Gratis pakketbezorging bestaat niet. Deze wegwerpwerknemers betalen de prijs
PostNL bezorgt onze post en pakketten zo goedkoop mogelijk. Er is ook een schaduwkant: medewerkers krijgen weinig zekerheid voor veel werk. Stakende wegwerpwerknemers in Groningen dwongen PostNL op de knieën.
Maury van der Tuuk (46) werkt sinds ruim een jaar als uitzendkracht in het pakketsorteercentrum van PostNL in het Groningse Kolham.
Daarvoor heeft ze jaren in de schoonmaakbranche gewerkt, het laatst bij het Van der Valk-hotel in Assen. Nooit was ze in vaste dienst: bij Van der Valk werd ze na drie tijdelijke contracten bedankt. ‘Anders moeten ze je in dienst nemen,’ weet ze. ‘Dat doen ze nooit.’
Maury behoort tot het groeiende leger wegwerpwerknemers. Dat zijn werknemers die het laagst mogelijke loon krijgen voor een deeltijdbaan waar ze onmogelijk van kunnen leven.
Voordat ze duurder worden of meer rechten krijgen, worden ze gedumpt. Of eerder, als de opdrachtgever een goedkopere mogelijkheid ziet.
Voortijdig op straat komen staan, precies dat dreigde Maury in het sorteercentrum te overkomen. Net zoals haar veertig collega’s in de avondploeg.
Dit verhaal maakt deel uit van mijn onderzoek naar alledaagse helden. Lees hier hoe jij mee kunt helpen.
Hoe de gemeente bespaart door mensen als Maury
Maar laat me eerst vertellen hoe PostNL in Kolham aan zijn goedkope handjes komt. Dat dankt ze aan de gemeenten Slochteren en Hoogezand-Sappemeer, die samen een reïntegratiebedrijf hebben dat uitkeringsgerechtigden aan het werk moet helpen.
Vrijwel alle werknemers van de avondploeg in Kolham zijn afkomstig van dit bedrijf, BWRI genaamd. Mensen met een uitkering krijgen er een ‘leerwerktraject’ aangeboden van drie maanden. Bij weigering kan de uitkering worden gekort.
Wat ze met dat traject opschieten? Jakob Meijer (47), een van Maury’s collega’s, zou het niet weten, vertelt hij me via de telefoon. Een halve middag instructie, meer tijd is er volgens hem niet nodig om het simpele werk van pakketsorteerder te doen.
Werkervaring opdoen? Jakob heeft 25 jaar als assistent-bedrijfsleider van een supermarkt gewerkt. In het werkritme komen? De avondploeg werkt van zeven of acht uur totdat alle pakketten gesorteerd zijn tussen twaalf en één uur. Ruim 20.000 pakketten in ‘normale’ maanden, boven de 30.000 in de laatste maanden van het jaar.
In de eerste drie maanden dat uitkeringsgerechtigden zoals Jakob worden ingezet, werken ze als volwaardige krachten. Met behoud van uitkering, zonder een extra cent te verdienen. Wat PostNL betaalt voor elk pakketje dat ze sorteren, vloeit rechtstreeks naar het reïntegratiebedrijf. Een flinke besparing op het gemeentelijk bijstandsbudget.
Na die drie maanden legt het reïntegratiebureau de uitkeringsgerechtigden een uitzendcontract voor negen maanden voor. Wie tekent, ontvangt voortaan het minimumloon, grofweg 800 euro netto per maand.
Dat is minder dan ze volgens de cao van PostNL zouden verdienen. Dus vult de gemeente het deeltijdloon tot het niveau van een bijstandsuitkering aan. Zo bespaart de gemeente opnieuw.
Niet dat dit werk ooit leidt tot een reguliere baan, al zegt het reïntegratiebedrijf dit wel te beogen. Het contract voor negen maanden wordt in de regel niet verlengd. Wie langer werkt, zou recht hebben op een net iets hoger loon. De contractarbeiders worden dus ingeruild.
Hoe Maury en haar collega’s te werk gaan
Terug naar Maury en de avondploeg. Ik had hun werk graag met eigen ogen gezien, maar de ‘woordvoerder Corporate Communicatie a.i.’ van PostNL kan mijn verzoek voor een rondleiding ‘niet honoreren.’
Daarom moet ik het met de beschrijving van Maury doen. Ik spreek haar in Hoogezand in een flatwoning vlak bij het spoor. Ze woont hier sinds een scheiding, met haar zestienjarige dochter.
Het sorteercentrum van PostNL in Kolham ligt op een bedrijventerrein vlak bij een snelweg, vertelt Maury. Het is een gigantische loods met ijzeren karren, lopende banden, afvoergoten en nog meer karren. De dienst begint met de aankondiging van het aantal pakketten dat die avond moet worden verwerkt. De voorman wijst elke werknemer op welke plaats hij of zij moet staan.
Maury’s plaats is altijd dezelfde. Zij voert karren aan met pakketten, die vier van haar collega’s op de band moeten gooien. Dat is vaak rennen, want niemand mag ook maar een ogenblik droog staan, en in sommige karren liggen maar drie reusachtige pakketten. Pakketten die te groot zijn of zwaarder dan 35 kilo kunnen niet op de band en gaan naar de ‘handstraat,’ waar ze handmatig worden verwerkt.
Maury’s taak is het allersimpelst, vindt ze zelf. Haar collega’s langs de machine hebben het veel moeilijker omdat ze de pakketten over de afvoergoten naar de karren van juiste postcodegebieden moeten geleiden. Een fout is snel gemaakt, het tempo ligt hoog: zevenhonderd tot achthonderd pakketten per uur per persoon.
