13 inzichten over wat De Correspondent goed doet en wat beter kan

Jay Rosen
Universitair hoofddocent aan New York University
Illustratie: Leon Postma & Leon de Korte (redactioneel ontwerpers bij De Correspondent)

Voor De Correspondent onderzoek ik met Emily Goligoski hoe het ledenmodel zou werken voor een internationaal publiek. Onlangs waren we daarvoor in Nederland. We vroegen leden: waarom lees je de site, wat vind je er goed aan en wat juist niet?

Op 24 en 25 juli hebben mijn collega van het en ik met dertig leden van De Correspondent gesproken over Daarbij waren ook negentien medewerkers van De Correspondent zelf aanwezig.

In geven we onze bevindingen weer.

Maar eerst een paar toelichtingen bij onze aanpak. Allereerst plaatsten we voor leden van De Correspondent om deel te nemen aan onze gesprekken in Amsterdam, Utrecht en Rotterdam. Er volgden reacties van 108 leden, die we onmogelijk allemaal bij ons onderzoek konden betrekken. We moesten dus een keuze maken. En daarvoor bestaat helaas geen perfecte methode.

Bij de selectie die volgde hielden we vooral in de gaten dat we onderling heel verschillende leden spraken. We kozen een negentienjarige student, maar ook gepensioneerden. Eén iemand uit de selectie was werkloos, een ander was net een cateringbedrijf gestart, een derde werkte voor de PvdA, een vierde was ambtenaar en architect. We spraken met een student die in Iran was geboren en al 24 jaar in Nederland woonde en met een die uit Twente kwam en in Groningen medicijnen deed.

Hiermee willen we niet zeggen dat onze selectie een doorsnede is van de Nederlandse samenleving of van de leden van De Correspondent. We zijn ons ervan bewust dat onze onderzoeksgroep daar veel te klein voor is, en dat we aan de hand van de gesprekken maar beperkt kunnen generaliseren. Dit onderzoek biedt eerder een algemene indruk dan een alomvattend beeld. Ook beweren we niet dat wat in de gesprekken naar voren kwam een weerspiegeling is van de meningen van alle leden. Maar evident was dat een aantal punten steeds terugkwam. En die punten zetten we hieronder uiteen.

En dit is nog maar het begin! Om onze kennis uit te breiden kunnen we jullie hulp goed gebruiken. Je helpt ons door na het lezen van deze samenvatting

  1. te reageren in de bijdragensectie onder dit artikel;
  2. je gedachten hierover te tweeten (noem in je tweet);
  3. of ze te mailen naar ideas@membershippuzzle.org;
  4. in te vullen Op die manier hopen we nog meer inzicht te krijgen in waarom je lid bent van De Correspondent.

We hebben onze bevindingen hieronder samengevat in dertien punten. Voor de duidelijkheid: met ‘leden’ verwijzen we hieronder naar de mensen die we op 24 en 25 juli spraken. We denken dus niet dat wat zij zeggen voor álle leden geldt. Dat is ook de reden dat we ons onderzoek naar leden van De Correspondent (en van andere sites) wereldwijd voort blijven zetten, vanuit de VS.

Dertien inzichten over De Correspondent en haar leden

1. Leden begrijpen en waarderen hoe De Correspondent zich onderscheidt van andere media. Als we leden vragen wat De Correspondent voor hen waardevol maakt, komen hun antwoorden grotendeels overeen met de kernwaarden waarmee De Correspondent zichzelf waardevol en onderscheidend wil maken.

Met kernwaarden bedoelen we bijvoorbeeld de stelling: ‘een dagelijks medicijn tegen de waan van de dag.’ Geen gehypete onderwerpen en snelle reacties op het nieuws, maar gedegen onderzoek en achtergrondartikelen die een context bieden. Niet het weer (oppervlakkige gebeurtenis) maar het klimaat (de krachten erachter). Iets anders is niet alleen het probleem beschrijven, maar ook wat eraan gedaan kan worden. En dan niet alleen wat je als individu kunt doen, maar ook wat ‘het systeem’ kan doen: de regering, de rechtspraak, bedrijven, de politiek, de overheid. In andere woorden: het bieden van houvast.

