Of neem het voorwoord van Henk Kamp. Bij mijn weten is het voor het eerst dat een lid van het kabinet-Rutte II (of een politicus van welke partij dan ook) rondborstig erkent dat de Nederlandse economie zich in een ‘balansrecessie’ bevindt en dat de private schulden (hypotheken) momenteel het zwaarst op de groei drukken.

Natuurlijk kletst hij ook weer lekker uit zijn nek. Zoals wanneer hij met droge ogen beweert dat ‘het kabinet zich inspant om het aanpassingsproces zo goed mogelijk te accommoderen voor ondernemers en burgers’. Door weer een forse greep in de portemonnee van de burger te doen, zeker! Maar goed, het begin is er.

Veel is onderhand gezegd en geschreven over het pakket zelf en de macro-economische effecten ervan. En ook het fraaie staaltje zelfkritiek dat het CPB in navolging van het IMF formuleert op de eigen onderschatting van de zogenaamde ‘multipliers’, de vermenigvuldigingsfactoren die onder verschillende condities op de ombuigingsbedragen moeten worden losgelaten om de gevolgen te kunnen berekenen, is op Twitter al uitgebreid besproken. Dat ga ik hier dus allemaal niet herhalen.

Wat vooral opvallend is aan de is dat de gevolgen van het vierde ombuigingspakket in vier jaar tijd zoveel minder groot zijn dan verwacht. De werkloosheid stijgt, maar minder dramatisch, de koopkracht krimpt, maar minder snel, het begrotingstekort daalt, maar minder hard, de overheidsinvesteringen slinken, maar minder snel. Deze doorrekeningen stellen Rutte in staat zowel eurocommissaris Olli Rehn tevreden te stellen als de oppositionele kritiek te riposteren dat het kabinet de economie kapot bezuinigt.

Deze begroting voorspelt dan ook weinig goeds voor morgen.

Wat nou kapot? Hoezo bezuinigen? We temporiseren juist onze ombuigingen, stellen zaken uit, verspreiden de gevolgen over zo veel mogelijk groepen, mobiliseren maatschappelijk kapitaal, halen toekomstige belastinginkomsten naar voren. En dat doen we omdat we beseffen (zie het voorwoord van Henk Kamp) dat Nederland zich in een ‘balansrecessie’ bevindt ‘waarin huishoudens, banken, pensioenfondsen en overheden de balansen weer langzaam op orde brengen’.

Hoe je ook over de begroting denkt en hoe je de effecten ervan ook beoordeelt – en ik heb er nooit een geheim van gemaakt dat ik het begrotingsbeleid van Rutte I, de Kunduz-coalitie en Rutte II stupide en de gevolgen ervan desastreus vind – politiek gezien is deze begroting een knap staaltje. Door economisch geit en kool te sparen hebben Rutte en Asscher – zo is mijn inschatting – de levensduur van het kabinet met ten minste zes maanden verlengd.

Burgers en bedrijven schieten er ondertussen geen zier mee op. Het is allemaal rook en spiegels en wasemt van wijwaterig hoopdenken. Lees maar mee op pagina 13. Daar bespreekt het CPB de oorzaken van het (geringe) macro-economisch effect van het ombuigingspakket. Dat komt door de verlaging van de werkgeverslasten uit het Kunduz-akkoord, door het naar voren halen van twee miljard aan toekomstige belastinginkomsten en door de verwachting dat de lastenverzwaringen van 2014 pas later tot ander consumptiegedrag zal leiden. Oftewel, door mazzel, creatief boekhouden en psychologie van de koude grond kan het CPB Rutte II door lastige Algemene Beschouwingen heen helpen.

Voeg daar de kritische kanttekeningen van het CPB over het eigen voorspellende vermogen in paragraaf 1.2 aan toe en je houdt een begroting over die meer weg heeft van een kaartenhuis dan van een stevige schatkist. Op papier klopt het nipt, maar bij de minste of geringste tegenwind – tegenvallende wereldhandel, stijgende rentestanden, hommeles in euroland, hogere olieprijs door gedoe in Syrië, schichtiger consumenten – valt het bouwwerk onherroepelijk in duigen.

Deze begroting voorspelt dan ook weinig goeds voor morgen. In een balansrecessie gaat het namelijk fout als iedereen tegelijk zijn schulden afbetaalt. De les is dat eerst de partijen die de hoogste rente betalen en die het minst kredietwaardig zijn in staat moeten worden gesteld om dat te doen en dan pas de partij met de beste kredietwaardigheid en de laagste rente. Oftewel, eerst huishoudens, dan banken en als laatste de overheid.

Die les heeft Rutte II, na acht kwartalen negatieve groei, nog altijd niet geleerd. Hoezeer Kamp ook te koop loopt met de term ‘balansrecessie’ en hoe hij ook schermt met de maatregelen van het kabinet ‘om de hoge hypotheekschuld op een verantwoorde manier af te bouwen’ (welke?). Onder de streep heet het namelijk nog altijd dat ‘het kabinet ervan overtuigd is dat met het ingezette beleid de economie structureel wordt versterkt’.

Was getekend, de sloper van Nederland.

Deze column verscheen eerder in De Groene Amsterdammer.