De pr-praatjes van olijke Rehn

Ewald Engelen
Financieel geograaf

De titels die de Europese Commissie aan haar zesmaandelijkse economische prognoses meegeeft, zijn pareltjes van bestuurlijke performativiteit. Met een budget van pakweg één procent van het bruto binnenlands product van de Europese Unie, resten de Commissie slechts slopende onderhandelingen, doorwaakte nachten, moeizaam bereikte afspraken, ‘bindende contracten’ en vooral veel, heel veel pr.

Winter 2008: snel afkoelende economie. Zomer 2009: mondiale financiële crisis, hoe erg, hoe lang? Winter 2009: de weg voor ons. Zomer 2010: geleidelijk herstel. Winter 2010: herstel zet door maar niet overal. Zomer 2011: verder herstel maar met risico’s. Winter 2011: herstel in het nauw. Zomer 2012: van recessie naar herstel. Winter 2012: navigerend door ruwe zee. Zomer 2013: herstellend van recessie. En nu, winter 2014: voortgaand

Leg de bekende toppen en dalen van de Europese groeiprestaties tussen 2008 en 2014 ernaast en je gaapt in een parallel universum van bloeiende alpenweiden die bij iedere stap dieper de woestijn in, verder terugwijken.

Anno 2014 is de blik open, de toon opgewekt: ‘Volgens de winterprognose van de Europese Commissie gaat het economische herstel in de meeste lidstaten en in de EU door. Nu de economie sinds voorjaar 2013 niet meer in recessie is en na drie opeenvolgende kwartalen van getemperd herstel, wordt een gematigde toename van de economische groei verwacht.’

‘Gematigde toename’ is in het vocabulaire van Olli Rehn een opwaartse aanpassing van de groei in vergelijking met de vorige prognose van welgeteld 0,1 procent: niet 1,4 procent voor de EU, maar 1,5; niet 1,1 voor de Eurozone maar 1,2. En alleen als de afspraken, gemaakt onder het Europees Semester, ook daadwerkelijk worden uitgevoerd, voegt Rehn er met een nauw verholen knipoog naar de kersverse Italiaanse premier Matteo Renzi aan toe.

Met Europese verkiezingen in aantocht wekt het geen verbazing dat het bloemige optimisme van Rehn meer zendtijd krijgt dan het naargeestige realisme van Andor

Want Rehn laat er geen misverstand over bestaan dat herstel de beloning is voor noest volgehouden bezuinigings- en hervormingsbeleid: ‘De budgettaire consolidatie levert resultaten op,’ dat mag echter ‘geen uitnodiging tot zelfgenoegzaamheid zijn,’ want ‘om het herstel krachtiger te maken en meer banen te creëren, moeten we de economische hervorming stug doorzetten.’

Dat de Europese groeicurve pas vervaarlijk naar beneden dook toen de lidstaten zich midden 2010 als lemmingen op begrotingsconsolidatie stortten, mag de pret niet drukken – en zijn de meeste journalisten en kiezers toch al lang vergeten.

Ook over de arbeidsmarkt is de Commissie gematigd positief. Rehn spreekt van een ‘zich langzaam stabiliserende werkgelegenheid.’ Daarmee bedoelt hij dat de rappe groei van de werkloosheid in lidstaten als Griekenland, Spanje, Portugal, Ierland, Italië en Nederland aan het afvlakken is. Maar dus nog lang niet afneemt. Pas in 2015 verwacht de Commissie een daling van de werkloosheid, van 12 procent in 2014 naar 11,7 in 2015.

En dat is, aldus Rehn, geheel in lijn met de normale conjunctuurcyclus: de arbeidsmarkt reageert altijd met vertraging. Oftewel, niets om je zorgen over te maken en – belangrijker nog, zeker in een verkiezingsjaar – niets om ons aan te wrijven. Anders dan het IMF en de OECD, die onafhankelijk van elkaar hebben onderkend dat hun prognoses en beleidsadviezen waren gebaseerd op een volkomen verkeerde diagnose van de crisis, wast de Commissie vier jaar na het Griekse debacle nog altijd de handen in onschuld: conjunctuur is net het weer, ‘t kan vriezen en ‘t kan dooien.

Rehns opgewektheid steekt schril af bij het sociale jaarverslag van de EU dat Rehns collega László Andor eind 2013 Dat rapport laat zich lezen als een ongenadige staalkaart van de ellende die het begrotingsbeleid van Rehn heeft veroorzaakt: stijgende structurele werkloosheid, vooral onder jongeren; een groeiend precariaat; een kwart van de Europese bevolking dat met armoede wordt bedreigd; sterk gestegen armoede onder kinderen; groeiende vermogens- en inkomensongelijkheden; dalende geboortecijfers; et cetera. En Andor windt er geen doekjes om dat dit is veroorzaakt door het snijden in verzorgingsarrangementen, afgedwongen door Rehn en zijn maten, juist op het moment dat burgers ze nodig hebben.

Met Europese verkiezingen in aantocht wekt het geen verbazing dat het bloemige optimisme van Rehn meer zendtijd krijgt dan het naargeestige realisme van Andor. Maar irritant is het wel.