Waarom Portugal geen Geert Wilders heeft. Terwijl daar alle redenen voor zijn
Mensen zijn laagopgeleid, werkloos - ze verlaten het land zelfs. Je zou verwachten: daar slaat een opportunistisch politicus munt uit. Het tegenovergestelde gebeurt in Portugal.
Xico Flores weet nog dat er op zijn deur werd geklopt. Het stormde die nacht en de boot van zijn zwager was gezonken op zee. ‘Een paar mannen waren erheen gezwommen om te helpen,’ vertelt hij me, ‘maar ze werden bang en gingen terug.’ Die nacht, ongeveer dertig jaar geleden, vonden Xico’s broer, schoonbroer en drie andere mannen de dood.
Het leven is zwaar in het Noord-Portugese Caxinas, dat wel de grootste vissersgemeenschap van Portugal wordt genoemd. Jarenlang heeft de zee hele families in hun onderhoud voorzien. De mannen werken op de boten, de vrouwen zijn werkzaam in de visfabrieken of helpen bij het lossen en veilen van de vangst.
Zo doen Xico en zijn vrouw Lena dat al van jongs af aan. ‘Zij heeft na tweeënveertig jaar werken maar een pensioen van driehonderdnogwat euro,’ zegt Xico. Lena kijkt naar haar handen, die zijn opgezwollen van het decennia vis graten, wassen, in olie dopen en verpakken. Toen de fabriek haar in 1964 verplichtte ook op zondag te komen, deed Lena mee aan een staking.
Dat was een dappere en riskante daad. Om dat te begrijpen wat geschiedenis. Die ook laat zien waarom rechts populisme in Caxinas én de rest van Portugal geen voet aan de grond krijgt. Terwijl je dat wel zou verwachten als je naar de ongelijkheid en werkloosheid kijkt.
Dit verhaal is de start van een verhalenreeks over populisme in Europa. Waarom slaat dat in sommige regio’s wel aan en in andere niet?
Een geschiedenis van onderdrukking en verzet
Toen Lena besloot te staken, werd Portugal bestuurd door António de Oliveira Salazar, een rechtse dictator die bijna vijftig jaar aanbleef. Salazar voerde vanaf 1926 een repressief bewind waarin andere politieke partijen verboden waren, geen vrije verkiezingen werden uitgeschreven en een grote rol was weggelegd voor de geheime dienst.
De enige partij die in verzet kwam tegen Salazar, was de Communistische Partij, waarvan de leden vaak gevangen werden genomen of gedood. Wie zoals Lena deelnam aan een staking, werd door de baas al snel als communist gezien en kreeg een rood stempel op zijn werknemerspas.
Het regime had ook directe gevolgen voor de jeugd in Caxinas. Jonge mannen werden naar Angola, Mozambique en Guinea-Bissau gezonden toen die koloniën onafhankelijk wilden worden. Zoals zoveel jongens, verzon Xico een list om aan de oorlog te ontkomen: hij meldde zich aan voor de kabeljauwvangst in Newfoundland. Hij ontvluchtte de dienstplicht en is zelfs een keer in Groenland geweest, vertelt hij glimlachend.
Wie zoals Lena deelnam aan een staking, werd door de baas al snel als communist gezien
Maar het leven op het schip was nog zwaarder dan thuis. De vissers kregen na twaalf uur werken zes uur rust – en dat zes maanden achter elkaar, zonder één vrije dag. Toch, zegt hij, was het beter dan sterven in een nutteloze oorlog.
Dit alles veranderde toen militairen op 25 april 1974 een einde maakten aan het dictatordom van Salazar. Op 1 mei trokken duizenden mensen de straten op, waar ze luisterden naar speeches van verzetsleiders. Liedjes, kleding, bepaalde woorden, alles kreeg opeens een politieke lading. Zelfs een baard werd een statement.
