Hoe Sepp Blatter (ja, die Sepp Blatter) het voetbal redde van de vervelingsdood
Voetbal is populairder dan ooit, het WK in Rusland is hoogst onderhoudend. Dat was ooit anders – het WK voetbal van 1990 was vermoedelijk een van de saaiste evenementen in de geschiedenis van de mensheid. Tot een Zwitsers vriendenclubje onder leiding van Sepp Blatter ingreep.
Het wereldkampioenschap voetbal van 1990 in Italië was vermoedelijk het saaiste evenement uit de geschiedenis van de mensheid.
Het was een tempoloze, defensieve, doelpuntarme aangelegenheid, wat een columnist van The Washington Post tot een interessante theorie bracht over waarom de rest van de wereld ondanks alles toch zo gek was op dat saaie spel.
‘Misschien vinden ze het prima, een sport waarvan het belangrijkste kenmerk kansenarmoede is’, schreef hij. ‘Ze houden van de uitzichtloosheid [van het voetbal]; het voelt net als het echte leven.’
Ook het hooliganisme – destijds een populaire manier om je weekend te besteden – viel voor de columnist op zijn plek. ‘Opeens snap ik het: voetbalfans vechten met elkaar om wakker te blijven.’
Dit was meer dan de gratuite mening van verveelde Amerikanen. Ook doorgewinterde voetballiefhebbers beschouwden het WK destijds als mislukt schouwspel. Sterker: bij de FIFA en de Europese voetbalbond UEFA leefden grote zorgen. Voetbal dient als vermaak en spektakel – maar bood het dat nog wel?
UEFA-baas Lennart Johansson biechtte twee jaar later op dat hij zich van een voetbalwedstrijd ‘hooguit twintig minuten’ herinnert. ‘De rest is doorgaans uitermate boring.’
Was het spel – ‘het product voetbal’ – nog wel commercieel interessant?
Voetbal: zo agile als Silicon Valley
Johansson kon het nog niet weten, maar de verlossing was nabij.
Het WK van 1990 zette een wonderlijke keten van gebeurtenissen in gang. Het conservatieve voetbal reageerde zo agile als een start-up in Silicon Valley en maakte zichzelf binnen de kortste keren weer interessant – door middel van een kleine spelregelwijziging.
Op 13 december 1990 – op haar jaarvergadering – formeerde de FIFA een commissie die voorstellen moest doen om het spel te verbeteren. Twee maanden later stelde die commissie een nieuwe spelregel voor: een verbod op terugspelen op de keeper. Weer drie maanden later werd de regel voor de eerste en enige maal getest.
De nieuwe spelregels begonnen met een korte brief
En bij de eerstvolgende gelegenheid voerde spelregelcommissie IFAB – zo’n beetje het epicentrum van het wereldvoetbalconservatisme – als een early adopter van de bovenste plank de nieuwe spelregel in.
Dit proces – het invoeren van de regel die het voetbal redde van de vervelingsdood – begon vermoedelijk met een korte brief die ik onlangs in handen kreeg.
En het proces werd voltooid door een hervormingsgezinde FIFA-bestuurder die luistert naar de naam Sepp Blatter.
Spelbederf als een soort natuurwet
Een van de vele mensen die zich door het saaie spel tijdens het WK 1990 zorgen maakten om de toekomst van het spel was Daniel Jeandupeux, de Zwitserse trainer van de Franse club Caen.
Na het WK in Italië – ‘een vreselijk lelijk toernooi’, zegt hij telefonisch vanuit zijn woonplaats nabij Toulouse – ging Jeandupeux anders kijken naar wedstrijden die hij coachte. Zijn bijzondere aandacht ging uit naar wedstrijden waarin een ploeg vroeg op voorsprong kwam.
Met behulp van een van de eerste data-analyseprogramma’s in het voetbal – ‘Top Score’ – kon hij bepalen welke speler wanneer in balbezit was en hoelang dat balbezit duurde.
