Deze technisch directeur belichaamt de ware voetbalrevolutie

Michiel de Hoog
Correspondent Sport
Christian Heidel. Foto: Alex Grimm / Bongarts / Getty Images

Christian Heidel is technisch directeur van Schalke 04, een van de grootste voetbalclubs van Europa. Bij die club radicaliseerde hij in zijn geloof in het gezonde verstand. De revolutie die hij doorvoerde - op het gebied van trainers, scouting en jeugdvoetbal - is een voorbeeld voor het hele voetbal. Ook voor het Nederlandse.

Het duurt bij Christian Heidel, de technisch directeur van de Duitse club Schalke 04, even voordat je doorhebt dat hij misschien wel de grootste revolutionair is in het wereldvoetbal.

Dat komt omdat hij niet praat als een disruptor. Hier zit geen briljante geleerde, geen contra-intuïtief denkend genie, geen kantelaar of omdenker. Wat hij zegt, volgt niet het TED-model. Zo van: je dénkt dat het zo zit, maar eigenlijk zit het he-le-maal anders; dat alles wat je over voetbal weet verkeerd is.

Integendeel.

Heidel spreekt met de no-nonsense-dictie van een tweedehandsautoverkoper, wat waarschijnlijk komt doordat hij een voormalig tweedehandsautoverkoper is.

Niets van wat hij zegt over trainers en scouts is niet al eens eerder bedacht. En alles is al eerder gedaan: op zolderkamers, op blogs, binnen jeugdopleidingen, of bij kleinere voetbalclubs.

Het verschil is dat Heidel deze ideeën loslaat op een van de van Europa - Schalke, de immens populaire club uit het Ruhrgebied.

Je gezond verstand gebruiken en ernaar handelen - dat is in het voetbal genoeg om met alle conventies te breken.

Geradicaliseerd gezond verstand

Bij zijn eerdere club, het Mainz 05, waar hij van 1992 tot 2016 in de directie zat, verrichtte hij een klein wonder.

Dat leunde op een conclusie die hij daar op een zeker moment trok: veel trainers hadden een indrukwekkend cv, maar ze maakten zijn ploegen niet beter. ‘Ervaring,’ zo vertelde hij me ‘is een overschatte eigenschap.’

Naam of faam deden er voor hem niet meer toe. Hij hanteerde nog maar één criterium: intelligentie.

Een van de coaches die hij zo aanstelde, was inmiddels trainer bij Liverpool. Een ander was Thomas nu de meest gewilde werkloze trainer van Europa.

Christian Heidel. Foto: TF-Images / Getty Images

Zo maakte Heidel van Mainz, de kleine Tweede Bundesligaclub, iets wat het eigenlijk niet kon zijn: een stabiele Bundesligaclub. Dat viel ook op bij Schalke, dat hem in de zomer van 2016 als technisch directeur.

Schalke is een grote, maar al jaren onderpresterende club, met een trouwe maar aanhang, die wordt gevolgd door een klein peloton van kritische verslaggevers.

Het zou in zekere zin dus logisch zijn geweest als Heidel wat gas terug zou nemen. Bij het kleine Mainz kun je wat uitproberen en falen. Bij Schalke gaat je kop eraf.

Maar in plaats van zich te matigen, radicaliseerde Heidel in zijn geloof in het gezonde verstand. Zo bleek deze zomer - toen hij zijn tot nu toe grootste en meest controversiële beslissing nam.

Heidel stond onder druk: de eerste trainer onder zijn bewind eindigde het seizoen 2016/2017 als tiende, De volgende trainer moest succes hebben.

Zijn antwoord?

Hij stelde ene Domenico Tedesco aan, een volstrekt onbekende, 31-jarige trainer, die er net als proftrainer op had zitten, bij het nietige Erzgebirge Aue uit de Tweede Bundesliga.

Het is alsof Feyenoord, om er na een crisisjaar weer bovenop te komen, de assistent-trainer van Helmond Sport benoemt als hoofdtrainer.

Dat vergt, zogezegd, ballen van gepantserd edelstaal. En dus zocht ik Heidel weer op, deze keer in Gelsenkirchen - om te weten hoe hij daartoe was gekomen.

De beste trainers zitten in het jeugdvoetbal

Zelf vond Christian Heidel zijn keuze helemaal niet zo gewaagd. Goede trainers, zegt Heidel, komen nu eenmaal vrijwel altijd uit het jeugdvoetbal.

‘Daar hebben ze zich langzaam ontwikkeld. De ex-profs, die direct na hun spelerscarrière het vak in willen rollen, niet. Zij worden een half jaar assistent-trainer van de A-jeugd van hun club, en melden zich dan voor de cursus [om proftrainer te worden].’

