Onder mijn balkon voetballen een paar jongens enthousiast. Totdat er twee ruzie krijgen vanwege een harde overtreding. De een schopt, de ander rent weg. ‘Hé, ophouden,’ schreeuw ik van mijn balkon naar de jongens. ‘Bemoei je met je eigen zaken,’ schreeuwt iemand terug. Ik mor nog iets moralistisch, maar ze gaan gewoon verder.

Het doet me denken aan mijn eigen jeugd. Een bricolage van gigaliters 3es-cola, uren op stoepjes zitten en voor je uit staren, stenen gooien, voetballen op het pleintje, elkaar sterke verhalen vertellen, het kopen van vijf kikkers voor een kwartje, vrijwel de hele dag op straat zwerven en pas naar huis gaan wanneer je honger had.

We stonden er geen seconde bij stil dat we in een ‘krachtwijk’ woonden.

Maar wie zich op ons pleintje wilde handhaven, moest zich eerst bewijzen. De opties waren nogal beperkt: vechten of voetballen. Elke dag deden we potjes Turken tegen Marokkanen. Natuurlijk waren we allemaal Nederlanders, maar natuurlijk dachten we er toen niet zo over.

Witte Nederlanders kwamen nauwelijks op ons pleintje. Jimmy durfde het wel aan, maar die kon voetballen. Vaak reed de politie langs, en niet noodzakelijkerwijs als toeschouwer van onze wedstrijdjes. We waren zogeheten hangjongeren, later leerde ik dat die extra surveillance behoeven.

Stuudjes en brillen waren niet cool. Dat vormde voor mij een probleem: ik had een bril, en zat graag in de boeken van onze plaatselijke bibliotheek die direct aan ons voetbalpleintje grensde. Terwijl ik naar huis sjokte, schaamde ik me soms voor mijn tas vol boeken.

We waren zogeheten hangjongeren, later leerde ik dat die extra surveillance behoeven

Zodra ik thuis was, trok ik snel de deur naar het sociale achter me dicht, en ging op bed lezen. Strips, kinderromans, en boeken over onzinnige wetenswaardigheden, zoals het aantal oogjes van de huisvlieg of het wereldrecord langste nagels op aarde. Dat staat op naam van Shridhar Chillal, uit India. Zijn duimnagel is 197,8 centimeter lang.

Gelukkig kon ik vrij aardig voetballen. Dat mijn kapotte bril met plakband bijeengehouden werd deed er niet toe, zolang ik mensen Een broos fundament, maar een nieuwverworven status waar je ten minste een week of twee op kon teren. Op een ruim een maand.

De pendule tussen het vechten en voetballen sloeg vooral uit naar het laatste, maar als iemand je zocht, dan moest je je mannetje staan. ‘Respect’ was het buitenste houten matroesjkapoppetje dat de allerbinnenste pop van onze fragiele mannelijkheid omsloot.

De ander stopt met rennen, draait zich om, en gaat de confrontatie aan. Tijdens zijn vluchtpoging moet hij zich hebben bedacht dat hij in deze straat woont, en ooit zijn netelige positie onder ogen moet komen. Omstanders joelen, stoken en moedigen aan: ‘Sla hem’ en ‘geef ‘m stoten.’

Dan pakt hij zijn bal, en loopt hij weg. De meesterzet van het pleintje.

Meer lezen:

De mooiste microrevolutie van het jaar heet Meryem Meryem is als leerling met een migratie-achtergrond een uitzondering op haar school in hartje Amsterdam. Docenten vragen ‘waarom ze niet naar een school is gegaan in haar eigen buurt’ en spreken over ‘wij’ en ‘jullie’. Dit is haar verhaal. Lees mijn column hier terug Het Nederlandse mannenvoetbal maakt kennis met iets nieuws: een vrouw als trainer Volgend seizoen traint Marlou Peeters - als een van de eerste vrouwen in Nederland - een jongensteam van een betaald voetbalclub. Lees het verhaal van Michiel hier terug Er leven veel meer Nederlanders in armoede dan we denken De armoede daalt volgens de officiële statistieken. Maar is dat wel zo? Ik dook in de cijfers en ontdekte dat schulden niet meetellen. Zo zien we tienduizenden mensen in armoede over het hoofd. Lees het verhaal van Jesse hier terug