Het was bewerkelijk – ‘de software was niet heel gebruikersvriendelijk in die dagen’ – maar toen Jeandupeux klaar was, had hij resultaten die hij aanvankelijk niet kon of wilde geloven.
Want wat bleek?
‘Bij een voorsprong hadden keepers soms wel tien keer zoveel balaanrakingen als alle veldspelers opgeteld’, zegt Jeandupeux. ‘De cijfers waren verbijsterend.’
Bijzonder pijnlijk voor hem: ook voor zijn eigen ploeg klopte het. Jeandupeux stond voor aanvallend voetbal met Caen. Tenminste: dat dacht hij. Maar in diverse wedstrijden bleek dat de keeper, nadat Caen op voorsprong was gekomen, de speler was met de meeste balaanrakingen.
De verklaring was simpel: de mogelijkheid om terug te spelen op de keeper, en dat de keeper de bal veilig in zijn handen mocht pakken, bleek een magische aantrekkingskracht te hebben op vrijwel elke ploeg die op voorsprong was gekomen, als ware het een natuurwet.
Je kon eindeloos tijdrekken, en zo de wedstrijd winnen.
‘Lieve Walti, zulk balbezit gaat het spel vermoorden’
Jeandupeux zette zijn bevindingen in zijn korte brief, ‘getypt op een van de eerste Apple Macintoshes’,* die hij opstuurde naar zijn kennis Walter Gagg, destijds technisch assistent van de FIFA, en nauwe medewerker van secretaris-generaal Sepp Blatter.
‘Lieve Walti’, begon Jeandupeux zijn brief. Daarna legde hij uit wat hij had gedaan, met de data-analyse, en wat zijn bevindingen waren. Hij hield het kort en bondig.
Vrij vertaald uit het Frans: ‘Mijn keeper’* – de verontwaardiging en zelfwalging kun je tussen de regels lezen – ‘is een werkelijke kampioen tijdverliezen.’ En: ‘Zulk balbezit [het vele balbezit van keepers, MdH] gaat het spel geheid vermoorden.’
Jeandupeux kwam ook met oplossingen voor het probleem van het trage spel. Bijvoorbeeld dat er meer ballen rond het veld moesten liggen, zodat het spel sneller hervat kon worden. (Dit voorstel werd vrijwel direct overgenomen.)
Maar belangrijker was dit voorstel: ‘De keeper mag de bal niet meer oppakken als hij hem terugkrijgt van de speler aan wie hij de bal daarvoor gaf.’
Als dubieuze mensen goede dingen doen
Die brief kwam precies op het goede moment binnen bij de FIFA, zegt Walter Gagg, per telefoon. ‘Want [Sepp] Blatter was toen al bezig om de geesten rijp te krijgen voor [spelregel]verandering.’
Gagg en Blatter zijn geen vrienden meer. Decennialang trokken ze samen op in de FIFA. Na de corruptieschandalen, Blatters schorsing door de ethische commissie van de FIFA, en daarna diens terugtreden als FIFA-president, kregen Gagg en Blatter het aan de stok.
Maar dat laat onverlet, zegt Gagg, dat Blatter in de jaren tachtig en negentig volop bezig was met de toekomst van het spel. ‘Dat moet je ondanks alles gewoon zeggen: Blatter heeft zich hiervoor sterk gemaakt.’
Zichtbaarste daad: Blatter zette na het WK een commissie op – de Task Force 2000 – die moest studeren op manieren om het spel aantrekkelijker te maken.
Enter: voetbalvernieuwer Sepp Blatter
Via Andreas Herren – een voormalig woordvoerder van de FIFA, destijds verantwoordelijk voor spelregelexperimenten – krijg ik Blatter te spreken.
Het WK 1990 was een drama, zegt Blatter, telefonisch vanuit Zürich. ‘In 1990 wilde men geen goals scoren, zo leek het bijna. Maar het doel van voetbal is naar voren gaan, scoren, niet verdedigen.’