‘Maar daar kijken ze alles af bij die goede jeugdtrainers. Die zijn gemiddeld ruimschoots beter - zowel analytisch als retorisch. Ze weten wat het is om voor een groep te staan, ze kunnen de aandacht van de spelers erbij houden. Dat doet Domenico zo goed: die begeestert de spelers voor tactiek, voor training, voor de nabespreking.’

‘Niettemin zijn ex-profs vaak een veilige keuze [voor clubs]. Het publiek denkt immers: ex-profs, die weten alles, die hebben alles meegemaakt. (...) Maar dat is een misverstand. Een goede leerling maakt nog geen goede docent.’

Wat Heidel zegt, is logisch en al veel vaker gezegd en geschreven. Maar probeer je voor te stellen dat zijn evenknieën bij Feyenoord, Ajax en PSV - Martin van Geel, Marc Overmars of Marcel Brands - zoiets zeggen.

Nee, dat lukt mij ook niet.

En Heidel gaat nog een stap verder: hij handelt ernaar.

Een wonder bij Erzgebirge Aue

Jaren geleden had hij Tedesco al eens bezig gezien als trainer van een jeugdelftal van Hoffenheim, toen hij een jeugdploeg van Mainz vernederde.

In maart van dit jaar werd Heidel daaraan herinnerd, toen hij een nieuwsbericht las over Tedesco’s aanstelling bij Erzgebirge Aue, zonder er verder veel aandacht aan te besteden.

Twee maanden later was Tedesco zo’n beetje het enige waar hij zich mee bezighield.

Domenico Tedesco. Foto: TF-Images / Getty Images

Bij Aue was namelijk iets sensationeels gebeurd. Toen Tedesco het daar overnam, stond Aue laatste in de Tweede Bundesliga. Met nog elf wedstrijden te gaan moest hij degradatie zien te voorkomen - hij had niet de makkelijkste eerste baan als profcoach uitgekozen.

Maar niet alleen lukte hem dat, het lukte Heidel citeert uit zijn mentale dossier: ‘Sinds zijn aantreden haalden maar twee ploegen meer punten dan Aue: Hannover en Stuttgart, de twee ploegen die promoveerden naar de Bundesliga.’

De vraag was: lag dit inderdaad aan Tedesco?

Heidel zegt zelf te weinig van voetbal te weten om daarover wat te zeggen. Dus liet hij enkele experts - hij wil niet zeggen wie, maar/want ‘iedereen kent ze, en dat wil ik niet in de krant hebben’ - wedstrijden van Aue analyseren.

Hun bevindingen?

‘Ze speelden een compleet ander voetbal,’ zegt Heidel. ‘Met een andere formatie, een stabiele verdediging, een duidelijk plan. Precies wat wij vorig seizoen niet hadden. Het waren dezelfde spelers, zeiden mijn experts, maar het was een compleet andere ploeg. Dat moest volgens hen aan de trainer liggen.’

Hoe je een controversiële trainer aanstelt

Dat Tedesco een goede trainer was, wist hij dus al toen hij hem belde voor een gesprek.

In mei nam Heidel het besluit om de zittende trainer, Markus Weinzierl, te vervangen, als ze een beter alternatief konden krijgen. ‘De enige vraag die ik nog had, was hoe Tedesco als mens is.’

Drie gesprekken voerde hij met Tedesco, van ʼs ochtends vroeg tot ʼs avonds laat. ‘In die gesprekken probeer je iemands karakter te toetsen. Zie je zo iemand voor je in de kleedkamer? Maar ik was meteen diep onder de indruk. Daar zat geen schuchtere 31-jarige jongen, die opkeek tegen mijn 25 jaar ervaring.’

‘Hij legde me kraakhelder uit hoe [Schalkes] laatste paar wedstrijden waren verlopen. Hij legde haarfijn uit wat hij anders zou doen. En - dat was doorslaggevend - hoe hij dat doordeweeks zou trainen.’

‘De meest trainers die ik meemaakte, die doen dat niet eens. Wat ze door de week deden, had nauwelijks betrekking op de wedstrijd in het weekend. Ze deden maar wat.’

De sollicitatiegesprekken met Tedesco verliepen in het diepste geheim. Op de club wisten maar weinig mensen van Heidels plan. Want, zo zegt Heidel, ‘als je hier met mensen praat, dan staat het een dag later in de krant.’

‘Als het was uitgelekt’, zegt Heidel, ‘dan was het een groot probleem geworden. Dan hadden de kranten geschreven: ‘Zijn ze daar gek geworden? Schalke kiest middelmaat!’

