Is Zuid-Afrika het Afrikaanse homoparadijs?

LiTer I (2012) Foto: Images courtesy of Zanele Muholi and Stevenson Johannesburg/Cape Town

Zuid-Afrika is het enige land op het Afrikaanse continent waar het homohuwelijk legaal is. Vluchtelingen uit andere Afrikaanse landen komen hierheen om vrij te kunnen kiezen wie zij liefhebben. Maar ter plekke is de realiteit minder rooskleurig.

Een jonge, gespierde god danst heupwiegend op de bar, gekleed in slechts een strakke boxer en een baseball cap. Om hem heen is het een en al bedrijvigheid: voornamelijk blanke mannen met zwartomrande brillen kijken vastberaden om zich heen op zoek naar een prooi. Ze dragen strakke shirts, die af en toe uitgetrokken worden op de klamme dansvloer.

Welkom in een van de vele homobars in Kaapstad, waar je de vrije mannenliefde tot in de vroege uurtjes kunt vieren.

Zuid-Afrika is het enige land op het Afrikaanse continent waar homorechten vastliggen in de grondwet

Als economisch, toeristisch en progressief zwaartepunt van Zuid-Afrika is Kaapstad de plek waar Zuid-Afrika naartoe trekt. Hier kan iedereen zijn seksuele voorkeuren vrij verkennen. De jaarlijkse vindt ook plaats in en doet in uitbundigheid niet onder voor de Amsterdamse versie. In het luxueuze tijdschrift Gay Pages staan foto’s van de parade: gespierde mannen poseren vol zelfvertrouwen voor de camera. Minuscule broekjes en leren accessoires bepalen tijdens de parade het

Zuid-Afrika is het enige land op het Afrikaanse continent waar homorechten vastliggen in de grondwet. De post-Apartheidregering heeft in de grondwet van 1996 discriminatie op basis van seksuele geaardheid strafbaar gesteld. Ook is in 2005 het aangenomen. In een aantal Afrikaanse landen wordt homoseksualiteit getolereerd.

Maar in de meeste Afrikaanse landen ziet de samenleving het als duivels of als ziekte, al dan niet uit het Westen meegebracht. Als gevolg vluchten veel Afrikaanse homo’s vanuit hun geboorteland naar Zuid-Afrika, in de hoop daar wél acceptatie van hun seksuele identiteit te vinden.

Links: Asanda Fanti (Zweden, 2011). Rechts: Mbali Zulu (Johannesburg 2010). Foto’s: Images courtesy of Zanele Muholi and Stevenson Johannesburg/Cape Town

Het hoort niet bij de cultuur

De vierentwintigjarige Junior is zes jaar geleden vanuit Democratische Republiek Congo naar Zuid-Afrika gevlucht omdat hij hier wel homo mag zijn. ‘Ik dacht altijd dat Zuid-Afrika een soort roze paradijs was,’ zegt hij. Het bleek niet te kloppen. ‘In Zuid-Afrika durven veel mensen niet voor hun seksualiteit uit te komen omdat ze bang zijn voor uitsluiting.’

Zo is het veel lastiger een baan te vinden als homoseksueel. ‘In het begin heb ik een tijdje in de prostitutie gewerkt, maar dat was niet echt iets voor mij.’ Junior ziet er extravagant uit en valt op met zijn modieuze kleding en getekende wenkbrauwen. Meerdere malen is hij bedreigd en in elkaar geslagen. ‘Er is zo veel homofobie hier. Bijna ben ik teruggegaan naar Congo, maar dat lost ook niets op. Daar is het nog erger.’

Haatmisdaden tegen homoseksuelen zijn in de townships van Kaapstad aan de orde van de dag. Ze komen voort uit de gedachte dat homoseksualiteit "on-Afrikaans" is. Tegenstanders van homorechten beweren dat homoseksualiteit door de blanke overheersers is meegebracht. Daarom is het onacceptabel. Zij menen dat het een koloniaal product is, oneigen aan de Afrikaanse identiteit. Daarnaast zou het tegennatuurlijk zijn; homostellen kunnen immers niet zomaar een gezinnetje stichten.

Tegenstanders van homoseksualiteit beroepen zich op de grondwettelijke culturele vrijheid, wanneer zij stellen dat het niet binnen hun gebruiken past

Ironisch genoeg kan homofobie in stand blijven omdat de Zuid-Afrikaanse grondwet heel progressief is. Het is zelfs een van de meest ter wereld. Na de repressie van de Apartheid werd in 1994 besloten dat in het nieuwe Zuid-Afrika elke etnische, religieuze, tribale of zich vrij moest kunnen bewegen. Tegenstanders van homoseksualiteit beroepen zich op deze grondwettelijke culturele vrijheid, wanneer zij stellen dat homoseksualiteit niet binnen hun gebruiken past.

Hoewel Zuid-Afrika op papier een utopie is, is de dagelijkse werkelijkheid minder rooskleurig. De Zuid-Afrikaanse lesbienne en activiste TJ zegt op nonchalante toon: ‘Homofobie is wijdverbreid. Ook bij de autoriteiten. Wanneer je het als aangifte durft te doen, behandelt de politie je waarschijnlijk als paria. Ze zeggen dat dit nooit gebeurd was als je een echte vrouw was geweest. Bovendien is er geen straf voor haatmisdaden. Het maakt de autoriteiten niet uit of een misdaad gepleegd is vanuit diepe haat jegens homo’s; in de praktijk beschermen ze ons niet.’

Gay pride in de township

Junior en TJ doen vrijwilligerswerk voor een Zuid-Afrikaanse ngo die zich inzet voor vluchtelingen- en homorechten. Deze week staat een in het township Nyanga op de agenda. Activisten en vluchtelingen proberen hier de aandacht te vestigen op homorechten in traditionele bevolkingsgroepen. TJ legt uit: ‘Hier in Nyanga is het geweld tegen homoseksuelen het heftigst. Neem bijvoorbeeld corrective rape: lesbiennes worden verkracht omdat mannen denken dat deze meisjes daardoor inzien dat ze toch hetero zijn.’

Zeker - het contrast van deze optocht met de beelden van de Cape Town Pride is enorm. Hier geen blote basten, leren pakjes en felgekleurde cocktails. Wel veel T-shirts bedrukt met activistische leuzen als ‘right to be’ en ‘homophobia hurts.’ Af en toe glittert een boa of een masker in de zon.

Om echt een vuist te maken tegen homohaat zou de hele homogemeenschap - blank en zwart, arm en rijk - zich moeten verenigen

Afgezien van een handjevol journalisten, is er geen blanke te bekennen. ‘Om echt een vuist te maken tegen homohaat zou de hele homogemeenschap - blank en zwart, arm en rijk - zich moeten verenigen,’ stelt TJ. ‘Maar dat gebeurt niet. De jaarlijkse parade in Kaapstad is veranderd in een oppervlakkig vertoon van rijke en voornamelijk blanke Zuid-Afrikanen. Zij hebben geen last van de problemen van andere bevolkingsgroepen die nog moeten vechten voor hun rechten. Vandaag komen ze dus niet opdagen.’

Links: Betesta Segale (Botswana, 2010). Rechts: Ayanda Magoloza (Johannesburg, 2012). Foto’s: Images courtesy of Zanele Muholi and Stevenson Johannesburg/Cape Town

Homo- en xenofoob

Een afgeladen truck rijdt door de straten van het township. De kleurrijke stoet volgt. Inwoners van township Nyanga betreden nieuwsgierig de straten. Sommigen kijken verontrust, anderen zingen mee met de traditionele liederen. De zon straalt en onder het berustende oog van de machtige Tafelberg lijkt deze dag een triomf voor de vrije liefde.

Was het maar zo’n feest. Want naast de homohaat, die toch ook in Zuid-Afrika heerst, kampen de homoseksuele vluchtelingen in Zuid-Afrika nog met een ander probleem: xenofobie. Veel Zuid-Afrikanen leven in armoede of hebben moeite hun baan te behouden. De werkloosheid hangt structureel op 25 procent - jeugdwerkloosheid rond de 50 procent - en de ongelijkheid is

Bovendien is Zuid-Afrika een van de meest criminele landen ter wereld. Immigranten zijn een makkelijke zondebok voor de problemen; Zuid-Afrika is namelijk ook het land met het Autochtone Zuid-Afrikanen menen dat de vluchtelingen hun banen inpikken en gebruikmaken van de schamele sociale voorzieningen zonder dat ze daar recht op hebben.

Bonnie is een zachtaardige Keniaanse dertiger en bi. Met ogen die verraden dat hij veel heeft meegemaakt, vertelt hij dat hij op straat vaker is uitgescholden vanwege zijn nationaliteit dan zijn geaardheid. ‘Ze roepen ‘kwerekwere’ dat ‘buitenlander’ betekent. Je moet altijd oppassen wanneer je in een township over straat loopt. In een groep gaat het goed, maar alleen of met z’n tweeën is het niet veilig,’ vertelt hij.

In 2008 kwam de vreemdelingenhaat tot tijdens rellen in de townships. Ruziezoekers vernielden winkels. immigranten ontvluchtten hun huizen en meer dan veertig van hen werden gedood. Een paar die zich niet snel genoeg uit de voeten maakten kregen te maken met de zogeheten halsbandmethode. Om hun nek kregen zij een autoband overgoten met benzine, die werd aangestoken. Een methode om berucht tijdens van de Apartheid.

Zuid-Afrika lijkt nu ook steeds minder toegankelijk te worden voor de homoseksuele vluchtelingen. In de staat dat vervolging wegens seksuele geaardheid een gegronde reden is om vluchtelingen op te vangen in Zuid-Afrika. Volgens de activisten komt het land deze belofte echter niet na. Junior: ‘De regionale regering in Kaapstad heeft langer dan een jaar geen asiel verleend. Volgens mij willen ze ons niet meer toelaten.’ Het is onduidelijk of homoseksuele vluchtelingen inmiddels weer asiel kunnen krijgen in Kaapstad.

Werk- en dakloos

De homoseksuele vluchtelingen in Zuid-Afrika bevinden zich tussen wal en schip. In hun land van herkomst lopen ze levensgevaar, maar ook Zuid-Afrika biedt geen thuis. Vaak zijn ze en hebben ze weinig rechten.

Het Pride Shelter in Kaapstad biedt homoseksuele vluchtelingen in dergelijke uitzichtloze situaties een toevluchtsoord. Voor maximaal twee maanden, daarna moeten ze vertrekken. Jan Richter, zelfverklaard moeder van het opvangtehuis, gevestigd in een rijke wijk, ziet de vluchtelingen als haar kinderen. Richter stoomt hen klaar voor de maatschappij: ‘Ze moeten wel dagelijks op zoek naar werk, anders leren ze nooit op eigen benen te staan. Ze hebben hun lot toch echt in eigen handen.’

Bonnie moet komend weekend zijn kale zolderkamer verlaten. Hij denkt niet dat hij er voor die tijd in slaagt de huur voor afgelopen maand van bij elkaar te sprokkelen. Misschien kan hij in het tehuis terecht? Liever dat dan één van de vele daklozen worden.

Op zoek naar liefde

In een ver verleden was Bonnie bibliothecaris in Kenia. Totdat hij zijn grote liefde ontmoette: David. Ze besloten te trouwen. Een priester, in het geheim ook niet wars van de mannenliefde, besloot hen in het echt te verbinden. Zogenaamd dan, want Kenia kent geen officieel homohuwelijk.

Toen het dorp waar hij woonde lucht kreeg van de "zonde" ging het mis. Bonnie’s huis werd in brand gestoken en David belandde in het ziekenhuis na mishandeling door buurtbewoners. Hierna hebben hun wegen zich gescheiden. David woont inmiddels in Tanzania, waar homoseksualiteit overigens ook strafbaar is, en heeft een nieuwe vriend.

Junior en Bonnie zoeken allebei een baan. En liefde. Bonnie: ‘Ik ga ook maar eens naar zo’n gayclub binnenkort, dat lijkt me spannend. Misschien kom ik daar iemand tegen.’

LiTer III (2012). Foto: Images courtesy of Zanele Muholi and Stevenson Johannesburg/Cape Town