Opereren, chemisch behandelen of niet meer hardlopen - die keuze dreigt voor deze olympisch kampioene
De internationale hardloopbond wil vrouwen met abnormaal hoge testosteronspiegels uitsluiten van wedstrijden. Zulke vrouwen hebben een te groot voordeel van dat testosteron, vindt de bond op basis van deze week gepubliceerd onderzoek.
Als het aan de wereldatletiekbond IAAF ligt, staat de Zuid-Afrikaanse hardloopster en olympisch kampioene Caster Semenya (26) straks voor een bizarre keuze.
Óf ze brengt haar van nature hoge testosteronspiegel aanzienlijk omlaag - met een hormoonbehandeling of een operatie - óf ze mag niet meer meedoen aan hardloopwedstrijden.
Want, zo stelt de IAAF op basis van een zojuist gepubliceerd onderzoek, de vermoedelijk hoge testosteronspiegels van Semenya en enkele andere hyperandrogene vrouwen verschaffen hen een oneerlijk voordeel ten opzichte van atletes met normale testosteronwaarden.
De bond kan dit niet eenzijdig afkondigen - hij legt de bevindingen van het onderzoek voor aan CAS en dat sporttribunaal bepaalt, ergens later dit jaar, of de atletiekbond zijn zin krijgt of niet.
En dus of vrouwen als Semenya die bizarre keuze moeten maken.
Wat ging hieraan vooraf?
De discussie in de sport over hyperandrogene vrouwen is verre van nieuw, zoals mijn collega Lisa Peters vorig jaar al uitlegde. Gevallen doen zich niet vaak voor - slechts een op de honderd vrouwen hebben uitzonderlijk hoge testosteronniveaus.
Maar in 2009 laaide het debat op als nooit tevoren, toen Caster Semenya als debutante wereldkampioen werd op de 800 meter.
Direct na de race deden haar concurrentes hun beklag. ‘Voor mij,’ zei de Italiaanse Elisa Cusma, ‘is ze een man.’
De ergernis en machteloosheid waren te begrijpen. Semenya was zo veel sneller dan haar concurrentes, dat ze een andere sport leek te bedrijven. En dat terwijl ze volgens experts technisch nogal slordig liep.
De waarschijnlijke oorzaak van haar snelheid lekte snel uit. Semenya had geen baarmoeder en wel oningedaalde testikels, wat maakte dat ze een testosteronspiegel had die veel hoger ligt dan die van de gemiddelde atlete. Het spierversterkende effect van dat testosteron maakte haar vermoedelijk sneller dan haar concurrentes.
Voor mij is ze een man
Een heksenjacht op Semenya volgde. Wat ook volgde, in 2011: nieuw beleid van de IAAF. Semenya moest haar hoge testosteronwaarden - net als andere vrouwen met hoge waarden - terugbrengen als ze wilde deelnemen aan wedstrijden, tot onder de 10 nanomol per liter. In essentie was dat, voor de IAAF, de nieuwe scheidslijn tussen mannen en vrouwen.
Semenya voldeed aan de eis, al is niet precies bekend hoe. Haar resultaten gingen navenant achteruit - ze liep op de 800 meter niet meer 1 minuut 55, maar ruim boven de twee minuten. Dat is nog steeds snel, maar niet meer genoeg om wereld- of olympisch kampioen mee te worden.
Semenya’s carrière als hardloopster leek kortom over. Maar in 2015 veranderde dit, nadat een Indiase hardloopster met dezelfde aandoening hierover haar beklag deed bij het sporttribunaal CAS. Het CAS achtte de grootte van het voordeel van hyperandrogene vrouwen niet dusdanig groot, noch onomstotelijk aangetoond, dat het fenomeen zulke ingrijpende maatregelen - geslachtsoperatie, hormonale behandeling - vereiste.
De maatregel werd voor een periode van twee jaar geschrapt, Semenya’s tijden vlogen weer omhoog en vorig jaar werd ze olympisch kampioen in Rio de Janeiro. Semenya heeft sindsdien geen race - 400, 800, en 1500 meter - meer verloren.