Hoe de wegwerpwerknemers in opstand komen
In de zomer is het in de loods snikheet, in de winter ijskoud. Airconditioning is er niet, verwarming nauwelijks. Die barre omstandigheden leidden in de eerste helft van dit jaar tot een voorzichtige actie, waarmee vakbond FNV voor het eerst voet aan de grond in het sorteercentrum kreeg.
Het lijkt een paradox: de slechtst betaalde, slechtst beschermde werknemers zijn over het algemeen het slechtst georganiseerd. Ze hebben geen geld voor vakbondscontributie, ook al bedraagt die voor een bijstandsgerechtigde maar 8,10 euro per maand. Misschien vinden ze dat de vakbeweging het kwetsbaarste deel van de beroepsbevolking te lang veronachtzaamd heeft.
Maar in Kolham begint de victorie. De actie om de avondploeg aan warme vesten te helpen, had binnen vier weken resultaat. Dat voedde het vertrouwen in de vakbond. Eendracht maakt toch macht.
En die macht hadden ze sneller nodig dan ze hadden verwacht. Als een bom sloeg in september het bericht in dat PostNL een andere onderaannemer had gevonden om het sorteerwerk te doen. Nog goedkoper. Met minder personeel. Onderaannemer annex reïntegratiebureau BWRI werd bedankt. De uitzendkrachten van BWRI konden natuurlijk altijd bij het nieuwe bedrijf solliciteren, Young Capital genaamd.
Maury en haar collega’s voelden daar niks voor: ze wilden hun werk niet kwijt. Al was het maar voor het contact met collega’s, voor de wetenschap dat ze werkten voor hun geld.
Zo gebeurde wat in de wereld van de wegwerpwerknemers tamelijk ongekend is. Eerst protesteerden ze bij het hoofdkantoor van PostNL. Daarna gingen ze, op woensdagavond 4 oktober, in staking. Ze eisten een vaste baan.
Hoe Maury en de anderen (tijdelijk) succes hebben
Het had groot nieuws moeten zijn. Prominent in alle kranten, op radio en tv: onderbetaalde, slecht beschermde werknemers willen zo graag werken dat ze vechten voor hun baan. Mét succes.
Want na vier dagen ging PostNL vorige maand overstag. Het concern besloot ‘de werkrelatie met BWRI voorlopig voort te zetten.’ ‘Om onrust te voorkomen.’ Contracten van de avondploeg werden tot 1 juli 2018 verlengd.
Het is een symbolische overwinning, Maury en haar collega’s maken zich geen illusies. Ze zijn al druk aan het solliciteren. PostNL zal hun contracten niet opnieuw verlengen. Een vaste baan bij het sorteercentrum zit er voor hen niet in.
En hoe de strijd van de wegwerpwerknemers verder gaat
De echte strijd voor arbeidszekerheid en hogere lonen begint pas. Hij strekt zich uit tot al die andere plaatsen waar werknemers als wegwerpartikelen worden behandeld.
Om te beginnen binnen PostNL. Want ook de achttien overige pakketsorteercentra van dat concern krijgen hun goedkope handjes via reïntegratiebedrijven en uitzendbureaus.
In andere schakels van de pakketbezorgingsketen bedient PostNL zich al net zo enthousiast van trucs om wet- en regelgeving te omzeilen en zo arbeidskosten te verlagen.
Neem die duizenden koeriers die de pakketjes keurig thuis bezorgen. Op papier zijn dat veelal zelfstandigen zonder personeel. In werkelijkheid zijn ze vaak volledig van PostNL afhankelijk, volgens de letter van de wet dus in loondienst, maar zo worden ze niet behandeld en betaald.
Masja Zwart van het FNV-team Handhaving & Naleving noemt het ‘verbijsterend hoe PostNL zijn verantwoordelijkheid als werkgever bij de pakketbezorging ontloopt.’ Het bedrijf zet de toon op die markt met een aandeel van zo’n 70 procent.
Schijnconstructies om de arbeidskosten te drukken komen ook buiten de pakketmarkt op grote schaal voor, zoals in de installatiesector en de bouw. Ze zijn moeilijk aan te pakken, ondermeer door leemten in de wetgeving.
Zo schrijft de wet* weliswaar voor dat uitzendkrachten hetzelfde moeten worden beloond als vaste krachten. Dat geldt dus ook voor de sorteerders in Kolham. Maar op overtreding staat geen boete. Controle op naleving heeft voor de toezichthouder, Inspectie SZW, geen enkele prioriteit.
Maury is in mijn ogen het prototype van een alledaagse held. Ze heeft altijd alles gedaan wat in haar vermogen lag om het hoofd boven water te houden. Anders dan haar collega’s die als bijstandsgerechtigden in het sorteercentrum belandden en later een uitzendcontract kregen, heeft zij nooit een bijstandsuitkering ontvangen. ‘Als je gezond bent en kunt werken, moet je werken,’ vindt Maury. Daarom heeft ze zich destijds in Kolham als uitzendkracht gemeld.
Zij en haar dochter kwamen het afgelopen jaar rond van de ruim 800 euro netto per maand die ze in het sorteercentrum verdient. Ver onder de armoedegrens. Maar rondkomen lukt niet langer. Ook haalt ze haar kleren bij de Kledingbank en heeft ze zich aangemeld voor de Voedselbank. Ze heeft een afspraak met de gemeente om haar financiën op orde te krijgen. Ze redt het niet meer zelf, erkent ze met pijn in het hart.