Rico & Sticks: ‘Als je nu 13 bent, is een plaat van Boef gewoon veel aansprekender’

Thomas Heerma van Voss
Schrijver & journalist gespecialiseerd in hiphop
Foto: Stacii Samidin (voor De Correspondent)

Rico & Sticks behoren tot de invloedrijkste en creatiefste rappers van Nederland. Volgende week verschijnt na lange tijd een nieuw album: IZM. Hoe blijven de twee zichzelf in een totaal veranderde hiphopwereld? ‘Het is toch een beetje ouwelullenmuziek.’

‘Nederlandse hiphop is tegenwoordig gewoon overal,’ zegt Sticks tegen het einde van ons gesprek. ‘Dat was toen wij vijftien jaar geleden begonnen echt heel anders. Sterker nog, tot vijf jaar geleden was het ondenkbaar dat zo veel Nederlandse rappers commercieel succes zouden hebben.’

Rico valt hem bij: ‘Ik volg het van een afstandje, maar als je nagaat hoe vaak artiesten als of tegenwoordig worden gestreamd: dat zijn duizelingwekkende aantallen, veel meer dan wij ooit hebben gehad.’

Hoe gedraag je je als rapper, in een genre waarin jonge artiesten de dienst uitmaken, wanneer je ouder wordt? Haak je aan bij nieuwe trends of blijf je je eigen plan trekken in de wetenschap dat jongeren daar minder of zelfs niet naar zullen luisteren?

Rico & Sticks stonden aan de basis van de Nederlandse hiphop

Het is onderwerp dat in het gesprek met Rico en Sticks meerdere keren ter sprake komt. Want ja, zij gaan al een tijd mee. Sterker nog, wie spreekt over de geschiedenis van Nederlandse hiphop, kan niet om ze heen.

Dat begon met Opgezwolle: het trio dat in 2001 debuteerde en van Zwolle, met ook bevriende artiesten als Typhoon, tijdelijk de hiphophoofdstad van Nederland maakte. Niet door grote hits te scoren, maar door geen enkele handreiking te doen naar het grote publiek.

Producer Delic zorgde voor de vaak duistere, vernieuwende en ongelikte muzikale omlijsting, waarbij hij graag gebruikmaakte van instrumenten en tonen die gewoonlijk niet in hiphop voorkwamen. Rico (Ricardo McDougal) en Sticks (Junte Uiterwijk) bleven op ieder Opgezwolle-project in essentie dezelfde associatieve, branieschoppende, uiterst soepele rappers met teksten vol taalvondsten en met een unieke onderlinge chemie.

Youtube plaatst cookies bij het bekijken van deze video Bekijk video op Youtube
Bekijk hier de clip van ‘Eigen Wereld.’

Het leverde drie albums op, waarvan slotstuk Eigen Wereld (2006) voor velen nog steeds als het beste wat de Nederlandse rap heeft voortgebracht geldt. In 2007 stopte producer Delic rigoureus met de groep en ging op wereldreis, waarna hij zichzelf omdoopte tot schilder. Rico & Sticks begonnen aan nogal uiteenlopende solocarrières: Sticks hield in grote lijnen vast aan zijn ongedwongen manier van rappen en zijn voorkeur voor rauwe hiphop, met succesvolle projecten als tot gevolg, Rico maakte uitstapjes naar experimentele, elektronische rap (zijn album DMT) en naar reggae (zijn album Irie).

Hoewel de meeste projecten goed ontvangen werden, bleef voor menigeen het Opgezwollewerk het best. Wellicht wakkerde dat bij beiden het verlangen aan om na jaren van pauze weer eens samen te gaan optreden en oud materiaal ten gehore te brengen, al zeggen ze zelf dat populariteitsafwegingen niet meespeelden. ‘De timing klopte nu gewoon. We waren allebei klaar met een eigen project gingen weer twee shows doen. Voor we het wisten waren we weer echt bezig.’

In 2015 werd de Rico & Stickstour georganiseerd (zonder Delic, ondanks de ondertitel Opgezwolle Tot Nu), met als apotheose een uitverkochte show in de Heineken Music Hall en een vijftien cd’s tellende verzamelbox ter ere van het vijftienjarige jubileum van Rico & Sticks als rappende partners. Misschien viel aan deze tour overigens wel echt te zien wat voor indruk Sticks & Rico hadden gemaakt op het Nederlandse hiphoppubliek: bijna tien jaar na dato waren alle concerten uitverkocht, ieder nummer werd luidkeels meegerapt, het publieke enthousiasme leek eerder gegroeid dan verminderd.

Bij die tour bleef het niet voor Rico & Sticks, blijkt nu. In het kielzog van deze projecten begonnen de twee ook samen weer nieuwe muziek te maken, voor het eerst in bijna tien jaar intensief - alsof ze de afgelopen periode officieel moesten afsluiten voor ze verder konden. Volgende week vrijdag verschijnt het nieuwe album van de twee: IZM.

Nog altijd zonder Delic, maar geproduceerd door Kubus, nog zo’n vermaarde Zwolse producer met wie Sticks en Rico al vaker samenwerkten en populaire singles maakten als ‘Strik je veter’ (2004). ‘Die tour heeft de banden weer aangehaald,’ zegt Sticks. ‘Tussen Rico en mij, maar ook tussen alle gastrappers die we weer wekelijks zagen bij de shows. En met Kubus natuurlijk.’

Youtube plaatst cookies bij het bekijken van deze video Bekijk video op Youtube
Bekijk hier de clip van ‘Strik je Veter.’

Rico & Sticks vonden weer de magie

‘Zo wekelijks samenkomen, bracht de onderlinge gesprekken weer op gang. We zijn de studio ingedoken om te kijken of we het nog konden,’ gaat hij verder. ‘Of de onderlinge magie er nog was. Het was echt heel lang geleden dat we met Kubus hadden gewerkt. Maar dat ging heel goed. Het is allemaal gebaseerd op vibes, zo’n samenwerking, dus we zijn ermee doorgegaan.’

Het is allemaal gebaseerd op vibes, zo’n samenwerking, dus we zijn ermee doorgegaan

Rico: ‘We hebben geen ingewikkelde gesprekken gevoerd of schema’s gemaakt, dat hebben we onze hele loopbaan nooit gedaan. Dat is juist onze charme: het spontane.’

Sticks: ‘Laat ik eerlijk zijn, wij zijn ook niet de types die na een show in de Ziggo of een goed lopende tour zeggen: nu zijn we populair en moeten we een munt slaan uit de situatie. Zo hebben wij nooit gewerkt. Daarom hebben we jaren ook heel andere dingen gedaan.’

Rico & Sticks zijn niet hoorbaar ouder geworden

We zitten in de Starbucks tegenover station Zwolle. Sticks, de spraakzaamste van de twee, wilde hier afspreken omdat zijn nieuwe woning vlakbij is en de nieuwe badkuip vandaag geleverd wordt. Tegen het einde van het interview zegt hij: ‘Ik moet straks ook nog weg, tegels halen voor in de badkamer. Tsja, het hoort er allemaal bij tegenwoordig.’

Wie naar hun nieuwe muziek luistert, zou bijna vergeten dat Rico & Sticks - die elkaar onderhand meer dan de helft van hun leven kennen - zelf ook ouder zijn geworden, met beide een gezin om te onderhouden. Veel van hun collega’s van vroeger (JAWAT!, Salah Edin, Kiddo Cee, om er een paar te noemen) brengen niets meer uit of zijn gestopt met muziek maken. Ook Rico & Sticks worden, totaal anders dan vroeger, amper meer beluisterd op middelbare scholen of op tienerfeesten.

Toch heeft dat geen hoorbare vat op ze gekregen. Op IZM rappen de twee, ondersteund door de snerpende bassen en vitale elektronica van Kubus, net zo speels en levendig als voorheen: geleid door associaties bedienen ze zich van de gebruikelijk woordspelerij (Rico: ‘Ad Visser, wat isser / Heb meer dan enough hot shit in de kast liggen / Wij zijn Ri & Sticks, jullie zijn New York Nicks / Nieuws onder de zon, ik hoor Amerikaantjes / ik hoor alleen maar Amerikaanse praatjes’).