De Portugezen gingen massaal naar de stembus toen er eindelijk vrije verkiezingen werden uitgeschreven: de opkomst was maar liefst 91,5 procent – een getal dat daarna nooit meer werd geëvenaard. Want het enthousiasme over de nieuwe bewindvoerders nam af.
De verhitte discussies op tv begonnen tot het verleden te behoren en de nieuwe generatie vond de politieke liedjes die de strijd tegen de bourgeois aankondigden vooral lachwekkend. Tijdens de recentste parlementsverkiezingen, in 2015, was de opkomst met 55,9 procent lager dan ooit.
Een heden van politieke apathie
De situatie in Caxinas illustreert goed de politieke apathie die in heel Portugal heerst. Ondanks de slechte omstandigheden, richten de inwoners zich niet tot de politiek. Bij de laatste parlementsverkiezingen kwam maar 51 procent van de stemgerechtigden opdagen in de gemeente waar Caxinas toe behoort.
Degenen díe een stem uitgebrachten, steunden vooral de gematigde partijen: de centrumrechtse Sociale Democratische Partij (PSD) kreeg 38,5 procent van de stemmen, de centrumlinkse Socialistische Partij (PS) kwam met 34,8 op de tweede plaats. ‘De meeste mensen hier geven niet om politiek,’ vat Xico samen.
Terwijl ze de politiek zo hard nodig hebben. Volgens gegevens uit 2011 heeft minder dan 8 procent van de inwoners van Caxinas middelbare school gedaan en bedroeg het werkloosheidscijfer in dat jaar maar liefst 18 procent. De lokale bevolking kent de problemen die hiermee gepaard gaan: in een openbare hoorzitting in 2006 benoemde 97 procent van de 135 mensen die ernaar gevraagd werden drugsverslaving als grootste probleem van het dorp, gevolgd door alcoholmisbruik (95 procent) en armoede (72 procent).
Ook landelijk zijn er problemen. De afgelopen jaren vertrokken meer mensen dan ooit uit Portugal, het aantal zelfdodingen is sinds 1989 niet meer zo hoog geweest als nu en Portugezen hebben gemiddeld 116 euro per maand minder te besteden als gevolg van loonsverlagingen, hogere belastingen en een toegenomen werkloosheid.
Voor een opportunistisch populistisch politicus zou het niet moeilijk zijn hierop in te spelen. Maar in Caxinas – én in de rest van Portugal – is er geen Geert Wilders of Donald Trump te vinden, en zelfs geen oude fascistische partij als het Front National. Zelfs na de bezuinigingsmaatregelen die gepaard gingen met de EU-steun na de crisis is er geen nieuwe partij opgestaan om de stemmen van de arbeidersklasse naar zich toe te trekken.
De voedingsbodem voor populisme ontbreekt grotendeels
Het populisme wordt in dit land nog het best vertegenwoordigd door twee krachten van links: de Communistische Partij, die een belangrijke rol speelde tijdens het regime van Salazar, en het meer grootstedelijke Links Blok (B.E.).
Maar deze twee partijen moesten het tijdens de laatste verkiezingen samen doen met minder dan 20 procent van de stemmen, terwijl de belangrijkste centrumpartijen een overweldigende 69,1 procent behaalden.
Ook hier zouden immigranten als zondebok kunnen worden gebruikt
Dit betekent niet dat voor populistische opvattingen geen ruimte zou zijn in Portugal. Ook hier zouden immigranten als zondebok kunnen worden gebruikt – als er meer van waren. In Caxinas merk je dat de confrontatie met andere culturen vaak op onbegrip stuit.
‘Ik weet nog dat ik op een boot werkte in Algerije en dat die moslims midden op de dag stopten met werken om met hun kont in de lucht te gaan bidden,’ vertelt Xico. Maar in Portugal is momenteel 5 procent van de inwoners van buitenlandse afkomst,* tegenover bijvoorbeeld 11 procent in Nederland en 20 procent in Frankrijk.
