Na ons spelregelexperiment wil de KNVB meer. En lobbyt daarvoor bij de FIFA
Kort geleden hielden we een experimentele voetbalwedstrijd met nieuwe regels: de Avant Garde Cup 2.0. Nieuws: de KNVB gaat met deze regels in de hand pleiten voor spelregelvernieuwing bij de FIFA.
Misschien herinner je je het nog. Op 7 november organiseerde ik met Voetblah en Voetbal in de Bollenstreek een experimentele voetbalwedstrijd: de Avant Garde Cup 2.0.
FC Lisse en Quick Boys speelden die dag met drie nieuwe spelregels:
- een alternatieve strafschopregel,
- de intrap (in plaats van de inworp)
- en de self-pass, waarbij een speler een vrije trap ook op zichzelf mag nemen.
De verwachting was dat deze regels het spel sneller, aantrekkelijker en eerlijker zouden maken.
Verder hoopten we dat er een discussie zou volgen, zodat de voetbalautoriteiten geïnspireerd zouden worden verdere spelregelexperimenten toe te staan.
Nu heb ik nieuws: de KNVB gaat zich komende week bij de FIFA hard maken voor spelregelvernieuwing - met de resultaten van onze wedstrijd in de hand.
Wat gaat de KNVB doen?
Want de KNVB zal op 16 januari, tijdens een regionale bijeenkomst van de FIFA in Amsterdam, FIFA-voorman Gianni Infantino wijzen op het belang van spelregelvernieuwing - verwijzend naar ons experiment.
Spelregels staan niet op het officiële programma van de bijeenkomst. Maar secretaris-generaal Gijs de Jong en voorzitter Michael van Praag zullen er met Infantino tijdens een etentje over praten.
Secretaris-generaal Gijs de Jong en voorzitter Michael van Praag zullen er met Infantino tijdens een etentje over praten
Zij zullen hem daarbij wijzen op de resultaten van de wedstrijd in Lisse - met name op de toegenomen zuivere speeltijd tijdens die wedstrijd (zie onder).
Het doel, zegt De Jong, is om in april spelregelvernieuwing op de agenda te krijgen van de komende vergadering van de IFAB. Dat is de commissie die over spelregels van het wereldvoetbal gaat.
Het zou helpen als Infantino, als FIFA-president, een voorstel voor meer spelregelexperimenten zou steunen.
‘Daar zetten we bij dat etentje op in,’ zegt De Jong. ‘Mocht dat niet lukken, dan kijken we of we met de bonden van de VS en Australië, die ook voor spelregelvernieuwing zijn, en bijvoorbeeld Italië een voorstel doen.’
De KNVB bereidt in elk geval alvast een presentatie voor om bij de IFAB in te brengen, met daarin beelden van de Avant Garde Cup 2.0. Vandaar dat de KNVB met een eigen camerateam naar Lisse was gekomen.
Waarom vindt de KNVB spelregelvernieuwing belangrijk?
Voetbal is veruit de populairste sport in Nederland en in de wereld. Maar je moet, aldus De Jong, er niet blindelings vanuit gaan dat dit altijd zo blijft.
‘Het zou lui en arrogant zijn om te denken dat niets onze sport kapot kan maken,’ zegt De Jong. ‘En dat toeschouwers altijd zullen blijven komen en blijven kijken. Niet dat voetbal nou koste wat kost de populairste sport moet blijven, maar je moet blijven nadenken over deze zaken. Het gaat om plezier.’
‘Door te experimenteren kun je aftasten of zoiets ook werkt. De self-pass en de intrap zijn ideeën, maar ook tijdstraffen of onbeperkt doorwisselen zouden we kunnen testen.’
‘Zo kunnen we de sport toekomstproof maken. En het mooie aan jullie experiment, vond ik, is dat je met simpele ingrepen het spel blijkt te kunnen verbeteren.’
‘Mensen willen spektakel, ze willen snelheid en ze willen eerlijk spel. Ze ergeren zich aan tijdrekken. Waarom zou je dat niet proberen weg te nemen? Andere sporten ontwikkelen zich ook door. Waarom zou het voetbal dat niet doen, alleen maar omdat we de populairste zijn?’
Het punt, aldus De Jong, ‘is dat we [voetballiefhebbers in het heden, MdH] rekening moeten houden met wat onze kinderen willen, de voetbalfans en -beoefenaars van de toekomst.’
Wat zijn de andere uitkomsten?
Dan meer over de uitwerking van de spelregels op het veld. Daar is veel over te zeggen, zeker op basis van de analyse van databureau Opta, dat het duel voor ons codeerde.
Een van de opvallende uitkomsten: de grote hoeveelheid schoten en schoten op doel. In de 60 minuten die de wedstrijd duurde, waren er 32 schoten en 18 schoten op doel.
Per 90 minuten - de duur van een gewone wedstrijd - komt dat neer op respectievelijk 48 en 27. De gemiddeldes van gewone wedstrijden liggen rond de 27 en 10.
Het is niet te zeggen dat dit een direct gevolg is van de nieuwe regels. Er zijn tal van andere verklaringen denkbaar: de vriendschappelijke aard van de wedstrijd, het ontbreken van enkele basisspelers bij FC Lisse of de onwennigheid met de regels.
Hoe langer je speelt, hoe meer kansen. Een indirect gevolg van de nieuwe spelregels dus
Een andere bevinding betrof de zuivere speeltijd - die bedroeg 45 minuten (van de 60). 13 minuten lag de bal dus stil. Als je die 45 minuten doortrekt naar 90 minuten, zou dat neerkomen op een zuivere speeltijd van 68 minuten - zo’n 20 procent meer dan de dit seizoen gebruikelijke 56 à 57 minuten.
Het is aannemelijk dat de toename in zuivere speeltijd het gevolg is van de self-pass en de intrap, zoals onze verwachting vooraf ook was.
Een interessante vraag is of het grotere aantal schoten het gevolg is van de toegenomen zuivere speeltijd. Dat zou wel logisch zijn: hoe langer je speelt, hoe meer kansen. Een indirect gevolg van de nieuwe spelregels dus.
En toch: pas als er meer wedstrijden worden gespeeld met deze regels, weten we of het verband stabiel is, en hoe groot het is.
Hoe verliep de self-pass?
Waarom de self-pass mogelijk tot de toegenomen zuivere speeltijd leidde?
Bij de self-pass hoeft de speler die de vrije trap neemt niet meer te zoeken naar een vrijstaande speler - hij is immers zelf vrij. Bovendien hoeft de speler niet meer te wachten op het fluitje van de scheidsrechter.
Dit gold bij vrije trappen, maar ook bij corners, uittrappen van de keeper en bij intrappen - daarbij mochten de spelers de bal dus ook op zichzelf passen. Onder de huidige regels vertraagt het spel vaak.
De spelers hadden die mogelijkheden van de self-pass snel door, al lieten ze in het begin van de wedstrijd wat kansen liggen om het spel te hervatten.
De scène hierboven toont dat de aanvallende partij ook echt baat heeft bij de self-pass bij een vrije trap, inworp, of uittrap. Omdat - anders dan in de huidige regels - de tegenstander nauwelijks tijd heeft de verdedigende stellingen in te nemen.
De Jong neemt deze scène in elk geval mee in de presentatie voor de IFAB. ‘Je ziet daar prachtig hoe het spel versnelt, omdat die speler de mogelijkheden van de self-pass inziet.’
Hoe verliep de intrap?
Waar de self-pass eerst onwennig voelde, en soms simpelweg niet mogelijk doordat de bal weg was gerold, leek iedereen te weten wat te doen.
Vaak kozen spelers voor de indribbel - met een self-pass dus, een combinatie van de twee nieuwe regels - of een korte pass.
Het natuurlijke aspect van inschieten zag je direct
De intrap werd niet gebruikt als een corner-oude-stijl. Dat kwam vermoedelijk doordat de intrap binnen vijf seconden moest worden genomen. Dat ontnam een ploeg de tijd spelers voor het goal te zetten.
Spelers en trainers waren ook enthousiast over de intrap - met name omdat het zo natuurlijk aanvoelt. Het gebeurt immers niet met de handen, maar met de voeten.
FC Lisse-trainer Robbert de Ruiter: ‘Het natuurlijke aspect van inschieten zag je direct. Dan zie je dat er meer balbezit wordt gehouden en het gaat veel sneller.’
En de alternatieve strafschopregel?
Strafschoppen zouden alleen worden toegekend bij het ontnemen van een duidelijke scoringskans - binnen of buiten het strafschopgebied.
Bij overtredingen in het strafschopgebied, waarbij geen duidelijke kans werd ontnomen, zou een simpele vrije trap volgen.
Maar tijdens de Avant Garde Cup 2.0 deden zich dergelijke situaties niet voor. Tot verdriet van scheidsrechter Pieter Vink, die best een strafschop had willen geven voor een overtreding van buiten de zestien.
Het uitblijven van een strafschop was overigens volgens de verwachting - strafschoppen zijn nu eenmaal zeldzaam. En onze regel, waarbij alleen een strafschop wordt toegekend bij het ontnemen van een doelrijpe kans, maakt hem nog zeldzamer.
Wel verrassend was dat er geen vrije trappen in het strafschopgebied voorkwamen. Een verklaring kan de vriendschappelijkheid van de wedstrijd zijn - spelers zijn dan sportiever.
De self-pass kan ook een rol hebben gespeeld. Als vrije trappen snel worden genomen, is er geen tijd om met veel man in het strafschopgebied te staan, wat de kans op geduw en getrek vermindert.
Wat is het vervolg?
Of de regels inderdaad leiden tot meer schoten en goals, of de uitkomsten van de toegenomen zuivere speeltijd robuust zijn, hoe de strafschopregel werkt - dat zullen we pas enigszins te weten komen als er veel meer wedstrijden mee worden gespeeld.
Dat is dan ook wat we zouden willen - een heel seizoen aan wedstrijden die met deze regels worden gespeeld. Begin jaren negentig waren er in België, Engeland en Hongarije experimenten met de intrap. Ploegen speelden een heel seizoen met de intrap.
Een experiment van een seizoen lang zou ideaal zijn, weet ook Gijs de Jong van de KNVB. ‘Bijvoorbeeld in een jeugdtoernooi of in jeugdcompetities. We hebben daarvoor toestemming nodig van de IFAB.’
‘We moeten dus met een goed doordacht plan komen. De vraag is welke spelregels we willen testen. De self-pass, de intrap, beide? Tijdstraffen en onbeperkt wisselen ook. Maar je moet niet alles tegelijkertijd willen doen, dat wordt ingewikkeld.’
‘Je moet er dus goed over nadenken,’ zegt De Jong. ‘Maar daarna is het echt zaak om te experimenteren.’