Sneller en veiliger fietsen van stad naar stad. Hoe regelen we dat?
Er kan nog veel verbeterd worden aan de fietswegen in Nederland. Neem die tussen Rotterdam en Delft, waar ik laatst aangereden werd. Zoekend naar oplossingen, stuit ik op een prachtig plan.
‘Deze wil je misschien ook even spreken.’ Een man met ontvelde onderarm wordt de ontvangstkamer van architectenbureau Mecanoo binnengeloodst.
De eigenaar van de arm heet Martijn Meester en is bouwkundige. Zoals elke dag racefietste hij vandaag van zijn huis in Zwijndrecht naar zijn werk op het statige kantoor van Mecanoo in Delft: 35 kilometer.
‘Het is een heel smal fietspad daar bij de Kralingse Zoom. Toen ik linksaf sloeg, reed er een scooter op me in die rechtdoor moest.’
Toeval, dit ongeluk? Dit was precies waarom ik een afspraak had gemaakt met Francine Houben* (1955), architect en creatief directeur van Mecanoo. Om te praten over betere fietsverbindingen, tussen Rotterdam en Delft en tussen steden in de rest van de wereld.
Houben is behalve mede-oprichter van Mecanoo, bekend van talloze opvallende projecten in binnen- en buitenland, ook oud-hoogleraar Mobiliteitsesthetiek (TU Delft). Zij heeft uitgesproken ideeën over fietssnelwegen. En op haar kantoor liggen interessante plannen klaar.
Eerst even dit: veel dank voor de bijdragen van vorige week!
Fietsen als alternatief voor de file: het idee leeft. Er verschenen meer dan 250 reacties onder mijn eerste verhaal in deze serie Fiets vs. File. Dat ging over de utopie: alle steden in Nederland aan elkaar knopen met snelwegen zoals het bijna perfecte RijnWaalpad tussen Nijmegen en Arnhem.
In mijn nieuwsbrief van deze week een selectie van bijzondere bijdragen en meer uitleg over dit project, waarin ik onderzoek hoe de (elektrische) fiets ons uit de file kan halen. Dat is nodig om een heleboel redenen: minder drukte op de autoweg en in het ov, schonere lucht, lokaal en op de hele aarde, om de gezondheid, en - wat velen onder mijn vorige verhaal aangaven: puur geluk. Het is fijn om te kunnen fietsen (bij droog weer althans).
En de elektrische fiets maakt afstanden tussen veel steden in Nederland ineens behapbaar.
Hebben we wel een probleem in Nederland?
Er lopen minstens drie fietsroutes van Rotterdam naar Delft, een traject dat ik geregeld fiets. Ze lopen deels in het groen, deels zelfs langs kunstwerken. Aanvankelijk dacht ik: wat hebben we het toch goed geregeld hier.
Toen werd ik zelf aangereden. Ik stond met de fiets stil in de smalle berm, een jongen klapte hard achterop.
Mijn eerste gevoel was: ik zat verkeerd. Ik had nooit in die smalle berm mijn mobieltje uit mijn tas moeten willen vissen. Ik wist toch dat ze hier hard rijden?
Maar het was de ander die door omstanders fel werd aangesproken. Zij hadden dit zien gebeuren: fietsende student rijdt zwangere vrouw aan, terwijl hij op zijn mobieltje zat te kijken.
De jongen toonde zich meteen vreselijk schuldbewust. Ik kon alleen maar uitbrengen: ‘Blij dat je niet in de auto zat.’
Ja, we hebben een probleem
De aanrijding veranderde mijn mening over hoe goed we het voor elkaar hebben op de Nederlandse fietsweg. Er is al veel gebeurd de laatste jaren. Maar als we willen dat mensen op trajecten zoals Rotterdam en Delft op verschillende tempo’s kunnen doorfietsen, dan moet er nog meer gebeuren.
Je moet veilig kunnen rijden, langzaam én snel, in de wetenschap dat er steeds meer verschillende snelheden behaald kunnen worden op de fiets. Een kind of bakfiets rijdt gemiddeld 12 kilometer per uur, een gemiddelde volwassene op een gewone fiets 18. Een elektrische fiets kan 25 en een speed pedelec zelfs 45 kilometer per uur.
Elke fietsroute in Nederland heeft eigen eigenaardigheden. Ik pikte Rotterdam-Delft eruit, omdat ik de weg goed ken (ik woon er praktisch aan), er op dit traject veel geforenst wordt en de afstand met 15 kilometer op een (elektrische) fiets precies binnen de acceptabele reistijd van de gemiddelde Nederlander valt (45 minuten).
Wat ik wil weten: waarom ligt er hier niet zo’n brede rode loper, zoals tussen Nijmegen en Arnhem? Hoe ziet de ideale fietsverbinding er op deze plek uit? En hoe zorgen we vervolgens dat die er komt?
Het verhaal achter het succesverhaal: hoe het RijnWaalpad er kwam
Het RijnWaalpad tussen Nijmegen en Arnhem is er gekomen, vertellen betrokkenen, doordat meerdere dingen samenkwamen:
- Er was druk van onderen: een actieve club leden van de Fietsersbond. De toenmalige voorzitter van de Fietsersbond, Marijke van Haaren, woonde in Gelderland en was tevens gedeputeerde Mobiliteit.
- Er was gewilligheid van boven: een stadsregio Arnhem-Nijmegen, die als hoogste belang had de verbinding tussen die steden te verbeteren. Die nam de coördinerende rol op zich.
- Er was bereidheid bij ambtenaren om over de grenzen van de eigen organisatie heen te stappen.
- Er was vanuit de Rijksoverheid geld beschikbaar, dat later vanuit lagere overheden werd aangevuld. Om verschillende partijen enthousiast te krijgen, zo vertelde een van de betrokkenen, kreeg ieder zijn eigen worst voorgehouden. U ziet files of een druk ov? Lossen we hiermee op. U wilt de relatie tussen de steden verbinden? Check. U maakt zich zorgen over de volksgezondheid? Pakken we hiermee aan.
Experts over wat er niet kan tussen Rotterdam en Delft
Kan zo’n weg er overal komen? Bijvoorbeeld op de route Rotterdam-Delft? Ik doe een rondje langs ambtenaren en experts.
Het eerste wat ze tegen me zeggen: praat nooit over fietssnelwegen, want dat schrikt de burger af - het klinkt alsof je er niet kan oversteken. Snelle fietsroutes, doorfietsroutes en wegen waarop je zo min mogelijk tijd verliest: dat is waar we het over hebben!
Het tweede wat ze zeggen: een fietssnelweg van vier meter breed is niet per definitie de beste oplossing. Wim Bot,* sinds jaar en dag expert snelle fietsroutes bij de Fietsersbond, zegt: ‘Op de fiets omrijden naar een beter pad is niet voor alle fietsers aantrekkelijk, dat kost al snel te veel tijd.’
Liever heb je drie geasfalteerde smallere, snelle fietsroutes langs en door verschillende kanten van de stad dan één brede fietssnelweg waar je eerst naartoe moet rijden. Dat is fundamenteel anders dan bij auto’s.
Dat je misschien beter af bent met meerdere alternatieve paden, zegt ook John Akkerhuis,* fietscoördinator van de gemeente Rotterdam, over mijn suggestie voor een brede rode fietssnelweg die eindigt bij station Rotterdam Centraal. ‘Dan kun je je routes ook nog afwisselen.’
En zelfs al zou je het willen: je hebt ruimtegebrek. De breedte die je in Gelderland hebt, ontbreekt volgens Bot in grote delen van de Randstad. De rivier de Schie tussen Rotterdam en Delft schuif je niet zomaar op.
Volgens Bot is het in dit geval nuttiger om de verschillende routes die er liggen op te knappen, te verbreden, te asfalteren en zo nodig te bewegwijzeren. (Voorrangsregels verbeteren ten gunste van de fietser is op het traject Rotterdam-Delft al gebeurd: in die zin is het wél een doorfietspad.)
Kan het niet wat radicaler?
Ik snap Bots redenering. Maar ik vraag me toch af: kan het niet wat radicaler?
Kun je bijvoorbeeld geen fietsstraten - rode paden in de stad waar elke weggebruiker maximaal 30 kilometer per uur mag en waar auto’s te gast zijn en achter tweewielers moeten blijven - maken van regionale binnenwegen als die tussen Rotterdam en Delft, waar toch al een autosnelweg langs loopt?
‘Op die weg rijdt nu ook een regiobus, die mensen van Rotterdam naar Delft, in het bijzonder naar de Technische Universiteit, brengt. Moet die dan terug van 50-80 kilometer per uur, naar 30?’, antwoordt beleidsmedewerker Mobiliteit Ron van Noortwijk. Hij werkt voor een overheidslaag tussen gemeente en provincie waarvan ik eerder het bestaan niet kende: de Metropoolregio Rotterdam Den Haag, afgekort MRDH.
De MRDH* zit op de vierde verdieping van het Sijthoff-gebouw in Den Haag en onderzoekt sinds vorig jaar hoe in 2025 10 procent méér inwoners van deze regio van hun huis binnen drie kwartier op hun werk kunnen komen dan nu.
Net als de stadsregio Nijmegen-Arnhem dat had in Gelderland, heeft de Metropoolregio een actieve rol bij de planning en ontwikkeling van interregionale fietsroutes, zoals de Velostrada tussen Leiden en Den Haag en de (deels gerealiseerde) Hofpleinfietsroute van Den Haag naar Rotterdam. Van Noortwijk vertelt dat zijn club dit jaar eerst onderzoekt wáár de kansrijkste fietsroutes liggen in de regio. Pas als die studie volgend jaar af is, kan er gepraat worden over aanpassingen van concrete routes zoals Rotterdam-Delft.
En dan sta je nog maar aan het begin: als de routes die het meeste opleveren eenmaal bepaald zijn, moeten de gemeenten en eventuele andere wegbeherende instanties nog eens gaan bedenken hoe en wanneer je die kan verbeteren.
Nieuwe fietsinfrastructuur, begrijp ik nu, leg je dus niet in één keer aan, maar stukje dus voor stukje. Om extra onkosten en opstoppingen te voorkomen doe je dat het liefst als de weg toch al moet worden opengebroken, en op zo’n manier dat alle omwonenden er blij van worden.
Heb je niet gewoon een club gedreven enthousiastelingen nodig?
Ik heb bewondering voor het geduld van deze en andere ambtenaren die ik sprak. Voor Van Noortwijks overtuiging dat je straten niet moet proberen te veroveren, maar dat je moet blijven overleggen en samenwerken. Met weggebruikers, met instanties, met omwonenden.
Tegelijkertijd denk ik (dat zei ik ook tegen hem): gaat het er niet gewoon om dat je een enthousiaste club mensen bij elkaar krijgt, die een opwindende visie hebben?
Gaat het er niet gewoon om dat je een enthousiaste club mensen bij elkaar krijgt, die een visie hebben die uitvoeren?
Terug naar Delft, naar architect Francine Houben, die haar circa honderd werknemers stimuleert om dát vervoersmiddel te gebruiken dat het handigste is. Er zijn ov-passen en fietsen van de zaak, oplaadpunten voor elektrische auto’s en douches voor de werknemers: buiten de douches zie ik kleerhaken met wielrenkleding hangen.
Voor het gebied rond de A13 tussen Rotterdam en Delft tekende Mecanoo vorig jaar een nieuw plan, in een opdracht van onder andere de BNA* en de gemeente Rotterdam, in het kader van een zogeheten locatiestudie voor het thema snelweg en stad.
In het kort stelt Mecanoo dit voor 2040 voor:
- Verplaats de woningen rondom de snelweg A13 naar een betere locatie in de buurt.
- Zorg ervoor dat de daar gelegen deelgemeente Overschie (nu ca. 16.000 inwoners) beter verbonden wordt met Rotterdam en Delft door wegen en fietssnelwegen.
- Haal daarna de geluidsschermen rond de snelweg weg.
- Maak van de A13 een parkway: een snelweg door een langwerpig groen park.
Het resultaat is tamelijk radicaal, zie het filmpje.
Maar de plannen van Mecanoo houden wel rekening met verbouwingen die al gepland staan, zoals het pas omtoveren van de snelweg vanaf 2030, als de A13 toch op de schop gaat (en naar verwachting steeds meer auto’s zelfrijdend zijn). En net als de MDRH redeneren ze bij Mecanoo vanuit een groter ruimtelijk vraagstuk, voordat ze ergens een fietspad plannen.
Wat gebeurt er als we alle ideeën op tafel leggen en koppelen?
Wim Bot van de Fietsersbond besprak het plan van Mecanoo eerder vanuit het perspectief van fietsers, en oordeelde positief.
Maar tot mijn grote verbazing blijkt Mecanoo niet echt op de hoogte van de plannen van de MRDH, en de MRDH niet echt te weten van de plannen van de BNA of Mecanoo.
Houben signaleert een gebrek aan coördinatie, terwijl ze ook denkt dat stadsregio’s - inmiddels metropoolregio’s - hier een belangrijke rol in zouden kunnen spelen. ‘Je hebt gemeenten en de provincie, daar valt het nu tussen.’
Van Noortwijk is nu nog terughoudend over concrete trajecten, maar zegt tegelijkertijd dat alles draait om samenwerken.
Volgens mij hebben beide partijen uiteindelijk precies hetzelfde doel voor ogen. Ik stel daarom voor ze te koppelen via dit project: wie weet wat daar nog uit kan komen. Bij dezen.
Een journalistiek experiment
Dit project is een journalistiek experiment. Het idee achter Fiets vs. File is niet alleen informeren, maar ook onderzoeken of er uit ideeën actie kan voortkomen, en of er nieuwe samenwerkingsverbanden gesmeed kunnen worden.
Of dat nu op het traject Rotterdam-Delft is dat ik als casus nam, of op andere routes waar jullie problemen signaleren, of op het gebied van (fiscale) regelgeving, forenzenfietskleding of wat dan ook. Aan jullie zeer zinnige en bevlogen bijdragen te zien is het verlangen naar verandering groot genoeg.
Vanaf vandaag kunnen ook leden van de Fietsersbond en anderen die een gastaccount hebben gekregen aanhaken. Welkom allemaal, en veel plezier hieronder!
Mij help je door onder deze aflevering problemen en hindernissen te noemen die je ervan weerhouden de fiets te nemen - zo breed als je ze kunt verzinnen. Die wil ik zo scherp mogelijk in kaart brengen voordat ik over mogelijke oplossingen begin te schrijven.
Wil je een locatiegebonden probleem melden, doe dat dan bij het Meldpunt van de Fietsersbond, via de knop hieronder. Daar kun je de plek op de kaart aanwijzen, en wordt je klacht doorgestuurd aan de wegbeheerder.
Wat zouden we moeten onderzoeken?
Tot slot. De Fietsersbond heeft een klein onderzoeksbudget beschikbaar. Is er een deelonderwerp waarvan jij denkt: dit zou nog eens beter moeten worden uitgezocht? Meld je idee dan in de comments, met erbij de tag #onderzoek (dat zoekt gemakkelijk terug). Dank!
En ken je mensen die wellicht mee willen denken en bijdragen aan Fiets vs. File? Leuk! Wijs ze op de links hieronder.