De leden wijzen op het contrast tussen de rest van de Nederlandse media en wat De Correspondent doet

‘Je krijgt het gevoel dat ze zich er echt in verdiept hebben,’ zegt Eva Aertse over de artikelen van De Correspondent. Dat is waarschijnlijk de belangrijkste reden voor mensen om lid te worden. De leden wijzen op het contrast tussen de rest van de Nederlandse media en wat De Correspondent doet. Over andere grote media zegt Eef Grob bijvoorbeeld dat ‘de meeste weinig details geven, omdat het anders te ingewikkeld zou worden.’

Ook opvallend is dat Nederlandse leden het belangrijk vinden deze principes overeind te houden als de site zich uitbreidt naar de Verenigde Staten. Daar zijn ze heel stellig in.

2. Rust, eenvoud en karakter, dat zou de vormgeving van De Correspondent uitstralen. Dat het ontwerp van de site niet om je aandacht schreeuwt, wordt vaak genoemd en erg gewaardeerd. Verschillende leden zijn fan van de getekende avatars van de correspondenten, omdat ze de site iets persoonlijks geven.

3. Vrijwel alle leden noemen transparantie als een van de onderscheidende eigenschappen van De Correspondent. De term transparantie – die iedereen net weer wat anders interpreteert – duikt steeds op in de gesprekken. Transparantie is iets waar traditionele media volgens de leden een groot gebrek aan hebben, terwijl het aantoont dat je je lezer serieus neemt. Bovendien zorgt het voor grotere betrokkenheid en wekt het vertrouwen.

De leden geven voorbeelden om te illustreren wat het begrip voor hen betekent: dat De Correspondent aan grote nieuwsgebeurtenissen als ze net zijn gebeurd niets heeft toe te voegen, en soms pas na dato wel; de links naar bronnen die in de kantlijn van elk stuk worden geplaatst; onderlinge meningsverschillen tussen de correspondenten; en auteurs die uitleggen waarom ze over een eerder geschreven stuk ‘Zolang je er maar openlijk voor uitkomt…’ horen we vaak.

‘Wat ik goed vind aan De Correspondent is dat het laat zien dat journalisten meningen hebben,’ zegt Hakim Achterberg.

4. De bijdragen onder een stuk zijn voor sommige leden waardevol, voor anderen een bron van irritatie. Een deel van de leden leest de bijdragen wel, maar beleeft er geen plezier aan. Voor andere leden vormen de reacties juist de essentie van De Correspondent, vooral wanneer er verschillende gezichtspunten aan bod komen, de informatie uit een artikel wordt aangevuld of de auteur zelfs wordt gecorrigeerd. Deze leden stellen het enorm op prijs als correspondenten deelnemen aan de discussie. Ook het feit dat auteurs onder eigen naam moeten publiceren wordt als groot pluspunt gezien.

Een deel van de leden leest de bijdragen wel, maar beleeft er geen plezier aan

Sommige leden lezen de reacties wel, maar reageren nooit onder een artikel. Bijvoorbeeld omdat ze bang zijn voor hun privacy, voor hackers, voor felle conflicten of ze gaan ervan uit dat deelnemers toch alleen naar zichzelf luisteren.

Verschillende vrouwelijke leden vertellen dat ze geen reacties plaatsen omdat de deelnemers elkaar aanvallen en onderuithalen. Anderen twijfelen of wat ze te zeggen hebben wel voldoet aan de kwaliteitseisen van De Correspondent. En er zijn leden die aanvullende kennis leveren. Een aantal leden geeft aan bijdragen van experts het waardevolst te vinden.

5. Bijna alle geïnterviewden, zelfs de grootste fans, noemen De Correspondent ‘beperkt’ wat de doelgroep betreft. De site bereikt, en vertegenwoordigt op een bepaalde manier ook, slechts een klein gedeelte van de Nederlanders, dat ze beschrijven als hoogopgeleid en progressief. Ook de eigen medewerkers zijn volgens de leden over het geheel van de Nederlandse samenleving genomen niet erg divers.

Tegelijkertijd wordt De Correspondent beschouwd als een relatief ruimdenkende en ondogmatische site die meer dan andere nieuwsmedia het debat stimuleert, aannames toetst, meningsverschillen koestert en haar eigen standpunten in twijfel durft te trekken.