Je komt daar niet meer van af, zegt Heidel. ‘Het punt met sommige kranten: ze kiezen een positie, en houden daar dan lang aan vast. Ze zullen nooit toegeven dat ze het aan het verkeerde eind hadden.’

Operatie-‘Hou-De-Krant-Te-Vriend’ slaagde. Mogelijk ook omdat het zo onwaarschijnlijk was, wat Heidel ging doen.

Het strakke optreden van Tedesco deed de rest - kritiek op de aanstelling was er nauwelijks

Hij wilde Tedesco nog een keer live bekijken, bij de laatste wedstrijd van Aue tegen Düsseldorf, voordat hij een beslissing nam. ‘Dat was grappig,’ zegt Heidel. ‘Mensen zagen mij daar zitten, en dachten: voor welke speler komt híj dan hier? Die zijn toch allemaal veel te slecht [voor Schalke, MdH]. Niemand kwam op de gedachte dat ik voor Tedesco kwam.’

Pas een dag voor zijn officiële aanstelling lekte het nieuws uit, ‘maar niet vanuit hier, maar vanuit Aue.’ Het strakke optreden van Tedesco deed de rest - kritiek op de aanstelling was er nauwelijks.

Youtube plaatst cookies bij het bekijken van deze video Bekijk video op Youtube
Kijk hier de eerste persconferentie terug van Domenico Tedesco als trainer van Schalke.

En de media?

‘Die kunnen nu geweldig met hem overweg.’ Ongetwijfeld geholpen door de goede resultaten - Schalke staat tweede, achter het ongenaakbare Bayern München.

Sprankelend is het spel nog niet, zegt Heidel. ‘Maar dat komt nog wel. We hebben nu structuur, heldere plannen, tactische flexibiliteit.’ Hij noemt een wedstrijd in het bijzonder, de uitwedstrijd tegen Hertha BSC.

‘In Berlijn hebben we als het ware per Knopfdruck de speelwijze aangepast. Hij [Tedesco] zei: die gaan we compleet verrassen. Normaal gaan we niet voor balbezit, maar wel. Niet zozeer om zelf te scoren, maar als verdedigende tactiek. Dat - ze hebben niet één keer op goal geschoten. Dat vond ik zo geweldig.’

Een lage pet op van scouts

Zoals Heidel denkt over trainers, zo denkt hij over scouts.

Scouts hebben een speciale status in het voetbal, als vroege herkenners van groot voetbaltalent, die wel zien wat gewone stervelingen zoals jij en ik niet kunnen zien.

Dit is wat hij zegt over scouts:

‘Er worden zo veel legenden gecreëerd rondom scouts. Alsof ze met een bus rondrijden in afgelegen voetbalgebieden en dan spelers ‘ontdekken.’ Dat is echt quatsch.’ Scouts, zegt hij, zijn te vaak voormalige spelers ‘die een baan krijgen als scout, omdat ze ooit goed waren als speler.

Christian Heidel. Foto: TF-Images / Getty Images

‘Nou, ik heb ze leren kennen. Ik zag ze vaak aan de bar in de viplounge van een stadion. Hen de wereld rondsturen levert veel te weinig op. Dan vliegen ze met hun vrouw naar dat land, zitten ze in een chic hotel, gaan ze naar de wedstrijd. Als ze terugkomen, dan zeggen ze: hij is een tikje langzaam, maar wel een goede speler, dus die moeten we nemen. En dat was dat.’

Ook bij Schalke was de scouting inefficiënt. ‘Ik wist de kosten en de baten, en het leverde niks op.’ Het kan anders, structureler, efficiënter - en Heidel verbouwde de scouting van Schalke begin dit jaar compleet.

Excelsior deed een tijdje terug het huurde een student in om tegen een onkostenvergoeding spelers voor hen te scouten op video. Dus niet het land of de wereld in, maar gewoon eindeloos beelden kijken, als aanvulling op de traditionele scouting.

Heidel doet hetzelfde bij Schalke - maar dan niet met één maar met zevenentwintig studenten. En die 27 studenten zijn niet een aanvulling op de scouting, een experiment, nee, zij zíjn de scouting.

Hoe Heidel de scouting hervormde

Al in Mainz vroeg Heidel zich af hoe hij de enorme spelersmarkt kon overzien. Daar koos hij voor twee videoscouts die op kantoor veel video keken. Nog beter: veel videoscouts veel video te laten kijken, via het video-analysebedrijf

‘Toen we de vacature uitschreven, regende het werkelijk aan sollicitaties. Uiteindelijk selecteerden we vooral studenten sportwetenschap.’