Ook de scheidsrechters leverden volgens Blatter een wanprestatie. ‘Er waren geen professionele grensrechters. Het waren vaak scheidsrechters die geen figurant [langs de zijlijn] wilden zijn. Er was er eentje die daarom maar heel veel ging vlaggen. En een keer weigerde een [beledigde] grensrechter zelfs om de scheidsrechter te helpen. Het was erg slecht.’
Op 13 december 1990 riep Blatter daarom de Task Force 2000 in het leven. Boegbeeld werd de ex-topvoetballer Michel Platini – ‘een diva van het voetbal’, aldus Blatter, ‘met veel charisma, naar wie mensen graag luisterden’. Ofwel: als je iets geregeld wilt krijgen, dan moet je een beroemde ex-prof voor je karretje spannen.
Iedereen wist wel dat het spel traag was, maar nu waren er ook cijfers
Een dag na de instelling van de Task Force stuurde Jeandupeux zijn brief naar de ‘lieve Walti’ Gagg. De brief van Jeandupeux kwam als discussiestuk op de agenda van de Task Force. ‘Die brief maakte grote indruk. Iedereen had wel een idee, iedereen wist wel dat het spel traag was. Maar nu waren er ook cijfers.’
‘Zijn stem woog zwaar in dit gremium’, zegt Blatter. ‘Jeandupeux was een trainer, een leraar, en een echte voetbalfilosoof, die wist dat voetbal meer was dan alleen maar kicking the ball. (...) Zijn vrouw kon trouwens voortreffelijk koken.’
Een zeer smalle basis voor een ingrijpende verandering
Zo overtuigend was die brief, of het bewustzijn dat het spel moest veranderen, dat het opeens heel snel ging.
Drie maanden later, geïnstigeerd door de Task Force, ging de spelregelcommissie van het wereldvoetbal – de IFAB – akkoord met een experiment. Tijdens het WK Onder 17, zomer 1991 in Italië, werd er gespeeld met een nieuwe regel: de keeper mocht terugspeelballen niet meer in de hand nemen.
Blatter sprak bij deze gelegenheden vrijwel dezelfde woorden als in de brief van Jeandupeux stonden. ‘Onze statistieken tonen iets bizars aan – de keeper is de speler die de meeste ballen ontvangt tijdens een wedstrijd.’
En: ‘Spelers, maar ook coaches en scheidsrechters, moeten hun instelling veranderen zodat voetbal de leidende sport blijft.’
De evaluatie – najaar 1991 – van het experiment op het jeugd-WK was ronduit positief. En met die resultaten op zak begon de FIFA bij de IFAB te lobbyen voor de daadwerkelijke invoering van de spelregel. Het was geen kleine opgave: de laatste serieuze spelregelwijziging, een aanpassing van de buitenspelregel, dateertde van 1925.
Bovendien: de bewijslast die Blatter en de zijnen in handen hadden was dun: één positieve evaluatie na één klein experiment. Het is precies de reden waarom Blatter kritiek heeft op het gebruik van de video-assistent-scheidsrechter (de ‘VAR’) op het huidige WK in Rusland. ‘Ze hebben het veel te snel ingevoerd, zonder het systeem goed te testen.’
Maar was de spelregelwijziging in 1992 niet eenzelfde geval? Dit ging niet om het handhaven van regels, maar om het invoeren van een hele nieuwe regel.
Blatter: ‘Dat klopt. Maar je moet het zo zien: de nood was hoog. Iedereen begreep dat het zo niet verder kon. Zo’n experiment bevestigde wat iedereen al voelde.’
Masseren van stugge geesten doe je zo
Wat hielp, was dat de kou uit de lucht was tussen de FIFA en de IFAB – de commissie die gaat over de spelregels van het wereldvoetbal.
