Drie dingen om te (her)waarderen – zoals je lever, of de teek – en waarom dat blij maakt
Onze uitgever Ernst-Jan Pfauth is graag de beste versie van zichzelf. Daar wijdde hij een hele reeks Correspondentartikelen aan. Die gingen aanvankelijk langs me heen.
Totdat Ernst-Jan laatst in een vergadering vertelde over wat hij nu schrijft: een samenvatting van maanden zelfverbeteringsstudie. Tot mijn verbazing wordt het vooral een invuloefening (voor de lezer).
Wat vul je dan in? ‘Dagelijks drie dingen waar je dankbaar voor bent.’
Serieus, Ernst? ‘Ja.’
Waarom?
Nu, toen de uitgever eenmaal z’n concentratie verbeterd had, mails sneller verwerkte, zinnige routines doorliep, minder verslaafd was aan zijn smartphone en nadacht als Elon Musk, klopte er nog steeds iets niet. Ernst ervoer chagrijn en tijdgebrek.
Het boek The Road to Character (2015) kwam voorbij. Auteur David Brooks vraagt daarin welk document belangrijker voor je is: je cv of je necrologie?
‘Kies je voor professionele waarden die voor aanzien zorgen in het bedrijfsleven, zoals productiviteit? Of ga je voor deugden die mensen prijzen als je er niet meer bent, zoals bescheidenheid, empathie en vriendelijkheid?’
De chronisch ontevreden zelfverbeteringsmachine
Ernst-Jan zag dat hij vooral had ingezet op cv-waardes. Nu was hij de vleesgeworden efficiëntie, maar ook een chronisch ontevreden zelfverbeteringsmachine.
Misschien was het heilzamer te investeren in die necrologiedeugden. Zoals integriteit, zelfkennis en compassie.
En dat is waar het structureel neerpennen van dingen waar je dankbaar voor bent aan bijdraagt. Blijkt uit allerlei onderzoek. Ernst-Jan: ‘Dankbaarheid helpt je af te kicken van die wens naar altijd meer, en je te richten op anderen en wat je al hebt.’
Interessant. Want wat is inderdaad zelfverbetering? Welke waardes wil je daarin inderdaad leidend laten zijn? Als ik kijk naar waar ik momenteel veel over schrijf – de mensverbeteringsprojecten van de biotechnologie – bevorderen die dan vooral cv- of necrologiemerites?
Rechtsfilosoof Britta van Beers vertelde me laatst over een incident van een jaar terug. De grootste spermabank in Groot-Brittannië bleek expliciet donoren met ‘ziektes’ als dyslexie, add of adhd te weren. Dat soort aandoeningen kun je kinderen immers niet aandoen. Dan zijn ze later niet competitief genoeg.
Iedereen boos op de spermabank. Maar een psycholoog merkte op: ‘De eugenetische implicaties mogen zorgwekkend zijn, aan de andere kant kun je een zaak die Dolce & Gabbana verkoopt moeilijk dwingen om óók het Hemahuismerk aan te bieden, als de clientèle dat gewoonweg niet afneemt.’
Kortom: of we biotechnologie gaan inzetten ter bevordering van het welbevinden van iedereen, of niet, lijkt minstens evenveel af te hangen van onze wensen ermee, als van de sector zelf.
Nog wat dingen om dankbaar voor te zijn
Dus leef vanaf vandaag in de geest van Ernst en koop een Hemahuismerkschrift voor je zegeningen. En dan?
Ernst-Jan: ‘Bedenk: wie zou je niet kunnen missen? Wie heeft je onlangs geholpen? Wat verraste je in positieve zin? Waar heb je voor het laatst om gelachen? Waar zou je dankbaar voor kunnen zijn waar je normaal niet dankbaar voor bent?’
Ik heb dit. Kosmos, dank voor:
- Mijn lever. Wat een totaal bizar orgaan. Wetenschappers geven toe dat het nauwelijks nog mogelijk is, maar hoe beter ze kijken, hoe langer de lijst taken en talenten van die lever wordt. Hij verwerkt voedsel tot bouwstenen, neutraliseert schadelijke stoffen die we incidenteel of opzettelijk tot ons nemen, controleert de bloedchemie en zo nog driehonderd dingen. Waarbij de lever elke dag tot 40 procent krimpt en weer aangroeit, ter zelfherstel. Niet raar dus dat The New York Times het tijd vond voor een fonkelende ode.
- De teek. In Amerika is een teek in opmars die mensen allergisch maakt voor rood vlees. Klinkt als een geslaagd sciencefictionscript, waarin een veganistische biohacker teken genetisch manipuleert om mensen letterlijk te doen kokhalzen van wensartikelen die planeetverwoestend zijn. Alleen, de teken doen het zelf al. Hoe zit dat?
- Het koolwitje. Ik heb sinds jaar en dag een gekke vriendin, Ine Poppe, met een totale tandenobsessie. Favoriet verhaal: over de vagina dentata, de vagina met tanden, die mannen eerst lokt en vervolgens opeet of castreert. Ik dacht altijd dat dat een mythe was. Maar ze bestaat! In witte vlindertjes! (Ook al kauwen die vagina’s vooral op het taaie ejaculaat van manvlinders, dat tot 13 procent van het totale vlindergewicht weegt.) Weer zoiets waar Ed Yong dan mee komt.
Nu jullie weer. Prettig weekend!