Of er populistische partijen zouden opstaan als het aantal hoger lag, is moeilijk te zeggen. Ook andere factoren die deze partijen in heel Europa zo succesvol maken, zoals een anti-EU-gevoel, spelen in Portugal nauwelijks een rol. Hoewel iedereen weleens wat te klagen heeft over Brussel, bestaat over het algemeen niet de wens om uit de EU te treden. De vissers in Caxinas praten nog altijd vol ontzag over het geld dat vanuit Europa kwam.
Hoe komt dit?
Politicoloog Pedro Magalhães probeerde de politieke vervreemding van de Portugezen te verklaren. Doordat de partijen in Portugal niet goed inspelen op de veranderingen die plaatsvinden op sociaal, economisch en educatief vlak, ontstaat er een kloof die maakt dat mensen te weinig vertrouwen in de politiek hebben om hun stem uit te brengen. Mensen met een lagere opleiding stemmen minder, hetzelfde geldt voor jongeren.
Dus zoeken de Portugezen hun heil elders. Om aan de lage lonen te ontsnappen proberen ze in het buitenland aan werk te komen. Degenen die blijven, drommen in Caxinas op zondag samen in de cafés aan het strand waar ze voetbal kijken en zich volgieten met drank om de rekeningen die zich thuis opstapelen even te vergeten.
Er is nog een andere verklaring voor de gematigde stem van de Portugezen: de goede prestaties van de huidige regering. Hoewel de PSD (centrumrechts) in 2015 de verkiezingen won, waren het de socialisten (centrumlinks) die er op slinkse wijze in slaagden een coalitie te vormen met de steun van de twee linkse partijen: de Communistische Partij en Links Blok.
De regering kwam met een aantal - zeker binnen Europa - nogal onorthodoxe maatregelen. Het minimumloon ging omhoog, belastingen deels omlaag en er wordt minder gekort op salarissen. Dankzij een flinke toename van toerisme kon de regering bovendien de staatsschuld terugdringen.
Terwijl de regering eigenlijk moest bezuinigen na de crisissteun vanuit Europa. Het succesvolle beleid heeft Portugal een vrijbrief opgeleverd, steun zelfs. Zoals de Franse president Emmanuel Macron het in juli samenvatte: ‘Ik wil premier António Costa feliciteren met zijn acties die het herstel van de overheidsfinanciën mogelijk maakten in combinatie met een beleid van groei en sociale rechtvaardigheid.’
Sommigen zien in deze ontwikkeling een opleving van de ideologische politiek: een centrumlinkse partij die terugkeerde naar haar sociaaldemocratische kern en daar nu de vruchten van plukt. Anderen zien het als een oefening in koorddansen, die mis zal gaan zodra een nieuwe internationale crisis de fragiele Portugese economie treft.
Wat je er ook van vindt, feit is dat de meeste mensen gelukkig zijn met deze regering en dat er geen nieuwe populistische beweging op de loer ligt. De Eurobarometer uit 2016 toonde een groeiend vertrouwen van de Portugezen in de politieke instellingen.
‘De regering heeft veel goeds gedaan,’ zegt Moreira. Niet dat de visser zich geen zorgen maakt. Over zijn lage pensioen bijvoorbeeld, dat pas werd opgebouwd toen de dictatuur werd afgeschaft. Ook klinkt een diepe zucht als hij over zijn jongste dochter begint: ze is 33, heeft gestudeerd om kleuterjuf te worden, maar is er na vele sollicitaties en stages niet in geslaagd een vaste baan te vinden.
Moreira zou weer op de socialisten stemmen op de eerstvolgende verkiezingsdag in 2019. De meeste van zijn vrienden zullen uitslapen, waarna ze naar zee gaan om bier te drinken. En ondanks hun geklaag over politici en hun eigen levens zullen ze volhouden dat het geen zin heeft om naar het stembureau te gaan, zoals hun ouders – en sommigen van hen zelf – vroeger deden.
Dit stuk is vertaald uit het Engels door Laura Weeda.