Een andere keer kloppen ze zichzelf als vanouds op de borst (Sticks: "Iedereen is in verwarring, nou en, ik kom gewoon weer rappen dat ik lauw ben"), hebben ze het over hiphop in de jaren negentig, over het neppe Jamaicaanse accent van Drake, over van alles en niets, en dan soms tussendoor is er ineens een persoonlijke flard die een inkijkje geeft in hun recente leven.

Foto: Stacii Samidin (voor De Correspondent)

Rico & Sticks zijn persoonlijk, zonder dat het effectbejag wordt

Een citaat van Rico, afkomstig uit het nummer ‘Fokkop’ (een vlugge collage van allerlei gedachtes en voorvallen die de twee als fucked up zouden beschrijven): ‘Ik zat bijna op een liter wodka per dag. Smirnoff uit de fles, shit was best wel fokkop. Elke dag naar de slijter, elke dag naar een ander.’

Een zin die nauwelijks te rijmen valt met de gewoonlijke trotse toon van Rico & Sticks. ‘Tsja, het is autobiografisch,’ zegt Rico. ‘En het is recent. Die hele tourperiode speelde dit ook.’ Hij gebaart om zich heen. ‘Ik ken alle slijterijen in de buurt. Hier verderop zit er eentje die de fles al klaarzette zodra ik binnenkwam. De afgelopen jaren is het van kwaad tot erger gegaan. Ik ben sowieso heel verslavingsgevoelig, al vanaf mijn vijftiende - sigaretten, jointjes, eigenlijk alles wat je kunt bedenken. In de muziekindustrie wordt sowieso heel veel gedronken, daar staat altijd drank klaar. Inmiddels sta ik alweer een paar maanden droog. Dat valt me helemaal niet zwaar. Tegelijkertijd weet ik dat ik dit altijd met me mee zal dragen.’

Ik ken alle slijterijen in de buurt. Hier verderop zit er eentje die de fles al klaarzette zodra ik binnenkwam

En toch, hoe serieus het onderwerp ook is, en hoe ernstig Rico er nu ook over praat, op IZM wordt het leed geen moment uitgevent. ‘Een paar zinnen over zo’n onderwerp vind ik wel genoeg. Sterker nog, ik heb dit opgeschreven zonder er echt bij stil te staan dat mensen ernaar zouden luisteren, ik wil het niet thematiseren of zo, ik houd juist van het associatieve.’

Sticks valt hem bij: ‘Zo hebben we altijd gewerkt.’

Ook hij maakte de afgelopen jaren een lastige tijd door, vooral in de privésfeer, maar daar wil hij verder niet te veel over uitwijden. Het had te maken met zijn vriendin, en met de gezondheid van zijn pasgeboren dochtertje. Op IZM refereert hij daar enkel aan met de zin: ‘Ik kom van ver, verschillende tegenslagen. Ik heb zoiets van laten we er nog eentje maken.’

Foto: Stacii Samidin (voor De Correspondent)

Rico & Sticks zijn associatiever geworden

‘Muziek moet niet te zwaar worden,’ zegt Sticks. ‘Mensen doen al moeilijk genoeg. Iedereen is de laatste jaren heel erg geconcentreerd is op wat er misgaat met de wereld. Daarom ben ik ook van Twitter af: het is alleen maar gezeik. Ik wil gewoon rappen dat ik lauw ben. Ik zou ook nooit een heel nummer kunnen maken over mijn dochtertje, met wie het nu trouwens weer helemaal oké is. Dat ligt niet in mijn aard, ook niet in die van Rico. We houden die dingen krampachtig uit onze muziek. Natuurlijk: we zijn net vader geworden, onze levens zijn niet meer hetzelfde als toen we begonnen dat hoor je echt wel terug, maar meer op een associatieve manier.’