Hier lijkt sprake te zijn van een paradox, of in ieder geval een soort kronkel in de argumentatie: dezelfde mensen die De Correspondent beperkt noemen, noemen de site ook ruimdenkend.

Onze vraag aan de leden hierover is: hoe zou je dit kunnen verklaren? (Laat het ons weten!)

6. Bepaalde overtuigingen van De Correspondent hebben precies de gewenste uitwerking. De site vermijdt het nieuws te brengen namens en moedigt correspondenten in plaats daarvan aan hun eigen conclusies te trekken en perspectief te geven, zonder andere conclusies en perspectieven uit te sluiten.

Ook geven de correspondenten vaak expliciet hun gedachtegang weer en leggen ze uit waarom ze misschien wel van gedachten zijn veranderd. In hun persoonlijke nieuwsbrieven is te lezen met welke onderzoeken de journalisten bezig zijn.

Al deze eigenschappen vergroten het vertrouwen in het platform en worden door volgers gezien als blijk van intellectuele oprechtheid en betrokkenheid. Bovendien moedigt de aanpak leden aan om hun eigen mening te vormen, vaak mede doordat ze het met de auteur oneens zijn.

De boodschap is duidelijk: laat lezers zien hoe je tot een bepaalde overtuiging bent gekomen. Maak ze onderdeel van je leerproces. Wees helder over je conclusies. Daar houdt het publiek van. Dat schrijvers zichzelf kwetsbaar opstellen, bijvoorbeeld door fouten toe te geven of te wijzen op hiaten in hun eigen kennis, is voor leden aantrekkelijk. Het wordt gezien als volwassen en betrouwbaar.

7. De Correspondent zou er goed aan doen het meer te laten zien als auteurs het onderling oneens zijn. Leden zijn er namelijk dol op. zijn voor leden een soort openbaring en vergroten de bereidheid het platform te steunen. ‘Ik zou graag nog meer interactie willen zien tussen de verschillende correspondenten,’ zegt Max Krakers.

8. Op de leden van De Correspondent lijkt de van toepassing. 90 procent van de gebruikers consumeert het product, 10 procent doet er actief aan mee en 1 van die 10 procent is extreem actief betrokken. Probeer niet iedereen in hetzelfde hokje te duwen.

Niet iedereen wil op dezelfde manier deelnemen, sommige leden willen zelfs helemaal niet deelnemen. Ze willen de mogelijkheid hebben zonder er ooit gebruik van te maken. De mate waarin iemand deelneemt, zo komt naar voren in de interviews, hangt vaak samen met een gevoel van identiteit: ‘ik ben niet iemand die...’; ‘ik ben iemand die…’.

Mijn advies: je kunt leden het beste heel duidelijk maken wat de mogelijkheden zijn om bij te dragen, in plaats van ze te zeggen dat ze deel moeten nemen of hoe ze dat moeten doen. Het helpt niet om leden in theorie te vragen meer bij te dragen.

Wat wél helpt is om het zo laagdrempelig, gemakkelijk, efficiënt en effectief mogelijk te maken om een bijdrage te leveren. Breng bestaande mogelijkheden om mee te doen weer onder de aandacht. Enkele heel trouwe leden wisten voor de interviews bijvoorbeeld niet dat ze aan de van De Correspondent hadden kunnen deelnemen. Leden die wij spreken vinden het bovendien belangrijk dat je makkelijk contact kunt opnemen met correspondenten – ook als ze nooit geprobeerd hebben er een te bereiken.

9. Het valt ons op hoeveel leden zeggen dat ze De Correspondent ‘horen te steunen.’ De nadruk ligt veel minder op het nut (als ik lid word, heb ik overal toegang toe, kan ik artikelen bewaren en is het gebruik gemakkelijker; dat zijn praktische afwegingen). Voor de meesten is lid worden vooral een morele overweging: als ik goede journalistiek belangrijk vind, moet ik deze site steunen.

