Op 12 juni 2014 raakt de Iraaks-Koerdische fotograaf Kamaran Najm Ibrahim (dan 33) gewond als hij gevechten tussen de en IS fotografeert ten zuiden van de Iraakse stad Kirkuk.

In eerste instantie wordt er door verschillende Maar de volgende dag belt Najm kort met zijn familie. Hij is meegenomen door IS-militanten naar de nabijgelegen stad Hawija.

Ondanks de enorme inspanningen van zijn familie en vrienden, hebben ze sinds 13 juni 2014 niets meer van Najm vernomen. Of hij gevangen zit, gedood of gevlucht is - het blijft pijnlijk onduidelijk.

Lange tijd deden ze er publiek het zwijgen toe, uit angst voor repercussies door IS. Nu hebben Najms naasten besloten de stilte te verbreken en teken ik zijn verhaal op.

Omdat het misschien tot nieuwe aanwijzingen leidt, aldus zijn familie. En omdat het de risico’s die lokale journalisten lopen onder de aandacht brengt, aldus zijn Nederlandse vriendin Jantine van Herwijnen.

Een zandstorm in Noord-Irak. Foto: Kamaran Najm / Metrography

Najm wilde andere verhalen over Irak vertellen

De dan 19-jarige Najm krijgt in 2000 zijn eerste camera van zijn broer. Hij schiet rolletje na rolletje vol en speelt zich in de kijker bij (inter)nationale media als hij de Amerikaanse invasie fotografeert.

Hoewel hij de oorlog van dichtbij kan vastleggen en daar veel succes mee heeft, wil hij meer dan dat. Hij vraagt zich af, vertelt hij mij later: waar is de schoonheid?

Dat gevoel groeit als hij foto’s instuurt van een bomaanslag in Kirkuk, waarbij dertig doden vallen. Ze worden afgewezen omdat er ook een aanslag in Mosul is die dag, waarbij 35 doden vallen.

Concurreren om doden, dat vindt Najm niet goed voelen

Concurreren om doden, dat voelt niet goed.

In een zegt hij erover: ‘Ik kan niet zeggen dat het vangen van dit soort momenten niet belangrijk is, maar het is niet het hele verhaal over Irak. Ik weet, en dat weten mijn collega’s ook, dat er veel meer verhalen zijn die we moeten maken.’

Dus richt hij eind 2009, met de Amerikaanse fotograaf Sebastian Meyer, het eerste Iraakse foto-agentschap op: Niet alleen om te laten zien dat Irak méér is dan geweld, maar ook om te laten zien dat lokale fotografen Irak soms beter kunnen vastleggen dan buitenlandse.

Het agentschap groeit snel en krijgt talloze grote afnemers, waaronder Der Spiegel, The Washington Post en Vanity Fair. Verschillende fotografen van het agentschap zijn inmiddels niet meer weg te denken uit de

Oliesmokkelaars wachten buiten hun tent op afnemers van hun waar. Foto: Kamaran Najm / Metrography

Najm leefde alsof de schoonheid altijd overwint

Ik leerde Najm eind 2012 kennen. Ik was net klaar met mijn studie en probeerde zonder veel geld of ervaring in Syrië en Irak journalist te worden.

Via een bevriende journaliste kwam ik bij Najm terecht. Hoewel hij druk was, vond hij altijd tijd anderen te helpen.

Zo gaf hij gratis les aan jonge fotografen, organiseerde hij exposities met veelbelovende Iraakse fotografen en liet hij Iraanse gastarbeiders overnachten op een zolder boven zijn kantoor.

Daar was ook nog een plekje voor mij. Overdag mocht ik werken in het kantoor van Metrography, ‘s avonds spraken we uren over journalistiek.

Najm weigerde zich neer te leggen bij ‘de manier waarop media werken.’ Hij wilde de verhalen maken waarvan hij vond dat de wereld ze moest kennen, en niet wat de wereld van hem verwachtte.

