Vier vragen over de etnische zuivering die nu plaatsvindt in Myanmar
Er wordt etnische zuivering gepleegd op de Rohingya, stellen de Verenigde Naties. Nobelprijswinnares en de facto leider van Myanmar Aung San Suu Kyi noemt de acties van het leger gerechtvaardigd. Hoe kan dit?
De 370.000 Rohingya die de afgelopen twee weken vluchtten vanuit de westelijke deelstaat Rakhine naar Bangladesh komen allemaal uit de noordelijke delen van Maungdaw, Buthidang en Rathedaung. Het zijn de laatste plekken in Myanmar waar omvangrijke Rohingya-gemeenschappen niet in afgesloten opvangkampen leven.
De exodus volgt op een militair offensief van het Birmese leger. Dit nadat Rohingya-rebellen eind augustus verschillende Birmese politiecontroleposten aanvielen. De schaarse berichten uit de regio zelf gaan over gerichte aanvallen op Rohingya: dorpen worden omsingeld en tot de grond afgebrand en er zou worden geschoten op vluchtende burgers.
Een schoolvoorbeeld van etnische zuivering, vat de Hoge Commissaris voor Mensenrechten van de Verenigde Naties Zeid Ra’ad al-Hussein het geweld samen.
Toch veroordeelt Nobelprijswinnares voor de Vrede én de facto president Aung San Suu Kyi het geweld niet. Ze noemt de acties van het leger geoorloofd en gericht tegen terroristen. Tegen toegestroomde internationale pers zegt ze zich niet te moeten bemoeien met Birmese binnenlandse aangelegenheden.
Hoe kan dit?
Waar komen de gewelddadigheden vandaan?
Het recente geweld komt niet uit het niets. Hoewel Rohingya al generaties in Rakhine State leven, worden ze door de overheid en veruit de meeste Birmezen nog steeds gezien als illegale migranten uit buurland Bangladesh. Ze genieten geen rechten en er gelden restricties in vrijwel ieder aspect van hun leven.
Eind 2015 bezoek ik Rakhine State en vat ik de situatie in een artikel samen als ‘een kroniek van een aangekondigde genocide.’ De Rohingya worden namelijk al generaties onderdrukt - en die druk neemt de afgelopen jaren alleen maar toe.
Zeker na 2010, als de militaire dictatuur aankondigt een democratie te willen worden. De politieke opening zorgt ervoor dat bestaande spanningen tussen boeddhisten en Rohingya aan de oppervlakte komen. Boeddhistische monniken zijn de grootste uitdragers van het idee dat islamitische Rohingya de macht willen grijpen.
De uitbarsting van geweld in 2012 en de stelselmatige onderdrukking van Rohingya blijven niet onopgemerkt
Als eind mei 2012 een groep Rohingya-moslims een boeddhistisch meisje verkracht en vermoordt, wordt het extreem gewelddadig. Woedende Rakhineboeddhisten nemen bloedig wraak op Rohingya, waarna Rohingya huizen van boeddhisten aanvallen en het geweld overslaat naar de hele regio.
Sindsdien wonen de meeste Rohingya in afgesloten opvangkampen of in afgelegen dorpen in de jungle. Ze worden geregeld aangevallen of vermoord door nationalistische boeddhisten of soldaten en altijd is er de vrees dat de geweldsuitbarsting van 2012 zich herhaalt. Iets wat nu dus is gebeurd.
De uitbarsting van geweld in 2012 en de stelselmatige onderdrukking van Rohingya blijven niet onopgemerkt. Via verschillende media en internet vinden zij een breed publiek. Dit geldt zeker voor de Rohingya-diaspora en islamitische gemeenschap, die met lede ogen aanzien hoe de Rohingya dagelijks lijden.
