Hulp gezocht: hoe kunnen we schoonmaakwerk beter organiseren?
Je losmaken van de stofzuiger, om er een ander achter te zetten. Prettig, zo’n schoonmaakster, want als je er één inhuurt houd je meer tijd over voor werk, familie en jezelf. Maar geldt dat ook voor de werkster zelf?
Huishoudelijk werk is een verborgen hoeksteen van onze samenleving: arbeid die doorgaans niet betaald wordt, maar die wel essentieel is. Zonder huishoudelijke (of: ‘reproductieve’) arbeid zou niemand gevoed, gekleed en uitgerust op z’n werk kunnen verschijnen. Om nog maar te zwijgen van het ‘reproductieve werk’ dat nodig is om de werknemers van morgen aan te leveren.
Toch is zulk werk, naast onmisbaar, vaak ondankbaar. Het geniet weinig aanzien en wordt meestal niet of slecht betaald. Gevolg: een economisch zwakkere positie voor degenen die het uitvoeren. Is het werk wel betaald, maar zwart, dan brengt dat de huishoudelijk werkers in een situatie die juridisch en qua sociale zekerheid precair is.
En die huishoudelijk werkers - betaald en onbetaald - zijn nog altijd in meerderheid vrouw. Reproductieve arbeid is dan ook een terugkerend thema binnen het feminisme.
De gewenste herwaardering van ‘zorgtaken’ laat op zich wachten. Je wijden aan het huishouden is immers slecht verenigbaar met de credo’s van de prestatiemaatschappij. Lean in-coryfee Sheryl Sandberg pleit ervoor zo veel mogelijk huishoudklusjes uit te besteden, net als hier te lande Heleen Mees. ‘Klimmen’ gaat niet over het keukentrapje.
Maar nu steeds meer – en steeds hoger opgeleide – vrouwen het aanrecht verruilen voor (beter) betaald werk, wie houdt dan het huis nog op orde? Cijfers suggereren: niet de man.
Deels neemt techniek de taken over. Deels, denken onderzoekers, worden die doorgeschoven naar een ingehuurde hulp (v).
Naar schatting van de overheid, die al jaren met dit vraagstuk worstelt, hebben ruim een miljoen Nederlandse huishoudens een (zwartwerkende) huishoudelijke hulp. Naar schatting zijn dat 435.000 hulpen; naar schatting is een overweldigende meerderheid van deze huishoudelijk werkers vrouw. Verder geldt: de hulpen zijn relatief laag opgeleid, en krijgen een inkomen onder modaal.* Naar schatting wordt het meeste huishoudelijke werk bovendien zwart betaald, en soms uitgevoerd door ongedocumenteerde vrouwen.
Zoals dat gaat met zwart werk en ongedocumenteerde mensen, zijn de precieze cijfers onbekend en het is moeilijk zicht te krijgen op de situatie van huishoudelijk werksters. Moeilijk, maar wel nodig.
Want het lijkt ironisch dat Nederlandse vrouwen zich langzaam losmaken van de stofzuiger - om er een andere vrouw achter te zetten. Hoe feministisch is dat? Is dit een voor beide partijen prettige werkverschaffing (en wíllen veel werksters liever niet ‘wit’ werken), of zet deze situatie de deur open voor uitbuiting? Hoe voorkom je dat mensen die hun huishoudelijk werk uitbesteden hun carrière onbedoeld bouwen over de rug van anderen?
Om deze vragen te beantwoorden, zoek ik
1. Recent of nog lopend onderzoek naar huishoudelijk werk in Nederland en West-Europa (zowel kwantitatief als kwalitatief).
2. Experts en ervaringsdeskundigen.
3. Praktijken of regels waar je tegenaan loopt als huishoudelijke hulp of werkgever.
Je kunt je ervaringen ook anoniem met me delen. En lees-, kijk- en luistertips over dit onderwerp zijn natuurlijk ook meer dan welkom.
Jullie kunnen me helpen door te reageren in de bijdragen of te mailen naar bregje@decorrespondent.nl.