Om historische redenen hebben de voetbalbonden Engeland, Wales, Noord-Ierland en Schotland veel macht in deze commissie. Het gaf de Britse voetbalbestuurders een gevoel van superioriteit. Blatter imiteert in zijn deftigste Engels:
‘Weeee have created the beautiful game, and we have introduced the Laws of the Game loooong before FIFA existed. Therefore, we are the Guardians of the Laaaaws of the Gaaame...’
Die houding was in de jaren zeventig verhard. Blatters baas João Havelange* had in zijn verkiezingscampagne voor het FIFA–presidentschap aangekondigd de spelregels te willen veranderen. Dat viel slecht bij de IFAB – jarenlang gingen de hakken in het zand.
De les voor Blatter was om daarna maar niets meer hardop te zeggen over de wens om de regels te veranderen. Dat zou de kans vergroten om dingen voor elkaar te krijgen, zegt Blatter.
‘De FIFA-delegatie was een stuk positiever. We zeiden niet meer per se te willen veranderen. (...) Onze instelling was: ‘Klopt, u bent de beste, u bent de grootste, maar wacht u nu eens even. Luistert u eens naar wat spelers en trainers te zeggen hebben, en naar wat het spel dient.’
Een simpele vergadertruc
Wat ook hielp, volgens Blatter, was dat hij een voorbespreking van de IFAB–vergadering invoerde. Blatter had voor elkaar gekregen dat de secretarissen van de bonden – voor de FIFA was hij dat dus – voortaan een dag van tevoren de agenda met elkaar te bespreken.
‘Dan kon je al peilen, en beïnvloeden, hoe men dacht. Daardoor werden de zittingen [waar druk op stond, want er werden besluiten genomen] geen ruziegesprekken meer. (...) Het werd meer een samenwerking, en minder ‘FIFA tegen de Britse bonden’.’
Het breed gedeelde chagrijn over de saaiheid van het voetbal, het harde bewijs in de vorm van Jeandupeux’ analyse, en de samenwerking met de IFAB leidde al snel tot vertrouwen dat de spelregels gewijzigd konden worden. Op een persconferentie eind 1991 presenteerde de FIFA als feit dat er een regelverandering zou komen.
En inderdaad: op 30 mei 1992 besluit de IFAB – Blatter: ‘unaniem, iedereen in de vergadering was voor’ – om de regel per 25 juli 1992 in te voeren.
Gagg: ‘Ik denk zelf dat de IFAB helemaal niet zo stug is [als men zegt]. Voor goede argumenten staat men open. Maar het is helemaal niet zo makkelijk om goede argumenten te vinden om het spel te veranderen.’
Hoe het voetbal veranderde (en Ajax profiteerde)
Toen gebeurde er iets grappigs. De voetbalpers en de prominenten die jarenlang hadden zitten zeuren over het saaie voetbal... zeurden over de spelregelwijziging die dit tegen moest gaan.
Allerlei horrorscenario’s kwamen voorbij. Verdedigers zouden in paniek de bal naar voren gaan trappen, keepers zouden worden geschonden in hun mensenrechten (sic), en er zouden meer botbreuken bij keepers komen – omdat aanvallers op hen af zouden sprinten bij terugspeelballen.
Verdedigers zouden in paniek de bal naar voren gaan trappen, keepers zouden worden geschonden in hun mensenrechten
Paniek en chaos waren er ook – eventjes. Op voetbalvelden wereldwijd gingen keepers en verdedigers in de fout. In Frankrijk verloor geestelijk vader Daniel Jeandupeux er wedstrijden door. ‘Mijn keeper wist zich echt helemaal geen raad met de regel. Dat was natuurlijk wel erg grappig.’
Er waren ook (tijdelijke) winnaars van de regelwijziging. Bijvoorbeeld het Ajax van Louis van Gaal, die enkele maanden daarvoor trainer van Ajax was geworden. Dat zegt Frans Hoek, zijn toenmalige keeperstrainer, per e-mail. ‘Het was voor ons een enorm voordeel. Het type keepers dat we hadden was al goed in het voetballen als veldspelers. We hebben er in balbezit (...) een elfde veldspeler bij.’