Wat bewijst het nieuwe onderzoek?
Nu komt de IAAF met een nieuw onderzoek dat het voordeel voor hyperandrogene vrouwen moet aantonen. Onderzoekers namen bloedmonsters van alle deelnemers van twee recente WK’s en keken naar het verband tussen testosteronspiegels en de prestaties van deelnemers.
Vrouwen werden ingedeeld in drie groepen, met relatief hoge, normale en relatief lage waarden testosteron. Wat bleek: de vrouwen met hoge testosteronwaarden waren - op sommige disciplines - gemiddeld tussen de 2 à 5 procent beter.
Dat klinkt niet als een groot verschil, maar in de topsport is het dat wel. Op de 800 meter gaat dat om ongeveer 2 tot 5 seconden. Dat zijn verschillen tussen nationale kampioenen en olympische kampioenen - en inderdaad, zo ongeveer het verschil tussen de tijden van Semenya voor en na de IAAF-regelgeving.
De hoofdonderzoeker verwachtte dat het voordeel voor vrouwen met nog veel hogere testosteronwaarden, vrouwen zoals Semenya, nog veel groter is.
Betekent dit nu dat Semenya zich moet laten behandelen?
Ross Tucker, een Zuid-Afrikaanse sportwetenschapper die de casus al jaren op de voet volgt, vermoedt dat de IAAF haar zin niet gaat krijgen. Want ook al lijdt het weinig twijfel dat hoge testosteronwaarden een competitief voordeel zijn, dan nog is het de vraag of het CAS dit voordeel groot genoeg acht om de ingrijpende eisen aan hyperandrogene vrouwen weer in te stellen.
Tucker vindt de gevonden verschillen in prestatie groot genoeg om van belang te zijn
Een probleem, vanuit het perspectief van de IAAF, is dat het CAS vermoedelijk die 2 tot 5 procent niet genoeg vindt - uit de uitspraak van het CAS uit 2015 valt af te leiden dat het tribunaal een groter effect van testosteron wil zien. Een ander probleem van de onderzoeksresultaten is dat die verschillen in prestaties niet in alle disciplines te zien waren.
Wel op de 400 meter en 800 meter - de disciplines van Semenya - maar niet op allerlei andere nummers, zoals de 100 en 200 meter, waar je ook voordeel zou verwachten. (Een mogelijke verklaring: in sprintnummers komt het naast kracht ook aan op technische details, wat in een langere race minder van belang is.)
Om deze twee redenen vermoedt Tucker dat het CAS niet meegaat in de argumentatie van het IAAF. Niet dat hij het daarmee eens is - hij vindt de gevonden verschillen in prestatie groot genoeg om van belang te zijn. Schrijver en hardloper Malcolm Gladwell denkt er net zo over; bio-ethicus Katrina Karkazis biedt een ander perspectief.
Hoe groot is het probleem?
Stel dat het CAS het bewijs van de IAAF verwerpt en Semenya puur natuur mag blijven sporten. Hoe groot is dan het probleem?
Hyperandrogene vrouwen zijn weliswaar bovenmatig actief in de sport, maar het zijn nog steeds maar een handvol atleten - negen van de 1.332 vrouwen in het onderzoek van de IAAF. Er is geen verdenking dat die vrouwen binnen hun expertises domineren.
Niettemin lijkt het aannemelijk dat die handvol atleten een groot voordeel heeft ten opzichte van atleten met normale hormoonniveaus - atleten die hun leven jarenlang in het teken stellen van een race, maar nu kansloos zijn wegens het waarschijnlijke voordeel van hyperandrogene vrouwen.
De IAAF presenteert eind deze maand het onderzoek, en ander bewijs, aan het CAS. In de tussentijd zijn de blogposts van Tucker zeer aanbevelenswaardig, voor meer detail over het gecompliceerde onderwerp. Eind van de zomer wil ik er zelf dieper op ingaan.