Ik heb laatst zo’n Toen ik de resultaten in de familie-app gooide, kreeg ik de wind van voren. Wat haal jij je nu weer in je hoofd, schreef mijn vader, we zijn gewoon Turks hoor.

Het lag iets ingewikkelder: 60 procent van mijn roots zijn te traceren naar de Caucasus, waaronder Turkije, maar de database is weinig precies. De Caucasus bestrijkt ook Armenië, Azerbeidzjan, Iran, Irak, Georgië, en Syrië. Vervolgens, nu komt ie, ben ik voor 30 procent Italiaans/Grieks, een afstammeling van de oude Romeinen en Grieken. Andere opvallende resultaten: 6 procent Arabisch, 2 procent Europees Joods, 1 procent Noord-Afrikaans, en 1 procent, jawel, Polynesisch en dan vermoedelijk van Tonga of Samoa.

Het denken in nationaliteiten wordt door zo’n DNA-test enorm bemoeilijkt. Probeer er maar eens een normaal gesprek over te voeren: wijzen op de etnische diversiteit van Turkije ligt nogal gevoelig - iedereen is gewoon Turks hoor, luidt het historische adagium.

En er ligt wel meer gevoelig...

Lange tijd heb ik mezelf stilgehouden over de gebeurtenissen in Turkije. Mijn ongenoegen over de politieke zuiveringen van het Turkse regime na de coup ervoeren sommigen als een aanval op het nationale zelfbeeld. We moeten nu toch samen sterk staan, was de teneur.

Daar iets van zeggen, was nestbevuiling

Terwijl anderen in de kou werden gezet. Niet alleen vermeende coupplegers of Gülensympathisanten, president Recep Tayyip Erdogan heeft de kans gegrepen zijn machtsbasis te versterken. De politieke oppositie is zwak. Dissidenten, van seculieren tot Koerden, worden gearresteerd. De Turkse samenleving wordt gezuiverd van antiregeringsgezinden.

Het waren diegenen uit het land van mijn ouders die tijdens een wisselvallige Nederlandse zomer de kachel flink begonnen op te stoken en mij bestookten met weinig verheffende berichten: ik was een landverrader en een nestbevuiler.

...zag ik ook bij dit debat...

Een paar maanden geleden zat ik in een panel. Er was een debat georganiseerd over de Turkse coup. Het debat ging het eerste uur over de rol van westerse media en over de aanvankelijke onwil van Europese leiders om afstand te nemen van de coupplegers.

Er was geen enkele reflectie over de wandaden van het Turkse regime. De coup na de coup is de schuld van iedereen behalve het regime van Erdogan, vond een merendeel van de aanwezigen. Het gebrek aan zelfkritiek was pijnlijk, mijn geduld raakte op.

Dus sprak ik in het tweede uur mijn ergernis en onvrede uit. Het werd rumoerig in de zaal. De rechtsstaat moest voorlopig even wijken betoogde, geloof het of niet, een rechtenstudent, en dat er mensen zonder proces werden gearresteerd, was enkel een tijdelijke maatregel, werd mij toevertrouwd. Waarom zeg je niets over de noodtoestand in België en Frankrijk, mopperde een ander, wat een bullshit, schreeuwde iemand achterin.

...misschien moet iedereen zo’n test doen?

Ik benijdde een deel van de zaal. Zo’n staalhard zelfbeeld moet prettig zijn, dacht ik. Het weerkaatst elke vorm van twijfel - vermoedelijk noodzakelijk omdat daarachter veel twijfel schuilt.

Iedereen zou zo’n DNA-test moeten doen

Die gewaarwording maakte me weer empathisch met de zaal. Maar een debat veronderstelt een confrontatie van ideeën, en daarmee de bereidheid om diezelfde ideeën kritisch tegen het licht te houden.

In debat treden met geharnaste Turkse identiteiten doe ik voorlopig dus niet meer. Het voelt wanhopig en zinloos, alsof je met het hoofd in zee probeert te schreeuwen.

Iedereen zou zo’n DNA-test moeten doen.

Lees ook:

Zo verzet ik mij tegen de hokjes waar witte mensen mij in duwen Welopgevoede witte Nederlanders zien het probleem niet. Maar met hun vragen over waar ik vandaan kom en wat ik stem, categoriseren ze me. Ik besloot er iets van te zeggen. Lees de column hier terug Waarom ik niet alleen op een tattafissa een buitenstaander ben Ik merk het niet alleen in die witte zaal, maar ook bij mijn Marokkaanse slager. Klasse is niet belangrijker dan kleur, de twee zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Lees de column hier terug