Maar ook als de tegenstander de bal had, waren er voordelen. De meeste keepers waren immers niet goed met hun voeten. ‘We dwongen ze tot terugspelen naar hun keeper, en dat leidde met de juiste manier van druk zetten tot veel voordeel voor ons.’
Kleine veranderingen, grote onvoorspelbare impact
De langetermijneffecten van de regel waren veel groter.
‘[De invoering van de terugspeelregel] was het begin van een nieuwe, opwindende, meer onderhoudende periode van de sport’, schrijft Michael Cox in The Mixer, zijn geschiedenis van 25 jaar Premier League, de Engelse voetbalcompetitie. ‘Een waterscheiding die grootscheepse verandering teweegbracht en een snellere, technisch vaardiger sport schepte.’
Al binnen enkele weken na de invoering was dat te zien. Het was niet meer wachten op de onvermijdelijke, geestdodende terugspeelbal; het was wachten op het volgende moment van spanning.
Jeandupeux: ‘Het heeft de sport gelukkig veel boeiender gemaakt. Daar ben ik blij om, wat mijn rol ook precies was. Maar het hielp natuurlijk dat we elkaar kenden, als Zwitsers onder elkaar. De lijnen naar de FIFA waren kort.’
Achteraf is het redelijk onvoorstelbaar hoe ploegen, als ze eenmaal op voorsprong waren gekomen, onder de oude regels de wedstrijd nog konden verliezen.
Zonder de spelregelwijziging, schrijft Cox, zou de Premier League nooit zo’n miljardenproduct zijn geworden. De grote, wereldwijde vraag naar voetbal op televisie was zo groot, dat corruptie* onder voetbalbestuurders, rond het verkopen van rechten om voetbal uit te zenden, om zich heengreep.
Wat ons terugbrengt naar een van de mannen met wie het allemaal begon.
Als je het rad van de tijd kan terugdraaien
Als je Sepp Blatter interviewt over spelregelvernieuwing, en zijn positieve rol daarin, zei een vriend tegen me, dan voelt dat voor voetbalfans toch een beetje alsof je Adolf Hitler interviewt over zijn schilderkunst.
Want nee, Blatter gaat vermoedelijk niet de geschiedenis in als voetbalheld – zelfs al heeft hij verdiensten voor de sport. Hij gaat de geschiedenis in als de leider van een organisatie waarin corruptie voorkwam – zonder dat hij ooit zelf voor corruptie is veroordeeld door een rechtbank, zoals hij zelf ook benadrukt. (Wel veroordeelde de ethische commissie van de FIFA hem.)
De Zwitserse justitie doet nog steeds onderzoek. Ik vraag hem uiteraard naar de zaak, maar veel wil hij er niet over zeggen, zoals hij dat eigenlijk nooit doet.
Heeft hij dan nergens spijt van? Had hij achteraf iets anders willen doen? ‘Natuurlijk denk ik weleens over het een en ander na’, zegt hij. ‘Maar je kunt het rad van de tijd toch niet terugdraaien...’
Hij gaat er verder niet op in. ‘Ik weet natuurlijk hoe mensen over mij denken. (...) Maar over mijn inzet voor de ontwikkeling van het voetbal [zelf] kunnen ze me niet zwart maken.’
Noot: dit is - uiteraard - geen definitieve geschiedenis van de terugspeelregel. Ik heb een aantal directe betrokkenen gesproken, zoals Walter Gagg, Sepp Blatter, Guido Tognoni, Andreas Herren, en Daniel Jeandupeux, en zo veel mogelijk krantenartikelen doorzocht. De IFAB kon geen andere informatie verstrekken anders dan de notulen die ik zelf online vond. Wie meer weet, of wie iemand kent die meer weet - ik hoor het graag! Met dank aan Ben van Maaren voor overleg en meelezen.