Verzameling 9: Obama en zijn lachwekkende lach
Glimlachen moet hij de hele dag. Lachen, en mensen laten lachen, doet hij ook vaak. Maar heeft de Amerikaanse president Barack Obama ook echt humor? Tijdens mijn één na laatste speurtocht door het enorme fotoarchief van huisfotograaf Pete Souza vond ik het bewijs.
Stel, je ontmoet de president van de Verenigde Staten voor het eerst. De eerste paar minuten zijn wat ongemakkelijk. Je kijkt wat om je heen. Het Oval Office ziet er in het echt precies zo uit als op de foto’s. President Barack Obama eigenlijk ook. En al doet hij gastvrij, het machtige decor blijft imponerend.
Gelukkig glimmen jouw schoenen net zo hard als die van hem. Je mag gaan zitten en zakt weg in de zachte kussens. Zou die schaal met appels alleen voor de sier zijn? Het is er brandschoon, en de inrichting is huiselijk, bedoeld om je comfortabel te laten voelen. Daar zit je dan, na te denken over hoe je het gesprek begint. Meteen de diepte in of eerst wat koetjes en kalfjes?
Dan, ineens, maakt de president een grapje. Je snapt ’m niet helemaal - of je vindt ’m eigenlijk niet zo grappig - maar dat maakt niet uit. Je bent gered! Met een luide bulder laat je alle spanning uit je lijf stromen. Ter versterking sla je met je hand ook nog eens hard op de leuning van de bank. De president kijkt tevreden toe hoe je om zijn grapje lacht. Het ijs is gebroken.
Glimlachen is wenselijk. President Obama doet - anders dan zijn baan doet vermoeden - bijna de hele dag niet anders, blijkt uit de foto’s van Pete Souza, de fotograaf van het Witte Huis. Met een brede glimlach schudt hij elke hand, poseert hij voor elke foto en opent hij elk staatsbezoek. Hij glimlacht naar vriend en vijand.
Glimlachen is een masker waarachter heel andere emoties schuil kunnen gaan. Elk cultuurverschil kan ermee worden overbrugd. Maar alleen als de glimlach oprecht is. Zeker voor een foto, die onverbiddelijk elke seconde van ongemak kan blootleggen, of suggereren, is die oprechtheid van belang.
Met een glimlach kan elk cultuurverschil worden overbrugd
Echt lachen is iets wezenlijks anders dan glimlachen. Het is een kortsluiting in de hersenen, een fysieke reactie op iets onverwachts. Lachen is gezond en werkt relativerend. Het is een uitbundige uitlaatklep voor wat zich achter het masker afspeelt.
Oprechtheid, spontaniteit en optimisme zijn eigenschappen waarmee de president graag geassocieerd wil worden. Maar zowel dat spontane lachen als die associaties kan hij niet afdwingen. Daarom komen de foto’s van Pete Souza goed van pas. Hij kan de lach, een van de geheime wapens van Obama, vastleggen.
In zijn wangen ontstaan lange plooien tot aan zijn kin
Want wat is het toch met die foto’s waarop Obama lacht? Hij lacht altijd ongeveer hetzelfde. Meestal met zijn mond open. Hij trekt zijn bovenlip op, waardoor een rij witte tanden zichtbaar wordt. In zijn wangen ontstaan lange plooien tot aan zijn kin. Dubbele plooien zelfs, aan beide kanten twee. Die accentueren zijn mond en maken zijn lach nog groter. Zijn hoofd kantelt. Met zijn lijf beweegt hij naar achteren, zodat hij de grap echt over zich heen kan laten komen. En zijn ogen? Die knijpt hij dicht, waardoor ook daar lange horizontale lachrimpels tevoorschijn komen. Het is aandoenlijk, dit spasme van de president, die kortstondige kortsluiting in zijn hoofd. Hij laat zich even gaan. Obama is niet stijf, hij lacht met zijn hele lijf.
Op sommige foto’s is de aanleiding voor Obama’s gelach zichtbaar. Vaak laat iemand iets zien, zoals een foto of een beeldscherm, en zegt daar iets bij. Maar we zien zelden wat hij te zien krijgt.
Misschien wordt er iemand uitgelachen, of lachen de gefotografeerden om dingen die wij helemaal niet grappig zouden vinden (zoals de blunder van Plasterk over de afluisterpraktijken van de NSA). De mensen eromheen lachen met Obama mee, maar nooit zo hard als hij (visueel dan). Het maakt niet uit wat de grap is. Deze foto’s gaan over de uitbundige lach van de president.
Omdat een president zich niet zal verliezen in een slappe lach, is het moment altijd kort en onverwacht. Die eerste bulder is het beste, die moet Pete Souza fotograferen. Tijdens die kortsluiting reageert iedereen instinctief. Dan buigen lichamen naar elkaar, worden handen op schouders gelegd, zoeken sommige blikken naar herkenning en is in andere blikken het genot te lezen van de erkenning van hun grap.
De foto’s van Pete Souza geven je een wij-gevoel
En daarmee slaat Obama met zijn lach twee vliegen in één klap. Want zoals samen lachen een gevoel van saamhorigheid geeft, zo geven de foto’s van Pete Souza ook een wij-gevoel. Bij het bekijken van de foto’s in deze verzameling heb je vast al eens moeten glimlachen. De foto’s geven je een goed gevoel.
Een echt goede grap schuurt en is gewaagd en onverwacht
Oké, Obama kan dus goed lachen. En hij kan goed mensen laten lachen. Maar heeft hij ook humor? Daarmee bedoel ik niet de bedachte humor, zoals de gevatte grappen die hij samen met een heel team bedenkt. Niet de grappen die hij tijdens zijn speeches goed weet in te zetten, en waarvan hij met zichtbare tevredenheid het gelach incasseert. Niet de grappen die bedoeld zijn om het ijs te breken. Nee, een echt goede grap, die schuurt, die gewaagd en onverwacht is.
Humor laat zich niet gemakkelijk fotograferen, omdat de grap meestal in woorden wordt gemaakt. Maar ik heb ’m gevonden, de foto die bewijst dat Obama wel degelijk humor heeft. De foto die deze verzameling afmaakt: