Zo krijgen ultra-nationalisten steeds meer invloed in Oekraïne
Op het eerste gezicht lijkt Oekraïne een land dat kampt met een oorlog in het oosten. Maar als gevolg van die oorlog krijgen in heel het land ultra-nationalistische groepen steeds meer grip op de politiek en de samenleving. Wie dit benoemt, is zijn leven niet zeker.
We zitten in een restaurant in Kiev met Volodymyr Ishchenko, een jonge socioloog die onderzoek doet naar radicale rechtse en linkse groeperingen en daarover geregeld publiceert. Hij is een van de weinigen die over de groeiende invloed van ultra-nationalistische groepen in Oekraïne wil spreken.
Het is moeilijk om hier onderzoek naar te doen, legt hij uit. ‘Als je iets kritisch schrijft over de ontwikkelingen in het land, word je al snel weggezet als niet-patriottisch, pro-Rusland of zelfs als Russische spion.’
Dat merk ik ook. Nog voor ik ben vertrokken, stroomt mijn mailbox vol met berichten van mensen die niet willen dat ik over ultra-nationalistische groepen schrijf. Het zou een onjuist beeld van de situatie in Oekraïne geven, en daardoor de ontwikkelingen in het land schaden.
Het verbaast me dan ook niet dat het lastig blijkt mensen te vinden die hierover willen praten. Er circuleren in Oekraïne meerdere lijsten met de gegevens van journalisten, oppositiepolitici en bloggers die zich kritisch uitspreken over de ontwikkelingen in hun land. Er wordt zelfs opgeroepen deze personen aan te pakken als je ze tegenkomt.
In april 2015 publiceerde een website bijvoorbeeld de thuisadressen van de Oekraïense schrijver Oles Buzina en de voormalige parlementariër Oleg Kalashnikov. Een paar dagen daarna werden ze vermoord.
Ishchenko vertelt verder dat een bevriende student vorig jaar werd gevolgd vanaf de universiteit en voor zijn huis werd neergestoken. Hoewel een video van de aanslag online werd gezet, deed de politie amper moeite een vervolgonderzoek uit te voeren, zegt hij.
Voor de duidelijkheid: het merendeel van de samenleving wijst dit soort geweld af. Maar in plaats van dat de mensen de straat op gaan om de dood van onschuldige burgers te bekritiseren, bleef het ook in dit geval stil. Veel Oekraïners vinden dat je ten tijde van oorlog achter je land moet blijven staan, anderen durven zich niet uit te spreken of het interesseert hen simpelweg niet.
Een groot probleem, want deze zo moelijk bespreekbare ontwikkelingen bedreigen de toekomst van Oekraïne.
Hoe kon Oekraïne zo veranderen?
De oorlog in Oekraïne heeft de focus op verandering en democratie verlegd naar het bestrijden van door Rusland gesteunde separatisten in het oosten van het land. Meer dan 10.000 mensen stierven daar, 25.000 anderen raakten gewond en meer dan 1,7 miljoen Oekraïners raakten ontheemd. Daardoor groeide het patriottisme en was er steeds minder ruimte voor zelfkritiek.
Dit wordt aangevuurd door een samenraapsel van ultra-nationalistische groepen die snel aan invloed wonnen tijdens de protesten op het Maidanplein in Kiev drie jaar terug. Terwijl duizenden Oekraïners voor vrijheid en tegen corruptie betoogden, verdedigden ultra-nationalistische burgermilities de demonstranten tegen aanvallen van de politie.
Hoewel ze al jaren actief waren in Oekraïne, maakten hun toewijding en bereidheid tot geweld hen populair en steeds meer mensen sloten zich aan. Ook profiteerden zij van de brede westerse steun voor de protesten op het Maidanplein. Zo werd de ultra-nationalistische gelegenheidscoalitie een brede patriottische burgerbeweging. Toen begin 2014 Russische troepen de Krim innamen en Oekraïense separatisten in het oosten van het land begonnen te steunen, organiseerden leden uit deze burgerbeweging zich in de felste gewapende vrijwilligersbataljons om het land te beschermen tegen een dreigende Russische invasie.
Veel ultra-nationalistische vrijwilligersbataljons waren duidelijk: na de separatisten is de overheid aan de beurt
Dit was een welkome, maar tegelijk zorgelijke ontwikkeling voor de Oekraïense regering. De door oorlog aangewakkerde patriottische sfeer leidde af van de problemen in het land, maar veel vrijwilligersbataljons waren duidelijk: na de separatisten is de eigen regering aan de beurt. Die verschilt immers niet veel van de vorige en veel politici zijn nog altijd door en door corrupt.
Om hun opmars te stuiten, werd door politici steeds meer toegegeven aan hun eisen. Zo werden straatnamen vernoemd naar controversiële verzetsstrijders, werd mede door hun druk de handel naar het door separatisten bezette oosten gestopt, werden aanvallen door ultra-nationalisten op oppositiepolitici, journalisten en kunstenaars getolereerd en kregen voormalige leden van ultra-nationalistische en neonazistische groepen hoge functies binnen het staatsapparaat.
Daarnaast accepteert de regering dat patriottische burgers zogenoemde ‘vijanden van de natie’ monitoren. Oppositiebloggers, journalisten en activisten worden actief in de gaten gehouden en soms opgepakt en naar de politie gebracht. Verder staat de overheid toe dat ultra-nationalistische groepen muziekfestivals en jeugdkampen organiseren om hun gedachtegoed te verspreiden en worden scholen bezocht om uitleg te geven over de oorlog die zij voeren en de doelen die ze nastreven.
Maar het is een ontwikkeling die grotendeels onder de oppervlakte plaatsvindt. Door toe te geven aan de eisen van ultra-nationalistische groepen, haalt de regering de angel uit hun opmars. De ultra-nationalistische Svaboda-partij behaalde bij de laatste verkiezingen minder dan 5 procent van de stemmen. Maar de invloed van de verschillende ultra-nationalistische groepen in het land is veel groter.
Hoe gaan ze te werk?
In Kiev ontmoet ik Eduard Dolinsky, voorzitter van het Oekraïense Joodse comité. In een Libanees restaurant zit hij in een donker hoekje, want ook hij wordt bedreigd. Dolinsky: ‘Deze patriotten zijn gewapend, openlijk antisemitisch, sterk georganiseerd en infiltreren het politieke en maatschappelijke systeem. Zo worden hun ideeën steeds meer gemeengoed.’
Om dit te verduidelijken wijst hij naar de geschiedenis, die door de ultra-nationalisten in de loop van de oorlog in het oosten wordt herschreven. Dolinsky: ‘Voorheen leerden we op school dat de nazi’s het ultieme kwaad waren en dat de Russen hen bestreden. Nu is het andersom: de Russen zijn het ultieme kwaad en Oekraïense verzetsstrijders die hen bestreden zijn de helden. Maar ze vertellen niet het hele verhaal, want zij werkten samen met de nazi’s en slachtten duizenden Joden en Polen af. Dat wordt bewust verzwegen.’
Dolinsky probeert dit bespreekbaar te maken. Hij publiceerde hierover in The New York Times en krijgt sindsdien vragen van journalisten van over de hele wereld. Maar in Oekraïne blijft het stil. Niemand is geïnteresseerd in zijn verhaal, terwijl hij na de president toch de enige Oekraïner is die in The New York Times heeft gepubliceerd, sombert hij.
Dus plaatst hij zijn waarschuwingen op Facebook: herinneringen aan pogroms, met swastika’s betatoeëerde neonazi’s aan het front, antisemitische uitspraken van politici, een bericht van een gepensioneerde generaal die zegt dat hij alle Joden in het land wil vermoorden. Een veelgehoorde reactie: ‘Waarom richt je je niet op Rusland? Wat zij doen is toch veel erger?’
Waar leidt dit toe?
Het toegeven aan de eisen van ultra-nationalistische groepen is niet alleen wisselgeld voor de regering. Want het komt de regering niet slecht uit dat de oorlog voortduurt. Het leidt niet alleen af van de problemen in het land, het geeft de overheid en de oligarchen ook tijd.
Die tijd gebruiken ze om hun zakken verder te vullen en hun bezittingen te beschermen. Want zolang de oorlog voortduurt, hergroeperen de oude machten zich achter de schermen. En daarvoor werken ze actief samen met ultra-nationalistische en neofascistische groepen.
Er zijn zoveel op macht beluste mannen georganiseerd in gewapende groepen loyaal aan politieke partijen, dat ik vrees dat dit eindigt in een burgeroorlog
Ultra-nationalistische vrijwilligersbataljons worden opgenomen in het leger en de politie en voorzien van wapens en geld. Hun leiders nemen belangrijke posities binnen het staatsapparaat in. Private donoren, van gewone burgers tot oligarchen, steunen hen met geld, wapens, voedsel en voertuigen.
Dat is een gevaarlijke alliantie, legt socioloog Ishchenko uit. Leiders van vrijwilligersbataljons misbruiken hun machtspositie aan het front om er zelf beter van te worden, oligarchen gebruiken hun banden met gewapende groepen om zelf macht te verwerven, sommige oligarchen zetten vrijwilligersbataljons in als hun persoonlijke knokploegen en voor criminele activiteiten.
Ishchenko: ‘Dat is hoe politiek hier werkt: iedereen gebruikt elkaar voor de eigen belangen. Maar het toelaten van ultra-nationalistische groepen is een bedreiging voor de burger, het algemene politieke klimaat en het regime zelf.’
Hij wrijft in zijn vermoeide gezicht als ik hem naar de toekomst vraag. ‘Het is moeilijk om voorspellingen te doen. Politieke ontwikkelingen in Oekraïne worden voor een groot deel bepaald door internationale ontwikkelingen. Wanneer er een werkbare internationale vreedzame oplossing voor de oorlog in het oosten komt, zal het beter worden.’
Hij vervolgt: ‘Zo niet, dan ben ik bang dat de competitie tussen internationale en interne oligarchen tot problemen zal leiden. Er zijn zoveel op macht beluste mannen georganiseerd in gewapende groepen die loyaal zijn aan bepaalde politieke partijen, dat ik vrees dat dit eindigt in een regelrechte burgeroorlog.’
Hoe serieus is die dreiging?
In het West-Oekraïense Uzhgorod ontmoet ik Volodymyr Bucha, lid van de Rechtse Sector, een ultra-nationalistische organisatie die ontstond tijdens de protesten op Maidan. Ik spreek hem in een eetcafé aan de rand van de stad. Bier is gratis voor Bucha: hij is een lokale held.
Dat komt doordat hij in 2015 de wapens opnam tegen corrupte grensbewakers. Twee leden van de Rechtse Sector kwamen daarbij om, zeven anderen raakten gewond. Het leverde hem ruim drie jaar celstraf op en veel kritiek, maar hij heeft geen moment spijt. Volgens hem is een gewapende strijd tegen de overheid, en zo nodig de burgeroorlog die Ishchenko zo vreest, noodzakelijk.
Bucha: ‘Om de samenleving te veranderen moet het hele systeem veranderen. Iedereen binnen de overheid is corrupt. Ze willen alleen een beter leven voor zichzelf en houden iedere verandering tegen.’
Maar hoe bestrijd je de veel machtigere overheid en de oligarchen? ‘Zij hebben geld, maar geen motivatie. Wij hebben die motivatie wel omdat er voor ons geen andere optie is. Het is alles of niets,’ antwoordt hij zelfverzekerd.
Bucha’s mening wordt betwist, en veel Oekraïeners vrezen dat geweld tegen de eigen regering alleen maar tot meer problemen zal leiden. Voor een deel van de Rechtse Sector was dat genoeg reden om zich begin 2016 af te scheiden van de groep. Dat gematigdere deel hoopt de regering na de oorlog in het oosten geweldloos af te zetten.
Maar de overtuiging van Bucha wordt nog steeds breed gedeeld. Bucha ziet het als zijn verplichting om tot het einde door te vechten, ook al leidt dat tot een burgeroorlog. Dat moet leiden tot zijn droom: een Oekraïne voor Oekraïners, los van Russische en Europese invloed.
Hij weet goed in welk krachtenveld hij opereert. Als het nodig is (tijdelijk) strategisch samen te werken met neonazistische groepen, of zelfs steenrijke olichargen, dan is dat voor hem geen probleem. Zolang ze hetzelfde doel nastreven - het afbreken van het systeem - maakt het niet uit, zegt hij.
Hoe loopt dit af?
Die houding is volgens Ishchenko kenmerkend voor veel patriottische Oekraïeners. ‘Ze zien zichzelf niet als fascistisch, neonazistisch of al die andere extremen. Maar ze zijn erg intolerant en onwetend over wat er nu gaande is.’
Ishchenko geeft voorbeelden: ‘Gewapende neonazi’s aan het front vinden ze prima zolang ze maar aan de kant van Oekraïne vechten. Aanvallen op personen die ervan worden beschuldigd pro-Russisch te zijn, zijn voor hen geen probleem. Dat kritische journalisten worden opgepakt en mediastations van de oppositie worden aangevallen wordt geaccepteerd.’
Openlijke neonazi’s verdedigen het land aan het oostfront, ze patrouilleren samen met de politie op straat en worden vereerd als helden
Maar precies dat is een groot gevaar, zegt hij: ‘Oekraïne wordt van binnenuit bedreigd. Door ultra-nationalisten toe te laten in de politiek, publieke instanties, het leger en de politie wordt een gevaarlijk precedent geschapen. Want wie stopt hen wanneer ze machtige bondgenoten in de overheid hebben en een groot deel van de Oekraïense bevolking op zijn minst tolerant is voor hun agenda?’
Hij zucht. Voor zijn waarschuwing is in het huidige Oekraïne geen plaats, meent hij. Zijn het geen wetten die hem inperken, dan is het wel geweld. En dat is waar hij vier jaar geleden op Maidan juist tegen demonstreerde.
En zo blijven nationalisten ongestoord de geschiedenis herschrijven, scholen bezoeken, jeugdkampen organiseren. Openlijke neonazi’s verdedigen het land aan het oostfront, ze patrouilleren samen met de politie op straat en worden vereerd als helden. Zo ontstaat een nieuwe generatie nationalisten.
Kan het ook anders? Er moeten serieuze onderzoeken komen naar misdaden door ultra-nationalisten, vindt Ishchenko. Er moet ruimte zijn om kritisch te denken. Maar of die er op tijd komt, betwijfelt hij: ‘Ik groeide op en geloofde dat een positieve toekomst mogelijk was. Nu zie ik dat niet meer.’
Lees ook:
Dit verhaal heb je gratis gelezen, maar het maken van dit verhaal kost tijd en geld. Steun ons en maak meer verhalen mogelijk voorbij de waan van de dag.
Al vanaf het begin worden we gefinancierd door onze leden en zijn we volledig advertentievrij en onafhankelijk. We maken diepgravende, verbindende en optimistische verhalen die inzicht geven in hoe de wereld werkt. Zodat je niet alleen begrijpt wat er gebeurt, maar ook waarom het gebeurt.
Juist nu in tijden van toenemende onzekerheid en wantrouwen is er grote behoefte aan verhalen die voorbij de waan van de dag gaan. Verhalen die verdieping en verbinding brengen. Verhalen niet gericht op het sensationele, maar op het fundamentele. Dankzij onze leden kunnen wij verhalen blijven maken voor zoveel mogelijk mensen. Word ook lid!