Het nieuwe kabinet heeft vooral oog voor werkgevers, niet voor onzekere werkenden
Wat doet het regeerakkoord voor de kwetsbaarste Nederlanders? Ik nam de voorstellen voor de onzekere werkenden onder de loep.
Wat betekent het deze week gepresenteerde regeerakkoord voor ‘werkende armen’ en voor ‘onzekere werkenden’?
Dat zijn de twee elkaar overlappende groepen waarop ik mij richt met het initiatief Alledaagse helden.
Lees hier meer over alledaagse helden en waarom die zo cruciaal zijn.
Ter herinnering: 5 procent van de werkenden leeft onder de armoedegrens. Voor hen geldt: werken loont niet. En één op de zeven Nederlanders behoort tot de ‘onzekere werkenden,’ de groep wier inkomen en arbeidspositie onzeker zijn.*
Hoopgevende zinnen over onzekere werkenden...
In de inleidende zinnen van de regeringsverklaring lijkt het kabinet-Rutte III werkelijk oog te hebben voor het onzekere deel van de beroepsbevolking. ‘Waar de een kansen ziet in robotisering, globalisering en innovatie,’ staat er, ‘vrezen anderen voor hun baan en voor die van hun kinderen.
Over wie het dan gaat? ‘Er zijn jongeren en mensen met middeninkomens die moeite hebben om vaste grond onder de voeten te krijgen, bijvoorbeeld omdat ze als flexwerker moeilijk een hypotheek kunnen afsluiten of geen betaalbare huurwoning kunnen vinden.’
Voor hen moeten er meer vaste banen komen. ‘Een flexibele arbeidsmarkt is een groot goed, maar kan ook doorschieten,’ luidt de regeringsverklaring. ‘Te vrijblijvende arbeidsrelaties leiden tot onzekerheid bij werknemers, verlies aan ervaring bij bedrijven en te weinig investeringen in kennis en opleiding. Wij willen een nieuwe balans tussen flex en vast.’
...de beleidsvoorstellen geven meer zekerheid...
Dat klinkt hoopgevend. Net als die tussenkop: ‘Werken moet lonen.’ Maar in de uitwerking toont dit kabinet zijn ware gezicht. De lastenverlichting komt vooral ten goede aan ‘werkende middengroepen en bedrijven die Nederland de afgelopen jaren door de crisis hebben geholpen,’ aldus de regeringsverklaring.
In de uitwerking toont dit kabinet zijn ware gezicht
Niet aan de werkende armen dus. Zij worden juist het hardst getroffen door hogere energiekosten en doordat het laagste btw-tarief op basisbehoeften van 6 naar 9 procent omhooggaat. Die uitgaven maken een relatief groot deel van hun inkomen uit.
En hoe zit dat met de flexibilisering van de arbeidsmarkt? Sinds 1980 is de sociale zekerheid in Nederland met een kwart verminderd, onder meer door versobering van sociale regelingen en flexibilisering. Breekt dit kabinet werkelijk met die afbraak? Gunt ze werknemers eindelijk meer zekerheid?
...maar zijn vooral voor werkgevers voordelig...
Vergeet het maar. Wel meer zekerheid, maar dan vooral voor werkgevers: ‘Veel verantwoordelijkheden voor de arbeidsrelatie zijn te eenzijdig bij werkgevers belegd. Wie fatsoenlijk omgaat met zijn werknemers, ondervindt concurrentienadeel van bedrijven die handige constructies bedenken om lonen te drukken en risico’s af te wentelen.’
Oneerlijke concurrentie op arbeidsvoorwaarden moet dus worden tegengegaan. En, ja, daar hebben werknemers ook last van, erkent de regeringsverklaring. ‘Vaste werknemers, flexwerkers en zzp’ers zijn onbedoeld concurrenten van elkaar geworden. Perspectief op een vaste baan is vaak ver weg. Dat geldt voor jongeren, dat geldt voor ouderen, en ook voor mensen met een arbeidshandicap.’
Conclusie van deze regering: de arbeidsmarkt moet worden gemoderniseerd.
Wat verstaat deze regering onder een modernisering van de arbeidsmarkt? ‘De sleutel naar een eerlijker arbeidsmarkt ligt in de gelijktijdige beweging: vast werk minder vast maken en flexwerk minder flex,’ zegt de regeringsverklaring. ‘Op de arbeidsmarkt is behoefte aan flexibiliteit, bij werk- en opdrachtgevers en bij werkenden.’
Die behoefte aan nog meer flexibiliteit is bij werkgevers ontegenzeggelijk een stuk groter dan bij werknemers. Zij worden door deze regering op hun wenken bediend. Ontslag van vaste werknemers wordt makkelijker. Werknemers met een contract voor bepaalde tijd moesten na twee jaar een vaste baan aangeboden krijgen. Dat wordt drie jaar. De mogelijkheden voor een langere proeftijd worden verruimd.
...wat staat daar tegenover: iets meer bescherming voor uitzendkrachten...
Wat staat daar tegenover voor werknemers? Een oneigenlijke manier om werknemers onder de marktprijs in te huren, wordt aangepakt. Dan hebben we het over het zogeheten ‘payrolling.’ Dat is een slimme constructie om de verantwoordelijkheid voor het werkgeverschap bij bedrijven uit handen te nemen. Het personeel komt in dienst van de payrollonderneming en hoeft dus niet volgens de cao van het inhurende bedrijf te worden betaald.
Bij dit voorstel is uitvoerbaarheid een belangrijke randvoorwaarde
‘Payrolling als zodanig blijft mogelijk,’ daar laat de regeringsverklaring geen twijfel over bestaan. Maar ze ‘wordt zo vormgegeven dat het een instrument is voor het ‘ontzorgen’ van werkgevers en niet voor concurrentie op arbeidsvoorwaarden,’ aldus de verklaring.
Dat betekent dat voor uitzendkrachten dezelfde primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden zullen gelden als bij het bedrijf dat hen inhuurt. Al komt de regeringsverklaring meteen met een disclaimer: ‘Bij dit voorstel is uitvoerbaarheid een belangrijke randvoorwaarde.’
...en meer bescherming voor zzp’ers...
Ook wil dit kabinet een einde maken aan de wildgroei van zzp’ers. Of eigenlijk aan het bestaan van zzp’ers die feitelijk geen zelfstandigen zonder personeel zijn, maar verkapte werknemers die door hun opdrachtgevers niet als zodanig worden erkend en overeenkomstig worden gehonoreerd.
‘Met name aan de ‘onderkant’ van de arbeidsmarkt is nog steeds sprake van schijnzelfstandigheid en concurrentie op arbeidsvoorwaarden,’ aldus de regeringsverklaring. De Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties heeft dat misbruik in de hand gewerkt en gaat dus op de schop.
In plaats daarvan komt een nieuwe wet die regelt dat zzp’ers die langer dan drie maanden minder dan 125 procent van het minimumloon verdienen, voortaan worden gezien als in vaste dienst. Hun opdrachtgever geldt voortaan als werkgever en zal dus vakantiegeld en werknemerspremies voor hen moeten betalen.
Al met al levert deze regeringsverklaring een nieuwe impuls voor flexibilisering van de arbeidsmarkt en meer bescherming voor werkgevers. Zekerheden van werknemers worden mondjesmaat vergroot, daar waar een deel van de werkgevers er ook bij gebaat is. Ondernemersorganisaties VNO-NCW en MKB kunnen heel tevreden zijn.