Ha Wilfred,

We moeten het over Emmanuel Macron hebben. Want het blijft ongekend wat hij heeft neergezet. Eerst dat presidentschap en nu dus die absolute meerderheid in het parlement. Hij blijft verbazen.

Ook mij. Toen Macron vorig jaar zijn beweging En Marche! lanceerde, gaf ik geen cent voor zijn kandidatuur. Een eind-dertiger, amper bekend bij het grote publiek, zonder partijapparaat die president van Frankrijk wilde worden? Vergeet het maar.

Inmiddels weten we hoe dat afgelopen is.

Ik denk dat ik onderschatte hoe immens de afkeer van dat establishment was

Macron zag vroeg dat het politieke landschap zich herschikte. Het ging niet langer tussen links en rechts, het ging tussen progressieven en conservatieven, tussen ‘hen die zich naar buiten richten en hen die naar binnen zijn gekeerd.’

Toch was het aantal Fransen dat uiteindelijk op hem stemde, betrekkelijk gering. En bij de parlementsverkiezingen van afgelopen zondag was de opkomst historisch laag. Maar duidelijk werd dat de Fransen iets nieuws wilden, met een politiek establishment dat alle geloofwaardigheid verspeeld had.

Natuurlijk, ook Jean-Luc Mélenchon van het linkse La France insoumise en Marine Le Pen van het nationalistische Front National zagen dat er behoefte was aan iets anders. Maar uiteindelijk zou de revolutie niet vanaf de flanken, maar vanuit het centrum komen.

Want van een revolutie is echt sprake. Zeker na de parlementsverkiezingen van zondag.

De overwinning tijdens de presidentsverkiezing van 7 mei kon je nog wijten aan het falen van François Fillon, De parlementsverkiezingen in juni? Geen schijn van kans, dachten velen toen. Geschrokken van het eerste succes van Macron zou de Franse kiezer op zijn schreden terugkeren

Zelf was ik ook sceptisch. Lange tijd dacht ik dat het politieke establishment na de verloren presidentsverkiezingen in juni wel weer zou opkrabbelen. Ik denk dat ik onderschatte hoe immens de afkeer van dat establishment was.

Want zo ging het. Decennia liep de Franse onvrede op: over statusverlies in de wereld, over het onvermogen van de leiders om Frankrijk in de globalisering te positioneren, over de groeiende kloof tussen degenen die werden beschermd door het systeem en degenen die er buiten vielen.

Ondertussen hield het establishment de schone schijn op. Op gezette tijden spraken politici, links en rechts, over de noodzaak tot ‘hervormingen,’ zonder die daadwerkelijk door te voeren. In dat opzicht was de affaire-Fillon al een veeg teken. In het oude Frankrijk zou hij ermee wegkomen, nu niet meer.

Wat ook bijdroeg aan het succes van afgelopen zondag: Macrons optreden als president. Hij manifesteerde zich direct als iemand die zijn mannetje stond. Denk maar aan de ferme handdruk met Donald Trump of de vermanende woorden aan de zijde van Vladimir Poetin over nepnieuws en de heksenjacht op homo’s in Tsjetsjenië.

Een mooie metafoor kwam van de journalist François Bazin: Macron had zich tijdens de campagne een vos getoond, eenmaal president had hij zich tot een leeuw getransformeerd.

Dat was in eerste plaats een manier om zich af te zetten tegen het presidentschap van zijn voorganger, François Hollande. Als adjunct-secretaris-generaal van het Elysée was Macron er tussen 2012 en 2014 getuige van hoe diens presidentschap geleidelijk in de soep draaide.

Indiscreties, de krampachtige wens om ‘gewoon’ te zijn en het onvermogen duidelijke lijnen uit te zetten, hadden Hollande tot een ‘acteur als ieder ander in de media-politieke sfeer gemaakt.’ Dat wilde Macron tegen iedere prijs voorkomen. Een president moest ‘betekenis’ geven en ‘perspectief’ bieden.

