Is er in Zuid-Soedan een nieuw Srebrenica in de maak?

Klaas van Dijken
Journalist, gespecialiseerd in (Zuid-)Soedan
'De Nuer die weten te ontkomen vluchten massaal naar de VN-basis vlak bij het internationale vliegveld in de Zuid-Soedanese hoofdstad Juba.' Foto: Adriane Ohanesian

In Zuid-Soedan is een burgeroorlog uitgebroken. De etnische groepen Dinka en Nuer bevechten elkaar, met 10.000 doden tot gevolg. Nu zitten 23.000 Nuer-mannen verscholen op een VN-basis vlak bij de hoofdstad Juba. Ik was in het kamp en schreef dit verslag.

Vorige week schreef ik een over het recente geweld in het jongste land ter wereld: Zuid-Soedan. Sinds december zijn daar 10.000 doden gevallen en 700.000 mensen op de vlucht geslagen.

Veel van die mensen zitten nu op de basis van de Verenigde Naties, in de Zuid-Soedanese hoofdstad Juba. Omdat het geweld zich kristalliseerde langs etnische lijnen - de Dinka versus de Nuer - zijn alle 23.000 burgers op de VN-basis van dezelfde etnische stam.

Ik bezocht de VN-basis, waar zo’n twintig Nederlandse militaire gestationeerd zijn. De vraag is: kan de VN veiligheid bieden, of is hier een nieuw in de maak?

De twintiger Chol durft best mee in de auto naar zijn eigen woonwijk. Hij is wel benieuwd hoe zijn buurt eruit ziet na de gevechten in december in de Zuid-Soedanese hoofdstad Juba.

Wat hij te zien krijgt valt niet mee. Hij schudt zijn hoofd als hij ziet dat alle poorten en deuren van de huizen zijn ingetrapt. De stilte is zo intens dat je het stof kunt horen waaien. Stoelen met afgebroken poten, foto’s en identiteitsbewijzen, een muziektrommel - het ligt allemaal even achteloos op straat.

Tussen twee huizen staat het karkas van een uitgebrande auto. In de winkelstraat is alles geplunderd en wapperen stukken door kogel doorregen plastic aan de marktkramen. Op een van de nauwe zandwegen trekt een legerpick-up een kapot busje voort dat is achtergebleven.

Angstig duikt Chol op de achterbank ineen zodra er militairen in het zicht komen. Hij wil zo snel mogelijk terug naar VN-basis bij het vliegveld. Daar lijkt het in ieder geval veiliger.

‘Stoelen met afgebroken poten, foto’s en identiteitsbewijzen, een muziektrommel - het ligt allemaal even achteloos op straat. Tussen twee huizen staat het karkas van een uitgebrande auto.’ Foto: Adriane Ohanesian
Wij hebben al deze mensen het leven gered en zullen ze blijven beschermen

Militairen betekenen voor Chol en een deel van de inwoners van Juba één ding: gevaar. Na een politieke twist in de regeringspartij breken er op 15 december vorig jaar in de militaire barakken gevechten uit tussen troepen die loyaal zijn aan president Salva Kiir, van de stam Dinka, en rebellerende soldaten die achter Riek Machar staat, een Nuer en voormalig De Dinka-militairen weten uiteindelijk de Nuer uit Juba te verdrijven en gaan van deur tot deur, op zoek naar mannen, vrouwen en kinderen van de Nuer.

De Nuer die weten te ontkomen vluchten massaal naar de VN-basis vlak bij het internationale vliegveld in de Zuid-Soedanese hoofdstad Juba. Het is de enige plek waar ze denken veilig te zijn. De VN openen de poorten en laten in de weken die meer dan binnen die allemaal moeten overleven op een plek die daar niet voor bedoeld is.

‘Wij hebben al deze mensen het leven gered en zullen ze blijven beschermen,’ beweert VN-woordvoerster Ariane Quentier op de basis. Maar de Nuer in het kamp zeggen zich nog lang niet veilig voelen en veiligheidsexperts twijfelen aan de vermogens van de VN om burgers te kunnen beschermen. De vredesmilitairen zijn volgens hen slecht getraind en niet gemotiveerd om burgers te beschermen.

Zuid-Soedan, een makkelijke post

De VN zijn aanwezig in Zuid-Soedan om de regering te helpen het land en, mocht dat nodig zijn, burgers te beschermen als er onlusten uitbreken. Het personeel is over het algemeen relatief jong en aan het begin van hun carrière, of juist ouder en aan het eind van zijn loopbaan. De huidige missie, die sinds juli 2011 loopt, jaarlijks Zuid-Soedan wordt door veel medewerkers als een ‘makkelijke post’ gezien. Ieder weekend zijn er feestjes op de basis. Prostituees zijn regelmatig op de basis te vinden.

De geweldsuitbarsting van afgelopen december is dan ook een volstrekte verrassing voor de VN. Unicef-woordvoerder Doune Porter in Zuid-Soedan denkt hoofdschuddend terug aan de eerste weken toen de vluchtelingen binnenstroomden. Er waren geen toiletten, geen water en weinig eten. Laat staan accommodatie. Nu is ze vooral positief gestemd. ‘Binnen no-time hebben we de mensen opgevangen en het kamp leefbaar gemaakt. Als je in het kamp rondloopt zie je vrouwen die enthousiast met van die gele plastic handschoenen de wc’s schoonmaken. Het hele kamp is trouwens erg schoon. Unicef-T-shirts heb ik niet eens meer. Iedereen in het kamp wil er eentje,’ ratelt ze. Ze geeft ook wel toe dat de situatie niet ideaal is. Mensen hebben weinig leefruimte en er is nog steeds onvoldoende drinkwater.

‘Er waren geen toiletten, geen water en weinig eten. Laat staan accommodatie.’ Foto: Adriane Ohanesian

Buiten het hek staan de tanks

Maar wie in het kamp zelf rondkijkt, krijgt toch een ander beeld. De meer dan 23.000 mannen, vrouwen en kinderen schuifelen langs elkaar heen. Hun kleren zijn vaak vuil en vol gaten. Het is het enige wat ze hebben kunnen meenemen op hun vlucht. De paar wegen die door het kamp lopen, zijn als een drukke winkelstraat op zaterdagmiddag. Moeizaam wijkt de menselijke stroom uiteen als een witte VN-pantserwagen langsrijdt.

Een gedeelte van het kamp is ingericht als markt, met waterverkopers, kramen om je telefoon op te laden en handeltjes in beltegoed. Sommigen luisteren hun kraam op met keiharde beats uit overstuurde speakers. Vlak bij de hoofdingang staan twee rijen voor de in haast gebouwde latrines. Een meter ernaast hebben mensen hun kamp opgeslagen, in de doordringende ammoniakgeur. Mensen liggen en zitten onder een zeil, een kleed of een kapotte vrachtwagen. Ieder schaduwplekje is bezet. Wie nog een kop thee wil drinken bij een geïmproviseerd theehuis, moet wachten op zijn beurt.

Hoe kan ik me veilig voelen als direct aan de andere kant van het hek tanks van de overheid staan?

Zo ook Matthew, een lange rustige man van ergens achter in de twintig met een verlegen blik. Wat onzeker over zijn Engels vraagt hij een vriend voor hem te vertalen. Als lid van de elitetroepen van de presidentiële garde, ook wel de Tijgerbrigade genoemd, was Matthew erbij toen de gevechten in de barakken begonnen, afgelopen december. Na een paar benauwde dagen wist hij te vluchten naar de VN-basis en te ontkomen aan militairen die op zoek waren naar Nuer-mannen. Al denkt hij niet dat de VN in kunnen staan voor zijn veiligheid. ‘Hoe kan ik me veilig voelen als direct aan de andere kant van het hek tanks van de overheid staan?’

En net als Matthew klagen veel anderen in het kamp over militairen die van buiten de hekken op mensen in het kamp schieten. Ze wijzen op het betonnen karkas van een gebouw van tientallen verdiepingen hoog, niet ver buiten het kamp. Van daaruit openen militairen regelmatig het vuur op kampbewoners. En meerdere keren per week stoppen pick-ups met militairen aan de rand van het kamp en schieten ze op vluchtelingen die net buiten de hekken baden of een handeltje drijven. Ze trekken zich niets aan van de vredesmilitairen die erbij staan en niet ingrijpen.

Volgens een van de vredesmilitairen wil het regeringsleger alleen onderlinge geschillen oplossen tussen vluchtelingen en schieten ze voornamelijk in de lucht. Dat soms gericht op burgers wordt geschoten komt volgens hem ‘omdat ieder land nu een keer z’n eigen standaarden erop nahoudt.’

‘Hun kleren zijn vaak vuil en vol gaten. Het is het enige wat ze hebben kunnen meenemen op hun vlucht. De paar wegen die door het kamp lopen, zijn als een drukke winkelstraat op zaterdagmiddag.’ Foto: Adriane Ohanesian

‘Wij zijn in oorlog met de VN’

Ook de regering toont weinig respect voor de Nuer. Sterker nog, de afgelopen weken keerde president Kiir zich een aantal keren openlijk tegen de VN-missie in Zuid-Soedan. In een interview met tv-zender Al-Jazeera geeft hij aan dat de VN ‘stilzwijgend de rebellen ondersteunen.’ De VN zouden rebellen voorzien van auto’s en ze een schuilplaats bieden in de ontheemdenkampen.

Woordvoerders van de regering gaan zelfs nog verder. ‘We zijn niet alleen in oorlog met de rebellen van Machar, maar ook met de VN,’ zegt tegen persbureau AP.

Naast dreigende woorden, worden ook burgers ingezet om de VN onder druk te zetten. Eerder deze maand staat een groep van duizenden boze demonstranten voor de poorten van de VN-basis, opgehitst na een anti-VN-toespraak van de president. Ze schreeuwen om het vertrek van de organisatie. De poorten van de basis zijn stevig op slot en de vredesmilitairen hebben wapens bij zich. Na een uur of wat, druipt de groep weer af.

5.000 soldaten beschermen 23.000 burgers

Een westerse diplomaat met jarenlange ervaring in Zuid-Soedan gelooft niet dat de VN de ruim 23.000 Nuer kunnen beschermen als het leger massaal besluit aan te vallen. Maar hij betwijfelt of president Kiir dat inderdaad zou doen.

Volgens hem is het Kiir vooral te doen om de invloed van de VN zo klein mogelijk te houden, zodat misdaden die zijn begaan in Juba niet verder worden onderzocht. Toch wil de diplomaat een mogelijke aanval op de VN niet geheel uitsluiten. ‘Vergeet niet dat het militaire leiders zijn die aan het roer staan. De meesten hebben geen notie van politiek of diplomatie en kunnen onverwachte beslissingen nemen.’

Vergeet niet dat het militaire leiders zijn die aan het roer staan. De meesten hebben geen notie van politiek of diplomatie en kunnen onverwachte beslissingen nemen

Maar de VN lijken zelf toch ook niet helemaal te geloven dat ze in staat zijn de Nuer voldoende te beschermen. Niet voor niets vraagt de missie in Zuid-Soedan na het uitbreken van de gevechten om vijfduizend extra troepen. Dat is een uitbreiding van 50 procent. Die uitbreiding wordt toegezegd en verschillende landen beloven manschappen te leveren.

Tot nu toe zijn er rond de driehonderd politieagenten bijgekomen. Die zijn echter niet getraind om in een oorlogssituatie te vechten waardoor het de vraag blijft of zij veel toegevoegde waarde hebben. Hoelang het nog gaat duren voor de andere troepen komen, kan VN-woordvoerster Ariane Quentier niet zeggen. Het kan weken of maanden duren.

‘De Nuer in het kamp zeggen zich nog lang niet veilig voelen en veiligheidsexperts twijfelen aan de vermogens van de VN om burgers te kunnen beschermen.’ Foto: Adriane Ohanesian

De VN kan burgers niet beschermen

Twee internationale particuliere beveiligingsexperts in Juba, waarvan één mede-verantwoordelijk is voor de algemene beveiliging van de VN-basis, zijn een stuk minder positief over de VN. Zij zeggen onafhankelijk van elkaar dat de VN-troepen absoluut niet in staat zijn burgers in het kamp te beschermen. ‘Er wordt nu al geschoten op mensen in het kamp en de VN doet er weinig tot niets tegen,’ aldus een van hen.

De ander wijst op het incident in de plaats Akobo, ten noorden van Juba. De VN-basis daar wordt op 20 december aangevallen door juist Nuer-milities, omdat Dinka in de basis schuilen. Dertig burgers en twee vredesmilitairen in de basis ‘Daar kon de VN burgers niet beschermen. Waarom zouden ze dat wel in Juba kunnen?’, vraagt de beveiligingsexpert zich af.

Woordvoerster Quentier gelooft er echter heilig in dat de relatie met de Zuid-Soedanese overheid weer zal verbeteren en het onwaarschijnlijk is dat de Zuid-Soedanese regering de VN echt aanvalt. ‘Ieder liefdesverhaal kent zijn pieken en dalen. We zitten nu misschien in een dal, maar ik ben er van overtuigd dat alles snel weer normaal zal zijn,’ zegt ze tegen de Britse televisie BBC.

Een nieuw Srebrenica lijkt misschien onwaarschijnlijk maar niets mag worden uitgesloten. Het conflict dat eind vorig jaar losbarstte kwam ook totaal onverwacht. En als de Zuid-Soedanese regering besluit de VN fysiek aan te vallen, dan lijkt de VN op dit moment niet in staat de burgers in het kamp in de hoofdstad Juba voldoende te beschermen.

Quentier zegt naar andere locaties op zoek te zijn, maar dat moet in samenwerking met de regering en die heeft tot nu toe nog geen nieuwe plek aangewezen. Volgens de regering kunnen de mensen in het kamp namelijk gewoon terug naar hun huizen. Het is veilig en de regering belooft haar burgers te beschermen. Maar mensen in het kamp zijn daar nog lang niet aan toe.

‘Volgens de regering kunnen de mensen in het kamp gewoon terug naar hun huizen. Het is veilig en de regering belooft haar burgers te beschermen. Maar mensen in het kamp zijn daar nog lang niet aan toe.’ Foto: Adriane Ohanesian