Sommige leden vertellen dat ze dankzij De Correspondent nu ook voor andere media betalen. Toen Hakim Achterberg zich bijvoorbeeld realiseerde dat zijn maandelijkse steun ten goede kwam aan onderzoeksjournalistiek, besloot hij ook voor The Guardian te gaan betalen. ‘Ik zou nooit voor The Guardian hebben betaald als De Correspondent me niet op het idee had gebracht,’ zegt hij.

Voor de meesten is lid worden vooral een morele overweging

Het gaat deze leden er niet om niet-leden van het platform weg te houden, of om exclusieve toegang tot de artikelen. Exclusieve toegang scoort het laagst in de lijst door leden gewaardeerde aspecten. Belangrijker wordt het gevonden om onafhankelijke journalistiek te steunen. En Aster Iris Fliers zegt: ‘Vooral als die anders niet kan worden gerealiseerd.’ (Eén aantekening: met het beleid dat alleen leden mogen reageren op de artikelen is niet iedereen het eens.)

10. Leden noemden de manier van communiceren van De Correspondent natuurlijk. Je wordt niet door een formele instantie aangesproken, maar door iemand persoonlijk. (Door één iemand in het bijzonder: oprichter Rob Wijnberg. Maar het geldt ook voor andere correspondenten.) ‘Er zitten echte mensen achter,’ zegt Damion Gans. Mensen met hun eigen karakters, meningen en beperkingen – en hun eigen fouten. Dat is een van de redenen dat leden het platform vertrouwen.

11. Een diversiteit aan stemmen is belangrijk. Leden stellen het op prijs dat De Correspondent ruimte biedt aan internationale geluiden. Dat er Turkse en Colombiaanse journalisten publiceren wordt toegejuicht, omdat deze journalisten vaak weer een andere invalshoek hebben dan westerlingen.

Maar het gaat ook op binnen Nederland zelf: twee van de aanwezigen zagen hun standpunten duidelijk vertegenwoordigd door de Turks-Nederlandse columnist Sinan Çankaya. Tegelijkertijd wezen ze erop dat veelzijdigheid verder gaat dan journalisten van verschillende afkomst laten schrijven over racisme en ongelijkheid; het gaat erom deze journalisten over wat dan ook aan het woord te laten.

12. De leden geven aan dat ze best meer voor De Correspondent zouden willen betalen. Nu ze eenmaal lid zijn, zouden ze zelfs 100 tot 150 euro willen bijdragen, veel meer dus dan de huidige contributie van 60 euro. Aan de andere kant geven ze toe dat een hoger bedrag ze er in eerste instantie wellicht van weerhouden had lid te worden.

13. De Correspondent heeft bij haar leden een diepe bron van idealisme aangeboord. Dit is misschien het belangrijkste inzicht dat het onderzoek mij heeft opgeleverd. Geen van de leden heeft dit op deze manier uitgesproken, maar het schemert door in wat ons is verteld. Het is mijn interpretatie, en ik kan er natuurlijk naast zitten. Maar ik denk niet dat dat zo is.

Je zou het de hoop op een betere wereld kunnen noemen. Maar dat is waarom de leden ook Greenpeace steunen, Amnesty International, Doctors Without Borders of een programma dat dorpen in Afrika helpt zelfvoorzienend te zijn. (Wat allemaal tijdens de gesprekken werd genoemd.) De Correspondent raakt aan nog iets anders. Iets dat in zekere zin fundamenteler is dan de hoop op een betere wereld.

Het is het geloof dat we die wereld kunnen begrijpen, dat we erachter kunnen komen hoe we in deze puinzooi terecht zijn gekomen, dat de systemen die onze levens bepalen niet geheel ondoorgrondelijk zijn, dat de problemen waarmee we dagelijks geconfronteerd worden niet hopeloos ingewikkeld in elkaar steken. Ze hebben oorzaken. Ze hebben een achtergrond. We kunnen ze verklaren. Er zijn verantwoordelijken, die we aan kunnen wijzen.

En zolang het mogelijk is de wereld te begrijpen, om in te zien waar problemen vandaan komen, kunnen wij er iets aan doen. Dat is groot nieuws. En dat is misschien wel de belangrijkste verdienste van De Correspondent.

Dit artikel is uit het Engels vertaald door Laura Weeda.

Meer lezen?