Maak kennis met de voetballer die een bal ‘van hier naar Londen’ kan gooien
Het is een van de opmerkelijkste transfers in jaren: Mikkel Mena Qvist stapte vorig jaar over van een Deense hoofdklasseclub naar een eredivisieteam. Daar maakt hij nu indruk met zijn grote wapen: een fenomenale inworp.
De ambitie van Mikkel Mena Qvist om profvoetballer te worden was wel zo’n beetje uitgedoofd.
Hij was 23, invalbasisschoolleraar en speelde al drie jaar bij Lyseng - een club in de Deense hoofdklasse -, zonder dat iemand buiten Lyseng er veel acht op sloeg.
Tot woensdagavond 31 augustus 2016.
Toen speelde Lyseng in het bekertoernooi van het Deense voetbal tegen Horsens, een club uit de Superliga, het hoogste niveau.
De halve wijk was uitgelopen voor de strijd van David tegen Goliath - wat neerkwam op 650 betalende toeschouwers.
David won bijna. Pas in blessuretijd wist Horsens een blamage te voorkomen. Uitblinker bij Lyseng: een sterke 2,03 meter lange centrale verdediger met de naam Mikkel Qvist.
‘Hij was snel, hij won al zijn kopduels, hij was fysiek sterk, en wat op dat niveau uitzonderlijk is: hij was rustig aan de bal,’ zegt Bo Henriksen, coach van Horsens.
En dan was er nog iets.
‘Als hij een inworp nam...hij kon de bal van hier naar fucking Londen gooien. Ik kon het niet geloven. Waarom speelde zo’n goede speler, met zo veel potentie, in de hoofdklasse?’
‘Bij, met alle respect, Lyseng?’
Gescout als basisschoolleraar
Het antwoord komt van Qvist zelf: ‘Ik ben een typisch voorbeeld van een laatbloeier.’
Sinds zijn twaalfde speelde hij in de jeugdopleiding van profclub Aarhus GF. In zijn laatste jaar, in de Onder-19, kregen sommige van zijn medespelers de mogelijkheid om met het eerste elftal mee te trainen.
Qvist niet.
Ik ben een typische laatbloeier
‘Ze zeiden het niet hardop,’ zegt de speler, ‘maar het was duidelijk dat ze het niet in me zagen. En eigenlijk snap ik dat ook wel. Ik was er niet klaar voor om profvoetballer te worden.’
Dus eerst werkte Qvist twee jaar als medewerker bij een buitenschoolse opvang, daarna ging hij pabo doen, en tegelijkertijd als invalkracht lesgeven aan de Kragelundschool in Aarhus.
Voetballen bleef hij wel, maar dan voor zijn plezier, drie keer per week, met vrienden bij het kleine Lyseng.
‘En als we in de beker niet tegen Horsens hadden geloot, dan had ik daar nog steeds gespeeld.’
Opeens is Qvist een prof
Maar ze lootten wél tegen Horsens - en twee maanden na die wedstrijd in augustus, was Horsenstrainer Bo Henriksen die grote, snelle verdediger met die reuzeninworp niet vergeten.
Begin november nodigde hij Qvist uit voor twee weken proeftraining. Henriksen had snel genoeg gezien, dus begin december tekende Qvist een contract voor een halfjaar.
In dat halfjaar miste hij maar twee trainingen, bleek hij ondanks zijn lengte de op twee-na-snelste speler van de selectie en in mei werd zijn contract verlengd tot zomer 2019.
Opeens was Qvist een profvoetballer geworden. Het is een van de opmerkelijkste overstappen in jaren.
Qvists overstap is een van de opmerkelijkste overstappen in jaren - wereldwijd
De enige Nederlandse equivalent die ik ken, is Jens Toornstra. Die in 2009 van tweedeklasser Alphense Boys overstapte naar ADO Den Haag.
Net als Toornstra had Qvist vrijwel direct een basisplaats - maar op een erg onverwachte plek.
‘Mikkel,’ zegt Henriksen, ‘heeft alle eigenschappen om een heel goede centrale verdediger te worden. Eentje die zelfs de Superliga kan ontgroeien.’
‘Maar ik kan hem nog niet centraal achterin opstellen. Dat komt doordat Mikkel soms zijn concentratie verliest. Een black-out is een groot woord, maar soms is hij er niet helemaal bij.’
Dus nu went Qvist ergens anders op het veld aan het hogere niveau van de Superliga. Als linksbuiten, een positie waar verminderde concentratie niet direct fataal is.
De ingooier die de tactiek bepaalt
Tegelijkertijd is zijn positie tactiek. Sterker: Horsens’ speelwijze is voor een flink deel op Qvist afgestemd, aldus Henriksen.
Vaak trappen de verdedigers van Horsens de bal hoog naar hun buitenspelers. Eén mogelijke uitkomst is dat de rechts- of linksbuiten van Horsens de bal controleert - positief.
Een andere, frequentere uitkomst is dat de rechtsback en linksback van de tegenstander in balbezit komt - maar dat is óók positief, volgens Henriksen.