Het mag een nuchtere Hollander misschien bizar in de oren klinken (en een Duitser mogelijk nog sterker!), maar ik denk dat Macron voor een belangrijk deel gelijk heeft. Dat verwachten veel Fransen nu eenmaal van hun president.

‘De overheid heeft ingezet op een aantal grootstedelijke centra, het is een sterfhuisconstructie’

Je ziet het trouwens niet alleen terug in het ferme optreden van Macron, maar ook in de wijze waarop hij baas over zijn boodschap probeert te blijven. Adviseurs en ministers spreken niet voor hun beurt; gelekt wordt er nauwelijks; het Elysée bepaalt welke journalisten waartoe toegang krijgen (voor een vijftiental grote Franse media was het al aanleiding om hun zorgen uit te spreken).

Zelf kreeg ik het allemaal van de zijlijn mee. Ik was op fietstocht door wat men La France Profonde noemt, het Diepe Frankrijk. Tentje en kookgerei mee en voorwaarts! Langs de kanalen van de L’Yonne, over de dode vulkanen van de Puy de Dôme, door de weides van Cantal, de bossen van de Corrèze en de akkertjes van de Indre – zo’n 750 kilometer totaal. De politiek was hier ver weg.

Mensen die ik sprak maakten zich vooral zorgen over het afsterven van het Franse platteland. In de dorpjes waar ik doorheen kwam, stond één derde van de huizen leeg of te koop, als het niet de helft was. ‘Wat doe je eraan,’ zei een boekhandelaarster in Felletin, een pittoresk plaatsje in het departement Creuse dat dateerde uit de Romeinse tijd. ‘De overheid heeft ingezet op een aantal grootstedelijke centra, het is een sterfhuisconstructie.’ Jongeren trekken weg, daar veranderen die hippe stadse jongeren die zich op het platteland vestigen niets aan.

Als minister van Economie probeerde Macron het platteland te ontsluiten met de liberalisering van delen van het Franse openbaar vervoer. Als president is zijn eerste prioriteit de versoepeling van de verstarde Franse arbeidsmarkt. Opnieuw klinkt scepsis. Vanuit de oppositie, die stelt dat er in Frankrijk ‘geen meerderheid’ voor dergelijke hervormingen bestaat. Of van de kant van analytici, die stellen dat Macron zich zal stuklopen op ‘de straat’ (lees: massabetogingen).

Mij past een nederig zwijgen, ik heb mijn lesje na twee van zulk soort gefaalde voorspellingen wel geleerd.

Marijn, waarde vriend,

Je trekt het boetekleed aan, maar ik wil er niks van weten. Wie zag Macrons zeges wél aankomen?

Ik moest terugdenken aan Ook daarin beschreef je hoe Frankrijk je verbaasde. Na lange afwezigheid keerde je terug in Parijs en belde aan bij je nieuwe bovenburen, vanwege het irritante balletje dat zoonlief op hun vloer – en jouw plafond – liet stuiteren. Zoonlief vragen daarmee te stoppen? Niks daarvan, beet de bovenbuurman je toe. En slingerde er een Front National-leus achteraan: La France, aimez-la ou quittez-la! Frankrijk, hou ervan of hoepel op.

Dat was een schok, schreef je. Je waande je in de wijk in een linkse bubbel vol hoogopgeleide kosmopolieten. De maanden erna zou het huidige Frankrijk je blijven verbazen,

Nu hebben die kosmopolieten in je wijk gewonnen. Ik vraag me af wat dat met je bovenbuurman doet. Hoe zal hij zich voelen in het Frankrijk van Macron? Want je zat er misschien naast met je voorspellingen, je gaf in je brieven wel een scherpe diagnose van de staat van het land: het pessimisme, de diepe gespletenheid, de wijdverspreide teleurstelling in het systeem.

