Het Nederlandse mannenvoetbal maakt kennis met iets nieuws: een vrouw als trainer
Volgend seizoen traint Marlou Peeters - als een van de eerste vrouwen in Nederland - een jongensteam van een betaald voetbalclub.
Een van de redenen dat er zo weinig coachende vrouwen zijn in de sport, is dat er zo weinig coachende vrouwen zijn in de sport.
Het is oorzaak en gevolg ineen: mannen, van jongs af aan gewend om mannen mannen te zien coachen, stellen mannen aan om mannen te coachen.
Vrouwen coachten wel regelmatig vrouwen - totdat de vrouwensport populairder en lucratiever werd. Toen besloten de mannen (die eerder vrouwen de baan gaven) dat mannen toch geschikter waren om vrouwen te coachen.
Inmiddels, schreef de Amerikaanse site SB Nation recent over voetbal, is het een culturele verwachting dat een coach in het voetbal een man is.
Het is een wetmatigheid - totdat iemand die doorbreekt. En dat is precies wat Vitesse vorige week deed – de club stelde een vrouw aan, als een van de eersten in Nederland, als coach van een van de jongensteams.
Komend seizoen zullen honderden spelertjes, hun ouders, en de coaches van de tegenpartijen een vrij nieuw beeld zien: een jonge vrouw als coach van de getalenteerdste jonge spelers van Nederland.
Het doel: fulltime met voetbal bezig zijn
Dát ze de eerste vrouw is in het Nederlandse mannenvoetbal - op Sarina Wiegmans invalbeurt bij Sparta vorig seizoen na - wist Peeters (26) niet.
Ze maakt zich sterk voor meisjes- en vrouwenvoetbal, maar ze is geen emancipatiestrijdster. Ze strijdt voor het beter maken van voetballers.
‘Mensen,’ zegt ze, ‘houden zich soms wat te veel bezig met gender. De kansen komen wel, je moet ze pakken.’
Ze dacht als speelster - bij het Brabantse VV Dongen, bij Willem II, bij PSV - al als coach. Het coachen was voor haar, niet de snelste middenvelder, iets natuurlijks. ‘Om mee te kunnen, moest ik nadenken over het spel.’
Ze zag het - ondanks de magere vooruitzichten voor vrouwen - als een potentieel vak. Als speelster van PSV en het Nederlands elftal koos ze ondanks een havodiploma bewust voor een mbo-opleiding. Dat zou haar meer tijd geven voor het halen van haar trainersdiploma’s en het geven van zo veel mogelijk trainingen, naast haar carrière als speler.
Het bleek in 2015 een gelukkige keuze. Toen ze voor de zoveelste keer zwaar geblesseerd raakte aan haar knie en niet meer zonder veel pijn kon spelen, besloot ze te stoppen met voetballen. Om fulltime met het voetbal bezig te blijven - ‘en dat wilde ik heel, heel graag’ - moest ze ergens trainer worden.
Ze had al een parttimebaan bij de KNVB als coach van talentvolle jonge speelsters. In de zomer van 2015 kwam daar een opvallende baan bij: trainer van het eerste mannenelftal van Zwaluw VFC uit Vught, een serieuze amateurclub.
De vooruitgang: Een gedachte achter elke training
In de zomer van 2015 vroeg een bestuurslid van Zwaluw haar om het tweede elftal te trainen. Al snel begon die ploeg te groeien, onder leiding van Peeters en assistente Edith Martens.
Zo goed als het tweede draaide, zo matig ging het met het eerste elftal van Zwaluw. De derdeklasser leek te gaan degraderen. Toen het bestuur de spelers vroeg wat er nodig was om het tij te keren, was het antwoord unaniem: een nieuwe trainer.
Opeens wisten we wat het was om echte training te krijgen
En de spelers wisten ook wel wat voor trainer. ‘Een type-Marlou,’ vertelt middenvelder Kevin Venrooij. Peeters had immers al enkele trainingen van het eerste geleid, als invaller, en dat was de spelers bijgebleven. Het bestuur kende maar een type-Marlou: Marlou.
En dus stapte Peeters tijdens het seizoen van het tweede over naar het eerste. Het resultaat leek een sprookje: vrijwel direct krabbelde het elftal op, vermeed het degradatie, haalde het zelfs een periodetitel, wat betekende dat het in de nacompetitie nog meedeed voor promotie ook.
Venrooij: ‘Opeens wisten we wat het was om echte training te krijgen. Onze eerdere trainers, die deden eigenlijk maar wat. Het waren oefeningen zonder idee. We bleven fit, maar we leerden niks. Bij Marlou wel. Achter elke oefening zat een gedachte.’
Wat hij dan leerde? ‘Opendraaien. Niet de bal eerst twee of drie tikjes geven, en beginnen te dribbelen, zoals ik altijd deed. Maar aannemen, opendraaien naar voren, kijken, en dan een keuze maken.’
De tegenslag: Opeens speelde haar vrouw-zijn een rol
Het tweede seizoen verliep niettemin slecht - de reden blijft onduidelijk. Toen het goed ging, had niemand het over haar geslacht. Toen het minder ging, leek haar vrouw-zijn opeens een nadeel.
De bestuursleden die haar hadden aangesteld, waren weg. De nieuwe mensen vonden het maar vreemd, een vrouw aan de rand van het veld. Zeker toen het tegenzat.
Bestuursleden stonden tijdens wedstrijden achter haar en gingen hardop uitleggen wat ze moest doen. Peeters: ‘Ik denk niet dat ze dat met een man hadden gedaan.’
Ook spelers van de tegenpartij moesten wennen aan een vrouw aan de zijlijn. Venrooij: ‘Als Marlou de scheids riep dat ze wilde wisselen, dan riep een tegenstander: ‘Hee jongen, je moeder roept je’.’
Het vrat aan de steun die ze onder de spelers had, en dat leidde weer tot mindere resultaten. In maart van dit jaar werd ze ontslagen. ‘Terecht of niet, trainers worden ontslagen,’ zegt Peeters nu. ‘Dat heb ik dan ook maar weer meegemaakt.’
De nieuwe baan: Een geweldige trainer die toevallig een vrouw is
Zo had ze onbedoeld tijd voor een nieuwe baan - naast haar parttime werk als coach van het vrouwenelftal van Sporting ‘70 uit Utrecht, en als ondersteuner van vrouwenvoetbalafdelingen van Utrechtse amateurclubs, bij Vereniging Sport Utrecht.
En toen kwam het telefoontje van Edwin Petersen, het hoofd van Vitesses jeugdopleiding, precies goed uit. Of ze wilde solliciteren voor de functie van tweede trainer van de Onder 11?
Marlou gaat zoiets niet uit de weg
Petersen was tussen 2007 en 2009 haar coach bij Willem II, wist van haar werk als talentontwikkelaar bij de KNVB en had gehoord van haar tijd bij de mannen van Zwaluw.
‘Een jonge vrouw die een elftal oudere jongens en mannen gaat trainen...,’ zegt Petersen. ‘Laat ik het zo zeggen: je kunt het jezelf een stuk makkelijker maken. Maar Marlou gaat zoiets niet uit de weg.’
Hoe uitzonderlijk de keuze voor Peeters ook is, haar vrouw-zijn was geen punt van discussie bij Vitesse, zegt Petersen. ‘Ze lijkt ons een geweldige trainer voor onze Onder 11. Ze heeft lef, is communicatief sterk en kan spelers erg goed enthousiasmeren. Dus dan maakt het niet uit of ze man is of vrouw.’
De ontwikkeling: De eerste in een groeiende rij vrouwelijke coaches
Als haar aanstelling helpt om meer vrouwelijke coaches aan het werk te krijgen, dan vindt ze dat mooi. Het talent is er, zegt ze.
Neem haar ex-ploeggenoot Danielle van de Donk, middenvelder van Arsenal en het Nederlands elftal, deed net als Peeters een mbo-opleiding, zodat ze haar trainersdiploma’s ook kon halen.
Er zijn er meer - de KNVB kan het niet precies zeggen, maar zegt dat zich elk jaar meer (jonge) vrouwen aanmelden bij de trainerscursussen.
Vrouwen zijn als trainer niet beter of slechter dan mannen, zegt Peeters, maar misschien wel gemotiveerder. Peeters: ‘We doen het er dus niet zomaar een beetje bij, maar we gaan er echt voor.’
De focus: Een passie voor talentontwikkeling
Bij Vitesse zal ze zich inzetten voor een op te richten meisjesafdeling. Maar liever dan over de emancipatie van vrouwen in het voetbal, heeft ze het over coaching.
Ze praat bijvoorbeeld enthousiast (en snel) over de werkwijze bij Vitesse - de club speelt intern zonder ranglijst, om te voorkomen dat coaches te veel op resultaat gaan spelen, en te weinig letten op de spelers die zich pas later ontwikkelen. ‘Precies wat ik denk dat nodig is.’
Ook heeft ze grote interesse in scouting - het terrein waar het Nederlandse voetbal volgens haar het meeste kan winnen. ‘Te veel kinderen,’ zegt ze, ‘worden te vroeg gebrandmerkt als ‘goed’ of ‘niet goed.’ Ze worden afgeschreven of opgehemeld, terwijl nauwelijks goed te voorspellen is hoe kinderen zich ontwikkelen.
‘Spelers die zich later ontwikkelen, raken uit het zicht, haken daardoor af. Er zijn ook spelers die als talent worden gezien, maar dat eigenlijk niet zijn, en daardoor opgezadeld worden met verwachtingen die ze niet kunnen waarmaken.’
Spelers kansen geven, spelers beter maken, spelers bewust maken dat ze meer kunnen dan ze denken dat ze kunnen, dat is zo bevredigend, zegt ze.
‘Laatst liet ik een talentvol meisje van onze Onder 12/Onder 13-groep bij de KNVB in een ouder elftal meedoen. Ze is fysiek nog helemaal niet zo ver, maar ze heeft zo veel talent. Ze keek er een beetje tegenop, tegen het spelen tegen zulke grote meiden. Maar eenmaal op het veld hoorde ze bij de besten.
‘En toen ze van het veld afstapte, die blik van haar, dat was zo fantastisch.’
Correctie 14-07-2017: ik was in de veronderstelling dat Peeters daadwerkelijk de eerste vrouw als trainer van jongens of mannen van een profclub was. Dit is niet juist - eerder was Edith Martens trainer bij Brabant United, de gezamenlijke jeugdopleiding van FC Den Bosch en RKC Waalwijk. Ook was Anne Garretsen afgelopen seizoen trainer van de Onder 12 van De Graafschap.