Die frustratie leidde ertoe toe dat de in Pakistan geboren Ata Ullah vorig jaar met steun van rijke sponsoren uit de Golfstaten het Arakan Rohingya Salvation Army (ARSA) opricht. De groep slaagt erin de steun van veel vooral jonge Rohingya te winnen, stelt de International Crisis Group.
Eind augustus vallen ARSA-leden voor de tweede keer in een jaar tijd enkele Birmese politieposten aan, waarbij tientallen doden vallen. Voor het Birmese leger is daarmee de maat vol en wordt de huidige militaire campagne ingezet.
Waar komt de haat vandaan?
De Rohingyacrisis is ook een media-oorlog. Mediakanalen van zowel nationalistische Birmezen als Rohingya verspreiden berichten die geënsceneerd of onjuist zijn.
Dat is een recente ontwikkeling. Waar het land vóór 2010 vrijwel afgesloten was van de buitenwereld, heeft nu vrijwel iedereen toegang tot internet en zijn er talloze onafhankelijke mediastations. Zo verspreiden haatpreken van nationalistische monniken, nepnieuws en allerlei beangstigende berichten over nietsontziend geweld zich razendsnel.
Als ik Rakhine State in 2015 bezoek, laten tientallen boeddhisten op hun smartphones filmpjes zien van moslims die boeddhisten aanvallen, IS-strijders die kerken platbranden en moslimbijeenkomsten die zich volgens de boeddhisten voorbereiden om de wereldheerschappij over te nemen.
Om hun woorden kracht bij te zetten, laat iemand zelfs een speech van Geert Wilders horen.
In Mandalay spreek ik ook Ashin Wirathu, een van de radicaalste boeddhistische monniken van het land. Hij noemt moslims ‘dolle honden’ die in toom moeten worden gehouden en vindt dat boeddhisten zich met geweld moeten verdedigen tegen ‘de snel oprukkende islam.’ Hij richt zich specifiek op boeddhistische jongeren en probeert hen via internet te bereiken.
De groeiende angst voor moslims vertaalt zich tijdens de verkiezingen dat jaar in Rakhine State in een klinkende overwinning van de Rakhine Nationalist Party (ANP). Deze partij richt zich fel tegen Rohingya in de deelstaat. Rakhine State wordt daarmee een van de weinige staten waar de partij van Suu Kyi niet wint.
De ANP geniet ook veel steun bij de lokale politie en het leger. Dat leger heeft de werkelijke macht in Rakhine State, waar het de grens met Bangladesh streng controleert. De machtige commandant Gen Min Aung Hlaing heeft duidelijk laten weten dat hij weinig sympathie voelt voor de Rohingya. En het zijn voornamelijk zijn mannen, gesteund door nationalistische Rakhineboeddhisten, die nu het geweld tegen Rohingya plegen.
En dat is een belangrijk punt: geweld en chaos komt sommige machtige personen in Myanmar vaak goed uit. Want hoewel het land op papier geen militaire dictatuur meer is, bezitten de leden van de vroegere junta nog steeds vrijwel alles in het land. Dat verdedigen ze ten kostte van alles. Onder de oppervlakte speelt er dan ook vaak meer dan wij zien.
De rellen tussen Rohingya en boeddhisten in 2012 leidden bijvoorbeeld af van demonstraties tegen de Shwe-pijplijn in Rakhine State, een miljardenproject dat olie en gas naar China doorsluist en leden van de voormalige junta veel geld zou opleveren. De protesten stopten toen de sektarische spanningen de aandacht opeisten.
En de huidige crisis zorgt ervoor dat het leger binnen Myanmar wordt vereerd, terwijl de kritiek van de internationale gemeenschap zich richt op Suu Kyi (die amper controle heeft op wat het leger doet in Rakhine State, zie hieronder). Daarmee loopt ze politiek zware schade op, terwijl het leger juist aan populariteit wint.
Waarom doet Suu Kyi niets?
De macht van Suu Kyi is beperkt. Hoewel haar partij in 2015 de verkiezingen overtuigend won, is ze geen president. Haar formele titel is ‘state counselor,’ een positie die ze zelf creëerde om een clausule in de grondwet te omzeilen.
De door haar aangestelde president Htin Kyaw doet wat zij zegt, maar ook zijn macht is gelimiteerd. De werkelijke macht ligt nog altijd bij het leger. De grondwet bepaalt dat het een kwart van de zetels in het parlement bezit en controle voert over drie belangrijke ministeries: Binnenlandse Zaken, Defensie en Grenszaken.
Na de verkiezingen van twee jaar terug moet Suu Kyi een manier vinden om met haar voormalige vijanden samen te werken. Daarbij moet ze een politiek mijnenveld oversteken, terwijl ze ook nog eens met handen en voeten gebonden is aan een door haar tegenstanders opgestelde grondwet.
Veel meer dan het veroordelen van het geweld tegen de Rohingya kan ze eigenlijk niet.
De werkelijke macht ligt nog altijd bij het leger
Dat ze dat tot nu toe niet heeft gedaan, is een politieke gok. De prijs die ze daarvoor betaalt is namelijk hoog. De meeste Birmezen zien de nu zo cruciale ARSA als een terroristische organisatie die wordt gefinancierd door buitenlandse machten en steunen de acties van het leger daartegen. Steun uitspreken voor de Rohingya staat dan gelijk aan politieke zelfmoord.
Het leger kan Suu Kyi en de democratisch gekozen regering namelijk op ieder moment afzetten. In het huidige klimaat is het niet ondenkbaar dat het daarbij steun krijgt van een deel van de bevolking.
Suu Kyi zit daarmee in een politieke houdgreep. Door toe te geven aan de internationale druk om het geweld te veroordelen, riskeert ze haar politieke levenswerk en is Myanmar weer terug bij af. Maar door niets te doen, wordt ze door de internationale gemeenschap gezien als hypocriet of zelfs het kwade genius achter een etnische zuivering.
Is er hoop?
Amper. Er vindt een etnische zuivering plaats en de situatie escaleert alleen maar. Al-Qaeda riep moslims afgelopen week op de Rohingya te hulp te schieten. Hoewel de Rohingya stellig ontkennen jihadisten te zijn, is het koren op de molen voor nationalistische monniken en media.
Ondertussen nemen de spanningen verder toe. Zo werd dinsdagavond in Yangon een 27-jarige man opgepakt die een moslimwijk was binnengegaan en dreigde inwoners te vermoorden.
Maar belangrijk is dat veruit de meeste boeddhisten en Rohingya het geweld van beide kanten afkeuren. De International Crisis Groupt stelt dat vooral oudere Rohingya zich tegen ARSA keren. Er zijn ook talloze boeddhistische Birmezen die zich actief verzetten tegen de haatpreken en het geweld van monniken zoals Wirathu.
En de gewelddadigheden worden door een minderheid gepleegd. Nationalistische boeddhisten aangevuld met gehersenspoeld klapvee, bijgestaan door machtige personen binnen het leger en de voormalige junta. Gerichte sancties, een interventiemacht en zware politieke druk kúnnen hen mogelijk stoppen.
En ja, het is begrijpelijk dat de internationale gemeenschap teleurgesteld is in Suu Kyi, maar vanuit de politieke context van Myanmar bezien niet geheel terecht. Het politieke pad dat ze bewandelt is spiegelglad en de huidige etnische zuivering zo mogelijk de grootste hindernis die ze ooit zal tegenkomen.
Maar: Suu Kyi staat bekend om haar stoïcijnse vastberadenheid. Als zij een plan heeft, voert ze dat uit. Het is te hopen dat de Rohingya nog in haar plannen voorkomen.
Rectificatie 18-9-2017: In een eerdere versie werd gesproken van genocide. Dit moet ‘etnische zuivering’ zijn en is aangepast.