Horsens’ speelwijze is op Qvist afgestemd
‘Die verdediger heeft dan drie opties, die allemaal slecht voor hem zijn. Terug naar de keeper, wat riskant kan zijn, als wij druk zetten. Dribbelen, wat nooit een goed idee is voor een back, want hij kan de bal verliezen.’
En de derde optie? ‘Hij speelt de bal over de zijlijn, voor een ingooi. Wat normaal gesproken een logische keuze is voor een verdediger, natuurlijk.’
Maar niet tegen Horsens - want Horsens beschikt over de inworp van Mikkel Mena Qvist.
Een precisiebombardement op de rest van de competitie
Qvists en Henriksen praten er met enige schroom over.
De coach benadrukt ongevraagd dat Qvist heus niet alleen vanwege die verre inworp is gecontracteerd. En de speler zelf wil niet dat men het na zijn carrière alleen maar heeft over ‘die kerel die zo ver kon gooien.’
Maar het is nu eenmaal moeilijk het níet over Qvists inworp te hebben.
Want een gewone inworp ter hoogte van het strafschopgebied wordt in handen van Qvist een precieze en harde corner, met blinde paniek bij tegenstanders tot gevolg.
Ook verder van het doel is Qvist gevaarlijk. Zoals begin december tegen Hobro, toen Qvist in blessuretijd vanaf tien meter op de helft van de tegenstander de bal richting strafschopgebied torpedeerde.
Horsens assistent-trainer zegt dat naast de vijf goals er eenentwintig schoten voortkwamen uit Qvists inworpen, waarvan er vier tegen de paal kwamen.
Geen wonder dus dat de inworp centraal staat in het spel van Horsens.
Eén keer gooide Qvist een inworp kort op een vrijstaande medespeler, die daarna kon voorzetten. Dat leidde tot een streng gesprekje met Henriksen.
‘Ik zei: Mikkel, waarom zou je dat doen? Aan voorzetten hebben we weinig. Die komen vaak niet aan. Jouw inworpen wel, die komen precies waar we ze hebben willen.’
De oud-bobsleeër die inworpcoach werd
Zo veel potentie zien de coaches in de inworp van Qvist, dat hij extra training krijgt van een gespecialiseerde coach, Thomas Grønnemark.
Dat is een voormalig hardloper en bobsleeër, die zich tien jaar geleden wist te specialiseren in het coachen van inworpen. Door Grønnemark kan Qvist nu vier á vijf meter verder gooien.
De voornaamste aanpassing was om een kleinere laatste stap te zetten - ‘dan ligt je zwaartepunt hoger, waardoor je verder kunt gooien’ - en om na het gooien door te stappen, het veld in.
Een andere verbetering was dat Qvist de bal zo laag en vlak mogelijk gooit.
‘De keeper heeft dan nauwelijks tijd om uit te komen. Dus die blijft vaak staan. En verdedigers hebben nauwelijks controle over de bal als ze hem raken. Er is dus vaak chaos, en de spelers van Horsens zijn daarop ingesteld.’
De invloed van de inworpen
Qvist inworpen raakten vrij snel bekend in de Superliga.
Een coach van de Deense club FC Helsingør vertelde Henriksen zelfs dat ze hun spelers zelfs nadrukkelijk instrueren op ballen niet achteloos over de zijlijn te trappen.
Het verklaarde volgens hem ook de bizarre tweede goal van Horsens tegen Helsingør. Zo gefocust waren de spelers om de bal niet naar buiten te trappen, dat ze door het centrum uitverdedigen. Een doodzonde in het voetbal, die tot een tegendoelpunt leidde.
Nu staat het bescheiden Horsens op een onwaarschijnlijke vijfde plek, mede door de inworpen van Qvist, de laatbloeier met de onwaarschijnlijke carrière.
Lopen er nog meer Mikkel Qvisten rond?
Qvists verhaal roept de vraag op: zijn er meer spelers die onontdekt rondlopen in lagere competities en later doorgroeien?
‘Dat weet ik zeker,’ zegt Henriksen. ‘Het voetbalsysteem is zo ingericht dat spelers al als tieners afvallen. Als je als veertien-, vijftien-, zestienjarige niet goed genoeg wordt geacht, dan val je af.’
‘Maar sommige jongens rijpen nu eenmaal later, fysiek en mentaal. Die verliezen we nu, in dit systeem. Als we niet tegen Lyseng hadden gespeeld, hadden we Mikkel nooit opgemerkt.’
Qvist denkt dat het voor hem niet anders had gekund.
‘Bij Lyseng speelde ik de afgelopen jaren elke week. Ik ging met plezier naar de training. Misschien was dat voor mij wel veel beter, misschien heb ik me daardoor juist beter ontwikkeld.’
‘Ik had maar een ding nodig: een klein beetje geluk, dat iemand het nog in me zag.’
Binnenkort ga ik dieper in op de techniek achter inworpen en corners.