Dat betekende: niet alleen maar bommen, bloed en geweld, maar ook de schoonheid van Irak. Zoals hij het zei: ‘Over de mensen die iedere dag leven, maar die je nooit ziet.’ Zoals de foto’s bij dit artikel.

Een ander voorbeeld van de aanpak van Metrography was het werk van Ali Arkady, die een Iraakse soldaat volgde die een been verloor. Na de publicatie meldde een dokter zich, die hem gratis hielp aan een kunstbeen.

Foto’s kunnen iemands leven veranderen, vond Najm.

Zelf werden Najm en zijn Nederlandse vriendin Jantine van Herwijnen toen ze elkaar kusten in het Azadipark in de Noord-Iraakse stad Suleimaniya - op de plek waar conservatieve moslims een beeld van twee kussende mensen hadden vernield.

De ophef in het uiterst conservatieve Iraaks-Koerdistan overviel hen. Hoewel Najm werd bedreigd, zei hij tegen de Engelse krant ‘Het was een protest tegen de mensen die het beeld kapot hadden gemaakt.’

Hij leefde alsof de schoonheid altijd zou overwinnen.

Een reparateur van de Iraakse overheid herstelt een elektriciteitskabel na een autobom in Kirkuk. Foto: Kamaran Najm / Metrography
Kinderen voetballen naast gasvlammen aan de rand van Kirkuk. Foto: Kamaran Najm / Metrography

En toen was Najm verdwenen

Toen IS oprukte, stond hij vooraan om de gebeurtenissen vast te leggen. Want ook dat hoorde bij zijn werk, dat zou hij nooit ontkennen.

Zijn verdwijning ging als een schokgolf door de regio en de internationale journalistengemeenschap. Maar vrijwel niemand schreef zijn verhaal op, uit angst dat IS erachter zou komen wat voor een bijzonder en geliefd persoon hij in handen had.

Vrijwel niemand schreef zijn verhaal op, uit angst dat IS erachter zou komen wat voor geliefd persoon hij in handen had

Nu Islamitische Staat in de regio zijn einde nadert, wil de familie het verhaal toch bekend maken. In die keuze schuilt het laatste beetje hoop dat hij nog in leven is, maar ook een oproep aan de wereld: sinds de opkomst van IS stierven ruim en ruim 280 wereldwijd. Vrijwel geen van de moorden werd opgelost.

Het werk van Najm stelt nog een andere belangrijke vraag. Is het niet beter om lokale fotografen zelf aan het woord te laten, in plaats van hen telkens opnieuw te vragen om beelden van dood en geweld?

Als we naar Najms beelden kijken, zien we een Irak dat veel mooier en hoopvoller is dan wij over het algemeen zien. De wereld wordt beter, kan beter, en dat komt door de mensen die er middenin leven. Najm is hier zelf misschien nog wel het beste voorbeeld van.

Lees ook:

Laten we het vandaag over lokale journalisten hebben. Want ze zijn in gevaar De afgelopen vier jaar schreef ik over verschillende vergeten conflicten. Maar wat als je als journalist zelf in zo’n conflict woont? Ik sprak drie verslaggevers over hun levensgevaarlijke werk. Want van de ruim 213 journalisten die in 2014 en 2015 werden vermoord, bestond ruim 90 procent uit lokale verslaggevers. Lees hier mijn verhaal over het levensgevaarlijke werk van lokale journalisten Hier is journalistiek dodelijk. En harder nodig dan ooit De Filipijnen behoren tot de gevaarlijkste landen voor journalisten ter wereld, toch kent het land een levendig journalistiek landschap vol reporters die er niet voor terugschrikken de waarheid voor het voetlicht te brengen. Met fotograaf Andreas Stahl volgde ik een van hen op reportage. Lees hier mijn reportage over het werk een Filipijnse oorlogsjournalist