Rico: ‘Volgens mij zijn we alleen maar associatiever gaan schrijven in de loop der jaren. Dat onderscheidt ons ook van de meeste andere artiesten. Ik zou mezelf ontzettend gaan vervelen als ik hele nummers zou uittrekken voor bepaalde onderwerpen.’

Wat wel werkt, en hoe de twee het afgelopen halfjaar aan IZM hebben gewerkt: op vaste tijden, twee dagen per week, naar Kubus’ thuisstudio in Zwolle, zonder een voorbereide tekst of al uitgedacht onderwerp. Daar eerst ‘zeker een uur ouwehoeren en koffiedrinken.’ Dan kruipt Kubus achter zijn apparatuur en Rico en Sticks in een hoek van de studio. Zo maken twee van de bekendste rappers van Nederland hun nummers: overdag, niet voortgedreven door plichtsbesef maar door enthousiasme, met kladblok of telefoon op schoot, in een Zwolse woning van een vroegere vriend. Alles ontstaat ter plekke, meestal op manieren die van tevoren niet te voorspellen zijn.

‘Neem dat nummer ‘Fokkop,’ dat net ter sprake kwam,’ begint Rico. ‘Dat ontstond toen we met een heel ander nummer bezig waren dat het album niet heeft gehaald. Ik liep vast in een zin en zei toen fucked up, op een vreemde manier, het klonk een beetje als een kip. Toen dachten we: kunnen we daar niet eens iets mee doen? Kubus ging op zoek naar kippen-samples en we zijn ter plaatse een nieuw nummer gaan maken, dat een paar uur later af was.’

‘Zo kunnen nummers alleen ontstaan als je heel ontspannen, ongedwongen in de studio zit,’ zegt Sticks. ‘Zo hebben wij vanaf dag één gewerkt.’

Rico: ‘Voor mij was dat wel een uitdaging, zo spontaan werken. In het verleden deed ik weleens twee weken over een verse, om alles te perfectioneren, maar dat heb ik gelukkig losgelaten.’

Sticks: ‘Hij houdt ook heel erg van puzzelboeken.’

Rico: ‘Het kan tof zijn, hoor, zo doordenken, maar soms trek je de ziel er dan uit.’

Sticks: ‘Onze charme zit juist in dat spontane, de meeting of the minds op één moment. Je moet het allemaal niet moeilijker maken, het juist laten gebeuren in de studio. Dat is echt een magisch proces. Ik ben er verslaafd aan. Vooral aan de momenten dat je aan het einde van de dag naar huis en iets hebt gemaakt waarmee je jezelf echt verrast. Op het album staat bijvoorbeeld het nummer ‘IZM & Fakkels’ - toen we die track af hadden, hebben we hem op dezelfde dag een keer of dertig geluisterd. Het was één, twee uur ’s nachts, we hadden onze jassen al aan, steeds zeiden we: nog een keer luisteren, dan gaan we echt. Dat was magisch. Want we hoorden onszelf, onmiskenbaar Rico & Sticks, maar toch op een manier die we nog nooit eerder gehoord hadden. Dat is echt het hoogst haalbare.’

Rico: ‘Ja dat is het mooiste gevoel, echt extase. Dat hebben we het afgelopen halfjaar weer veel gehad.’

Foto: Stacii Samidin (voor De Correspondent)

Rico & Sticks zijn bij het oude gebleven, terwijl er veel veranderd is

‘Sowieso vind ik het echt bijzonder dat wij al twintig jaar muziek maken en het nog steeds echt leuk vinden om samen te werken,’ zegt Sticks. ‘Niet omdat het hoort, niet omdat mensen het verwachten, niet omdat we het iemand verplicht zijn, niet omdat we nu een gezin moeten onderhouden, maar omdat we het zelf willen. Gewoon doorgaan, blijven pompen. Ook als er minder interesse uit het publiek is. Want in de jaren na Opgezwolle heb ik weleens gemerkt dat mensen een beetje Zwolle-moe waren. Ik merkte het bij shows, bij reacties op nieuwe albums. Ik merkte het ook bij Rico. Mensen hebben geslapen op zijn debuutalbum DMT.’