Na Trump zouden de populisten Oostenrijk kunnen bestormen, daarna Nederland en vervolgens de EU-kernlanden Frankrijk en Duitsland

Het wantrouwen in de gevestigde orde heeft Macron mede aan de macht geholpen. Hij is de paradoxale belichaming van hoop en wantrouwen tegelijk. Misschien zijn dat twee zijden van dezelfde medaille. Nu toont Frankrijk het gezicht van de hoop, maar de medaille kan snel omvallen. Het populisme is niet opeens verslagen omdat in Parijs een man regeert die een stevigere handdruk heeft dan Donald Trump.

En toch! Denk eens terug aan toen we begonnen met deze briefwisseling, op verzoek van De Correspondent. Het jaar 2017 was nog jong en de zorgen over de EU waren groot: het zou weleens een beslissend jaar kunnen worden. Na Trump in Amerika zouden de populisten Oostenrijk kunnen bestormen, daarna Nederland en vervolgens de EU-kernlanden Frankrijk en Duitsland.

De gevreesde verkiezingsdomino bleef uit. In Oostenrijk, Nederland noch Frankrijk wonnen de populisten. Al valt daar wel wat op af te dingen: in Nederland nam bijvoorbeeld de VVD veel van Wilders’ retoriek over. En Duitsland moet nog naar de stembus. Maar de kans is inmiddels klein dat de rechtse partij Alternative für Deutschland (AfD) groot wordt.

Eurofielen juichen, kortom, maar ik vraag me af wat de prijs zal zijn van Frans-Duitse voortvarendheid. Hoe gaan de eurofielste Franse president uit de recente geschiedenis en de nieuwe Duitse bondskanselier die in september gekozen wordt – ik voorspel niks – de eurosceptische kiezers meekrijgen?

Stel eens dat de sociaaldemocraat Martin Schulz wint. Die man ádemt EU. Maar ook met Angela Merkel komt er waarschijnlijk méér Europa, niet minder. Ze zei deze week in principe open te staan voor een gemeenschappelijk budget in de eurozone en zelfs een Europese minister van Financiën. Met Macron wil ze een plan opstellen.

Toen vorige week haar vroegere mentor Helmut Kohl overleed, een icoon van het nieuwe Europa, prees ze hem om zijn motto: een verenigd Duitsland kan alleen bestaan in een verenigd Europa.

Met Kohl, een van de architecten van de euro, vierde de Frans-Duitse samenwerking triomfen. Met Macron is er kans op een nieuwe bloeitijd. Wat zal dat met het Europa-kritische kamp doen? Het debat is sterk gepolariseerd, helemaal in Frankrijk, zoals bij de verkiezingen wel duidelijk werd. Hoe gaat Macron voor eenheid zorgen?

In Duitsland zorgde Merkel enkele weken geleden voor opzien tijdens een verkiezingsbijeenkomst in Beieren. Ze zei dat Europa het lot in eigen handen moet nemen. ‘Deels voorbij’ waren de tijden dat Europeanen zich konden verlaten op anderen – lees: de Amerikanen. Velen reageerden geschokt: sneed de bondskanselier hier het trans-Atlantische snoer door?

De Duitse politicoloog Jan Techau en Amerikaanse journalist Leon Mangasarian waren er niet bang voor. Ik sprak ze vlak na Merkels uitspraak voor een lang interview over hun net gepubliceerde boek Duitsland als leidende macht.

Merkel trapte volgens de twee een open deur in: al jarenlang trekken de Amerikanen zich geleidelijk terug uit Europa. Techau en Mangasarian beschrijven in hun boek hoe Europa steeds meer op zichzelf aangewezen is. Tegelijk wordt het omringd door politieke instabiliteit en dreigt de unie van binnenuit te desintegreren. Moedig, overtuigd Duits leiderschap was nog nooit zo nodig geweest als nu, betogen ze.

Daar beginnen de moeilijkheden.

Kan het land Europa leiden? Wíl het dat wel? Zo ja, waar wil het dan heen met Europa? Hoe wil het dat doen? Welke stijl van leiden past bij Duitsland, zonder dat het de eigen trauma’s uit de oorlog wakker kust - of die van de buren?

De Duitsers houden zich het liefst afzijdig van het wereldtumult, schrijven Techau en Mangasarian. Er is een cultuur van passiviteit. Veertig jaar lang namen de geallieerde overwinnaars de fundamentele keuzes voor het land. Pas bij de hereniging van Oost- en West-Duitsland kreeg Duitsland de soevereiniteit terug. In de jaren daarna was Bonn, later Berlijn, vooral zoet met de immense opgave om van twee landen weer één te maken.

Kan het land Europa leiden? Wíl het dat wel? Zo ja, waar wil het dan heen met Europa?

Bovendien sluimert in de Duitse psyche nog steeds het trauma van de oorlog. Dat maakt dat de Duitsers volgens Techau en Mangasarian geobsedeerd zijn om ‘moreel zuiver’ te blijven: om compromissen te voorkomen, blijven ze vaak aan de zijlijn staan. Ze vertrouwen hun eigen intenties niet.


De oorlog, we hoefden maar uit het raam te kijken om eraan herinnerd te worden. We zaten in een villa aan de Wannsee, waar Techau werkt bij een denktank voor internationale diplomatie. Vanuit zijn kantoor keek je uit op het meertje - precies in de richting van de villa aan de overkant waar in 1943 de uitroeiing van de Europese Joden werd gepland.

Het blijft de vraag: heeft Duitsland anno 2017 al genoeg zelfvertrouwen om in Europa echt het voortouw te kunnen nemen? Er is de laatste jaren wel een voorzichtige kentering te zien, zeggen Techau en Mangasarian, met name bij Merkel. Maar ook bij haar blijft er die eeuwige aarzeling. Het Duitse initiatief komt vaak laat, met zichtbare tegenzin, het gaat van crisis naar crisis, er wordt amper vooruitgedacht.

Nu kan Duitsland ook niet te ver voor de troepen uitlopen. Een dominante opstelling moet het land vermijden, schrijven Techau en Mangasarian. Zoals Merkels grensopening tijdens de ‘vluchtelingencrisis’: zulke solo-acties zijn rampzalig, ze beschadigen het toch al broze vertrouwen in Duitsland bij de buren.

Duits leiderschap is dus een extreem delicate balanceeract. De Duitsers moeten assertief zijn én nooit alleen handelen. ‘Dienend leiderschap,’ noemen Techau en Mangasarian het. Ga er maar aanstaan.

Maar goed. Zoals Duitsland zich niet opeens zal transformeren in een kloeke aanvoerder vol zelfvertrouwen, enkel en alleen omdat Merkel iets roept in een Beierse biertent, zo zal Frankrijk onder Macron niet plotseling veranderen in een lachend land vol niet-meer-werkloze optimisten.

Ben je al terug in Parijs van je epische fietstocht? Benieuwd of je dat balletje van de bovenburen nog hoort…

Hartelijke groet, Wilfred

Dit is de laatste briefwisseling over de Franse en Duitse verkiezingen. In september zullen nog analyses van de Duitse verkiezingen verschijnen.

Lees ook:

Waarom de politieke ontwikkelingen in Duitsland en Frankrijk zo hoopvol stemmen De nieuwe Franse president Emmanuel Macron ging direct bij Angela Merkel op bezoek. Dat het zo goed klikte tussen de twee, stemt hoopvol: kunnen ze Europa een nieuw élan geven? Wij mailen erover vanuit Parijs en Berlijn. Lees de analyse hier terug Frankrijk heeft onder de nieuwe president alle ingrediënten voor een revolutie in huis Als je iedereen bij elkaar optelt die in de vorige ronde van de Franse presidentsverkiezingen anti-systeem, blanco of niet heeft gestemd, kom je uit op 65 procent. Tel daar de straatprotesten en de gistende situatie in de banlieues bij op en je hebt een pre-revolutionaire situatie, ongeacht wie er zondag wint. Lees de briefwisseling hier terug