededingingszaak, soms zijn er ook situaties die niet met de mededingingsregel aangepakt kunnen worden.’
Het Instituut voor Verantwoord Medicijngebruik (IVM), een onafhankelijke instantie die het voorschrijfgedrag van artsen kritisch volgt, zegt zich zorgen te maken over de ontwikkelingen in de wereld van de groeihormonen.
‘Deze casus illustreert hoe de komst van biosimilars op de markt gefrustreerd kan worden door perverse marktprikkels, en zelfs door ogenschijnlijk eigenbelang,’ aldus directeur Ruud Coolen van Brakel. ‘Het is bijna gênant hoe op dit terrein gestrooid is met tientallen miljoenen euro’s per jaar vanwege een ondoorzichtig inkoopbeleid.’
‘Ik denk dat de IGZ deze belangenverstrengeling niet zou mogen negeren. Deze beïnvloedt potentieel de kwaliteit van zorg
Coolen van Brakel heeft moeite met de manier waarop de overheid de belangrijkste toezichthouder in de groeihormoonmarkt heeft doorgelicht: ‘Wanneer je zoveel macht neerlegt bij een enkele partij zoals de Stichting Kind & Groei, moet je er 100 procent zeker van zijn dat die partij ook zuiver en neutraal opereert. Als de directeur daarvan zowel qua salaris als qua titel afhankelijk is van de manier waarop de markt verdeeld wordt, dan mag je daar grote vraagtekens bij zetten.’
Hij vreest dat bij andere dure medicijnen op een vergelijkbare manier concurrentie tussen verschillende aanbieders in de kiem kan worden gesmoord.
Het ministerie van Volksgezondheid is ook gevraagd om te reageren, want het bekende credo van het medicijnbeleid van het ministerie is ‘goedkoop wanneer het kan, duur als het moet.’ Het ministerie laat net als de Inspectie weten eerst de beantwoording van de Kamervragen af te wachten.
De raad van bestuur Erasmus-ziekenhuis: altijd kritisch op farma, nu stil
De bestuursvoorzitter van het Erasmus Medisch Centrum, Ernst Kuipers, is ook gevraagd om commentaar. Kuipers is namelijk uitgesproken kritisch op geneesmiddelenfabrikanten en hun hoge prijzen en zegt daar ook wat aan te doen.
Zo stelde hij in NRC dat belangenverstrengeling van medisch specialisten in zijn ziekenhuis ondervangen wordt door de artsen buiten de onderhandelingen met fabrikanten te laten. Die onderhouden immers nauwe banden met de industrie en kunnen dus niet zomaar flinke kortingen bedingen. Een apotheker die die belangen niet heeft ‘kan veel vrijer over de prijs onderhandelen,’ zei hij.
Daarom was ik benieuwd naar zijn mening over de offerte-aanvraag die zijn ziekenhuis de wereld in stuurde, waarin de inkoop van groeihormoon expliciet wordt gekoppeld aan wat bedrijven nog meer bereid zijn te betalen op het gebied van wetenschappelijk onderzoek. En waar de bijzonder hoogleraar uit mijn artikel bij betrokken was.
Een woordvoerder liet weten dat Kuipers mijn verzoek tot wederhoor grondig zou doorlezen, maar daaropvolgend commentaar bleef helaas uit.
Zorgverzekeraars: belangen arts mogen prijzen niet onnodig hoog houden
Zorgverzekeraars Nederland laat weten: ‘Medisch specialisten moeten zich onafhankelijk opstellen en zich richten op de beste behandeling voor de patiënt. De afhankelijkheid van onderzoeksgelden van de farmaceutische industrie mag hier geen rol in spelen.’
De woordvoerder vervolgt: ‘Er mogen geen ongewenste effecten voor patiënten ontstaan. Daarnaast leidt het onnodig voorschrijven van dure medicijnen tot oplopende zorgkosten, terwijl er goede, betaalbare alternatieven zijn.’