Rico: ‘Ik herinner me een show in Leeuwarden, de populaire moest daar ook spelen. Bij de ingang hingen posters van zijn show met een briefje: dat is uitverkocht, maar er is ook nog een show van Rico. Uiteindelijk waren er vijftig mensen. Ergens had het ook wel een voordeel: ik moest hard werken om een toffe show neer te zetten.’

Het voelt als thuiskomen, maar het is wel in een nieuw huis

‘Daarna kwam de interesse weer terug,’ zegt Sticks. ‘Waarom weet ik eerlijk gezegd ook niet precies. Was onze muziek een paar jaar minder goed? Ik geloof het niet. Ik denk dat het deels psychologisch is: als je de hele tijd on top bent, zoals wij bij Opgezwolle, worden mensen je op een gegeven moment zat. Daarna ben je weer de underdog en kan je jezelf bewijzen.’

De Rico & Stickstour is daar volgens de twee een goed voorbeeld van. Sticks: ‘Wij zijn intussen gewoon altijd doorgegaan, wat je volgens mij al bijna nooit ziet. In de Nederlandse hiphop ken ik geen enkel duo dat zo lang meegaat als wij en vasthoudt aan eigen sound, zonder dat het gedateerd gaat klinken. Ook IZM is weer typisch Rico, Sticks en Kubus, maar het is toch anders dan wat we hiervoor gemaakt hebben. Het voelt als thuiskomen, maar het is wel in een nieuw huis.’

Rico, zonder ironie: ‘Ja, ja, zo is het precies.’

Maar als we die metafoor doortrekken: dat huis staat tegenwoordig wel in een heel andere omgeving dan toen Rico en Sticks begonnen. De Nederlandse hiphop is razendsnel gegroeid. In de begintijd van Opgezwolle was het een vrijwel onvoorstelbare prestatie dat een Nederlandse rapact commercieel succes zou hebben, radio en tv werden beschouwd als domeinen die nog veroverd moesten worden, bijna niemand kon van zijn muziek leven - ook Rico & Sticks aanvankelijk niet, ze hadden bijbaantjes als schoonmaker. Tegenwoordig volgt het ene overdonderende Nederlandse hiphopsucces op het andere, de hitlijsten staan vol met vaderlandse rapartiesten.

Sticks: ‘Nu is alles goud, alles platina. En die jongere luisteraars die daarvoor zorgen, gaan echt niet meer naar een Rico & Sticks-plaat luisteren. Als je nu dertien of veertien bent, is een plaat van Boef gewoon veel aansprekender. Wegens imago, onderwerpen, stijl, dat is allemaal wezenlijk anders.’

Rico: ‘Tsja, wat wij maken is tegenwoordig toch een beetje ouwelullenmuziek.’

‘Logisch, we zijn inmiddels ook een beetje ouwe lullen,’ zegt Sticks. ‘En we zijn ook wat rustiger geworden, dat merk ik wel.

Rico: ‘Bij Opgezwolle ging alles zo snel achter elkaar. We stonden bijna niet stil bij het succes dat we hadden. Er was een periode dat we non-stop optraden, ook als we geen album uit hadden. Jaren achter elkaar. We hadden de luxe dat het bijna allemaal uitverkocht was, echt elke show. Veel inspanning, veel ontlading, veel alcohol ook. Dronken in de auto terug naar huis, schreeuwend achterin, allebei. En de dag erna opnieuw.’

Sticks: ‘We waren toen ook permanent in competitie met anderen. Nu ga ik echt niet meer concurreren met de jongens van 20, 21 die nu de dienst uitmaken. Natuurlijk niet. We hoeven onszelf ook niet meer te bewijzen.’

Rico: ‘Dat is geen arrogantie, het heeft te maken met leeftijd. We doen gewoon wat we willen. En gaan door omdat we het nog net zo tof vinden als vijftien jaar geleden.’

Lees ook: