Hoe IJsland - het fascinerendste voetballand ter wereld - zich voor het WK plaatste
Het heeft de helft van de bevolking van Luxemburg en het ongunstigste voetbalklimaat denkbaar. Toch plaatste IJsland zich gisteren voor het WK. Hoe kan dat?
Het fascinerendste voetballand ter wereld?
Ooit was dat Nederland - een klein land dat meedeed met de beste van de wereld en tal van geniale voetballers afleverde.
Tegenwoordig is dat IJsland. Het land heeft net meer dan 330.000 inwoners (Nederland 17 miljoen), telt 20.000 geregistreerde voetballers (Nederland 1,2 miljoen), 74 voetbalclubs (Nederland een dikke 3.000) en een ongunstig klimaat voor een buitensport als voetbal.
En toch haalde IJsland bijna het WK van 2014, haalde het vorig jaar op memorabele wijze de kwartfinale van het EK, en plaatste het zich gisteren voor het WK van volgend jaar in Rusland.
En Nederland, met het perfecte voetbalklimaat, de perfecte voetbalcultuur en de perfecte infrastructuur, lukt dat niet.
Hoe hebben de IJslanders dat klaargespeeld?
En kunnen wij er lessen uit halen?
Ik maak binnenkort een langer verhaal over IJslands voetbalsucces, en ga er in januari of februari misschien op bezoek, om met name op die laatste vraag een antwoord te krijgen.
Maar hier alvast vijf mogelijke verklaringen.
Verklaring 1. Overal zijn voetbalvelden aangelegd
Het klimaat op IJsland is ongunstig voor voetbal. Toch kan elk kind vrijwel het hele jaar door voetballen.
Dat komt doordat de IJslandse overheid aan het begin van de eeuw besloot meer voetbalvelden aan te leggen, als onderdeel van een gezondheidsinitiatief van de overheid om de IJslandse jeugd van de sigaretten en alcohol te houden.
Niet alleen gewone buitenvelden, maar ook grote voetbalhallen met voetbalvelden van kunstgras én veel kleine, altijd bespeelbare kunstgrasvelden vlak bij scholen.
Je hoort het Sverrisson denken: het beste moet nog komen
‘Indoortrainingen kunnen drukke bedoeningen zijn,’ zegt Hakón Sverrisson, hoofd opleidingen van de grote club Breiðablik. ‘We hebben soms wel honderd kinderen op een half veld. Maar we kunnen nu tenminste spelen.’
De aanleg van de voetbalvelden wordt vaak als dé verklaring genoemd voor het IJslandse succes, cruciaal zelfs. ‘Cruciaal is wat overdreven,’ mailt Arnar Bill Gunnarsson, de technisch directeur van de IJslandse voetbalbond KSI. ‘De meeste spelers in de huidige nationale ploeg waren twaalf à veertien jaar toen die velden kwamen.’
Anders gezegd: die hebben er nog niet volledig gebruik van gemaakt. Nog anders gezegd: de generatie die eraan komt, heeft er meer baat bij gehad. De inkomsten van het succesvolle EK zijn bovendien geïnvesteerd in betere coaches voor nationale jeugdteams, volgens Gunnarsson.
Je hoort het ze denken: het beste van IJsland moet nog komen.
Verklaring 2. Elke trainer is hoogopgeleid
Belangrijker voor het succes, aldus Sverrisson, zijn de grote investeringen in trainersopleidingen.
IJsland heeft honderden coaches met hoge diploma’s (de zogenaamde UEFA Pro-, A- of B-diploma’s). Ook de jongste kinderen krijgen training van een coach met minimaal een B-diploma.
In Nederland - en vrijwel overal ter wereld - krijgen veruit de meeste kinderen training van een vader of moeder. Die doen hun best, maar hebben nauwelijks theoretische kennis of praktische ervaring.
In IJsland krijgen vierjarige spelertjes al goed georganiseerde training, zegt Sverrisson. Niet dat kinderen gedrild worden of tactisch moeten spelen - verre van, zegt hij. ‘Onze trainers weten hoe ze met kinderen moeten omgaan, hoe je ze moet enthousiasmeren. Veel trainers zijn ook leraar. Ik was tot dit jaar ook wiskundeleraar.’
Verklaring 3. Gelijke behandeling
Het is niet dat ze in IJsland radicaal andere trainingsvormen hanteren. Er zijn geen geheimen wat dat betreft, zegt Sverrisson. ‘Door het internet wisselen ideeën over trainingsvormen zich wereldwijd snel uit.’
Wel duidelijk anders is de gelijke behandeling van de IJslandse spelertjes. Of je nu goed bent of niet, als talent telt of niet, iedereen krijgt zo’n gediplomeerde jeugdtrainer.
Laatbloeiende talenten krijgen in IJsland ook een goede trainer
‘Als je contributie betaalt,’ zegt Sverrison, ‘heb je recht op dezelfde begeleiding als ieder ander. Jongen, meisje, talentvol of niet, van vier tot negentien jaar, iedereen heeft recht op begeleiding door een goede trainer.’
Dat is bij ons, en vrijwel overal elders, anders. De beste spelertjes komen al snel in de selectie-elftallen en krijgen de schaarse goede trainers. De rest ‘moddert maar wat aan,’ zoals de Nederlandse opleider Bastiaan Riemersma het laatst stelde.
Ook laatbloeiende talenten krijgen in IJsland een goede trainer, en kunnen zo alsnog worden opgemerkt. Dit is overigens niet zaligmakend: een oplossing voor het geboortemaandeffect hebben de IJslanders bijvoorbeeld ook niet.
Verklaring 4. Weinig talent gaat verloren
IJsland is dunbevolkt. Dat is een nadeel. Maar er zit ook een voordeel aan: er is geen talentvolle voetballer die onontdekt blijft.
Elk kind, zo zegt Sverrisson, probeert de sport uit, want IJsland is voetbalgek. Maar omdat de spelersaantallen niettemin erg klein zijn, net als het aantal plekken waar ze spelen, wordt elk kind goed bekeken.
Bovendien weet elk IJslands kind, en elke IJslandse trainer, dat het nationale elftal geen irrealistische droom is, maar uitermate haalbaar. Dat stimuleert.
Die factor helpt ook de Baskische club Athletic de Bilbao. Dat team heeft als beleid dat het alleen maar met Basken speelt, en beperkt zichzelf daarmee tot een relatief kleine populatie.
Zoals een opleider van ‘Athletic Club’ me eens zei, is dit voor alle betrokkenen een stimulans om net wat harder te werken.
Voor IJsland geldt vermoedelijk hetzelfde.
Verklaring 5. Late specialisatie
Voetbal is veruit de populairste sport in IJsland. Maar vrij weinig kinderen spelen alléén voetbal - de opleiders stimuleren juist dat kinderen meer sporten doen.
Ouders, zegt Sverrisson, komen soms bij Breiðablik langs met de vraag of hun zoon of dochter nog een vierde of vijfde training kan krijgen. Mogelijk zijn ze geïnspireerd door de zogenoemde (en te simpele) 10.000 uur-regel.
Maar voetbalopleiders in IJsland zien niets in een eenzijdige focus op voetbal. ‘Ik zeg ze altijd: denk ook aan handbal, basketbal, of karate,’ zegt Sverrisson. ‘Ze moeten niet alleen voetballen op zulke jonge leeftijd. Het is ook niet voor iedereen de beste sport.’
De risico’s van ‘vroege specialisatie’ zijn dat kinderen hun interesse verliezen, geblesseerd raken of slechts een beperkt aantal bewegingen leren. ‘Diverse ontwikkeling is belangrijk,’ zegt Sverrisson. ‘Het kan je ook een betere voetballer maken.’
Zo kan het - simpel voorbeeld - hebben geholpen bij de gevaarlijke inworpen van IJslands aanvoerder Aron Gunnarsson, die ook een geweldige handbalspeler is.
Meer lezen over IJsland?
Ik ga binnenkort hopelijk op bezoek op IJsland. Anderen deden dat al, op zoek naar de geheimen van de IJslandse sportcultuur.
De Volkskrant schreef afgelopen zomer over het rook- en drinkbeleid, de NOS volgde een maand later. The Guardian, Slate, de BBC, Sports Illustrated, en ESPN hadden goede verhalen.
Bijzonder uitgebreid zijn de verhalen op These Football Times over IJsland.