Het werkt zo: elk seizoen komen de scouts twee keer bijeen op de club, om twee dagen nauwgezet getraind te worden in het herkennen van het type speler dat de club zoekt. Voor elke positie heeft Heidel in combinatie met de trainer een profiel opgesteld waaraan hij moet voldoen.

Elk rapport ziet er hetzelfde uit, en alles wat de scout schrijft, moet hij met beelden ondersteunen

Hij toont een rapport van een speler uit de Oostenrijkse competitie: vier A4’tjes droog proza, opgesteld, volgens een vast format. ‘Elk rapport ziet er hetzelfde uit, en alles wat de scout schrijft, moet hij met beelden ondersteunen. Dus van deze jongen hebben we ook een clipje in ons archief.’

Elke scout moet op basis van deze criteria voor zijn competitie een schaduwelftal voor Schalke opstellen: de scout voor Nederland moet dus de elf spelers uit de Eredivisie selecteren die voor Schalke interessant en haalbaar zijn. (‘In Spanje kun je wel Messi in je schaduwelftal zetten, maar dat heeft weinig zin.’) En dus eventueel gekocht kunnen worden.

Twee keer per seizoen kan zo’n scout op een imaginaire rode knop drukken. Dan hebben ze een speler gezien waarvan ze denken dat hij een directe aanwinst voor Schalke is. ‘In dat geval gaat een van de twee live-scouts naar een wedstrijd, met de videoscout.’

Wordt een speler op basis van de aanbeveling van de scout aangetrokken, dan krijgt de scout een bonus.

De achteruitkijkspiegel is groter dan de voorruit

Ook op een derde terrein is Heidel begonnen Schalke te verbouwen - letterlijk.

Heidel loopt naar het raam van zijn werkkamer, die uitkijkt op het stadion en het trainingscomplex van Schalke. ‘Ik ben hier nu al anderhalf jaar, en ik weet nog steeds niet waar de jeugdopleiding is.’

Christian Heidel. Foto: TF-Images / Getty Images

Wat hij bedoelt: Schalke, een grote, rijke club, heeft geen aparte faciliteiten voor de jeugdopleiding. Geen fatsoenlijk gebouw, krakkemikkige kleedkamers, ‘en zo’n beetje het slechtste kunstgrasveld van Duitsland.’

Als een vader of moeder met hun talentvolle zoon komt kijken, en hij ziet bij andere clubs een state-of-the-art-complex, dan kiezen ze voor die andere club. Schalke kan zich dat niet meer veroorloven, denkt Heidel.

‘Jarenlang heeft deze club de filosofie gehad dat hij dure spelers kon kopen,’ zegt Heidel. ‘Daar is niks mis mee, overigens. Maar we leven inmiddels in een andere tijd. Er zijn clubs bij gekomen die lachen om ons geld.’

Het probleem, zo legt Heidel in het gesprek meerdere malen uit, is dat Schalke ‘een club is met een grotere achteruitkijkspiegel dan voorruit. De houding was hier te lang: zo deden we het vroeger toch ook?’

Toen hij net bij Schalke was gekomen, bekeek hij de vergaderkamer van de raad van commissarissen. Het hing vol foto’s van oude elftallen. ‘Zijn er ook foto’s van het heden?’, vroeg ik. ‘Nee, die zijn er niet.’ Toen zei ik: oké, dan hangen we nu een lege lijst op, zodat we weten wat ons te doen staat.’

Een voorbeeld voor het Nederlandse voetbal

Wat succes is, voor Heidel?

‘Mijn doelstelling is om op termijn per drie jaar twee keer Champions League en een keer Europa League te spelen. Als dat lukt, dan explodeert deze club. Dan gaan we naar 200.000 leden, en doen we bovenin weer helemaal mee.’

Met de metafoor van de achteruitkijkspiegel heeft Heidel het over Schalke - maar je kunt hem ook zo over het hele voetbal neerleggen, of over het Nederlandse voetbal.

Overal worden beslissingen genomen niet zozeer omdat ze goed zijn, maar omdat ze normaal zijn, en geen reputatieschade opleveren. ‘De ervaring leert dat het beter is voor je reputatie om conventioneel te falen dan onconventioneel te slagen,’ de econoom Keynes over deze mentaliteit.

Maar Heidel heeft daar lak aan - en daarmee kan hij een les zijn voor het Nederlandse voetbal. Onconventioneel zijn, dat klinkt misschien eng, maar het hoeft niet met ingewikkelde concepten. Dat kan ook met gezond verstand.Met dank aan Tobias Escher

Verder lezen?