Waarom de strijd tegen het UWV je kapot kan maken - en hoe het anders kan
Wie ontevreden is over een besluit van de overheid, kan een taaie juridische strijd verwachten. Er zijn echter goede alternatieven, zoals mediation. Het zou de doodzieke Natasja veel ellende hebben bespaard. Deel twee van mijn serie over sociale onzekerheid.
Je zit in een euthanasietraject én het UWV heeft je beoordeeld en zegt dat je kunt werken. Het lijkt een extreem pijnlijk misverstand dat gemakkelijk kan worden rechtgezet.
Natasja weet beter. Ze is 35 jaar en al jaren aan bed gekluisterd. ‘Ik leef niet, ik besta. Ik kan net zelf douchen, maar daarna ben ik op. Ik vind het een gruwelijke gedachte dat dit nog decennia kan duren.’
Haar besmetting met de ziekte van Lyme werd veel te laat ontdekt. Het gevolg: hersenbeschadiging. Natasja heeft moeite met taal. Ze kan niet lang staan of rechtop zitten en heeft weinig energie. Daarom heeft ze contact opgenomen met de Levenseindekliniek voor een euthanasietraject. Ze vindt haar situatie uitzichtloos. ‘Ik hoop dat ik binnenkort niet meer leef.’
Verrassing: Natasja kan nog prima werken
Natasja ontvangt van het UWV een Wajong-uitkering, voor mensen die al op jonge leeftijd arbeidsgehandicapt zijn geworden. Een kwart miljoen mensen krijgt zo’n uitkering. En allemaal moesten ze voor 1 januari 2018 opnieuw worden beoordeeld om te kijken of ze nog ‘arbeidsvermogen’* hebben. Ook Natasja.
En, verrassing: het UWV heeft geoordeeld dat Natasja nog prima kan werken. Dat betekent dat haar uitkering wordt verlaagd (van 75 procent naar 70 procent van het minimumloon) en dat een arbeidsdeskundige een reïntegratieplan met haar gaat maken.
Erik, de echtgenoot van Natasja, weet nog precies wanneer zij de brief kreeg. Het was op 28 juni 2017, zijn verjaardag. Hij was totaal uit het veld geslagen. Het UWV wist van het euthanasietraject. De behandelend ambtenaar had laten weten alleen nog wat recente medische informatie nodig te hebben om definitief vast te stellen dat Natasja niet kon werken.
Erik was totaal door de brief van het UWV totaal uit het veld geslagen
Dat leek makkelijker dan het was: omdat Natasja is uitbehandeld, had ze al enkele jaren geen contact meer met haar neuroloog. En dus moest er een nieuw bezoek worden gebracht aan het ziekenhuis.
Dat duurde het UWV te lang. De beslissing over Natasja’s uitkering viel op de mat nog vóórdat Natasja het oordeel van de neuroloog kon inleveren. ‘Het UWV heeft nooit gezegd wanneer het de informatie wilde hebben’, vertelt Erik. En nu het besluit genomen is, weigert het UWV het rapport van de neuroloog nog mee te wegen. Dus heeft Natasja nog maar één optie: bezwaar aantekenen.
En dat is niet ‘gewoon’ wat informatie nasturen. Het is een juridische strijd. Bezwaarprocedures gaan bij conflicten uit van een toernooimodel, zegt Maurits Barendrecht, hoogleraar recht aan de Universiteit Tilburg: beide partijen wapenen zich om van de ander te ‘winnen’.
De eigen zaak moet daarom zo sterk mogelijk worden gepresenteerd. Dat leidt tot claims, klachten, beschuldigingen, verweren en procedurele betogen. Maar, zoals Natasja zegt: ‘Als je te ziek bent om te werken, ben je ook te ziek voor bezwaar.’
Elk jaar 2,6 miljoen bezwaarschriften
Als burgers het niet eens zijn met een besluit van de overheid, hebben ze de keuze tussen een juridische strijd of het erbij laten zitten. Velen kiezen het eerste: in Nederland wordt 2,6 miljoen keer per jaar tegen een besluit bezwaar aangetekend.
Bij het UWV gaat het om 83.000 bezwaarschriften per jaar.* En bij de beoordelingen van het arbeidsvermogen van Wajongers hebben 3.500 mensen bezwaar gemaakt. Een op de vier kreeg gelijk.
Erik en Natasja zijn ervan overtuigd dat zij ook gelijk krijgen, maar de procedure valt hen zwaar. En dan hebben zij nog het geluk dat ze hulp krijgen van een advocaat, omdat ze een rechtsbijstandsverzekering hebben.
De advocaat heeft hun aangeraden zo veel mogelijk brieven te verzamelen die bewijzen dat Natasja niet kan werken en is uitbehandeld.
Die hebben ze nu ook. Zo schrijft de infectioloog: ‘Patiënte is tot weinig in staat.’ Ze hebben verklaringen van een arts gespecialiseerd in de ziekte van Lyme, van de neuroloog en van het sociale wijkteam. De advocaat heeft ze aangeraden ook nog een rapport te laten opstellen door een verzekeringsarts. Dat laat nu al maanden op zich wachten.
Door de stress gaat Natasja verder achteruit. Het aantal relatief goede dagen neemt af
Door de stress is Natasja verder achteruitgegaan. Het aantal relatief goede dagen, waarop ze nog wel uit bed komt, neemt af. Erik kon de zorg voor Natasja moeilijk combineren met zijn werk en is twee maanden ziek thuis geweest. Hij werkt nu weer voor 60 procent. Ze heeft vanwege gebrek aan energie ook het traject bij de Levenseindekliniek opgeschort. Het gevecht met het UWV gaat voor.
Het kan anders. Barendrecht wil de bezwaarschriftprocedure vervangen door een procedure gebaseerd op mediation of bemiddeling. Bij mediation staat niet het juridische gelijk voorop, maar een oplossing vinden die voor beide partijen aanvaardbaar is. Dat kan door een onafhankelijke ‘mediator’ in te zetten, maar ook via een bemiddelingsgesprek tussen de partijen.
Het juridische steekspel belemmert deze benadering. Mediation is gericht op begrip opbrengen voor de belangen van een ander, terwijl een juridisch strijd als doel heeft het ongelijk van een ander te bewijzen: partijen zijn alleen tevreden als ze winnen.
Dat laatste leidt tot veel onvrede. Uit een onderzoek uit 2011 bleek dat 68 procent van de mensen die een bezwaarprocedure had doorlopen bij een zelfstandig bestuursorgaan (zoals het UWV of de Sociale Verzekeringsbank) ontevreden was over de uitkomst.*
Purmerend als voorbeeld
De gemeente Purmerend laat zien hoe het anders kan. Nick Steenhagen behandelt daar bezwaarschriften. Vroeger keek hij alleen naar de juridische argumentatie: was het omstreden besluit genomen conform de voorschriften? Nu gaat hij met de klagers praten en kijken of er een oplossing mogelijk is die alle partijen aanvaardbaar vinden.
Neem het besluit over plaatsing van een laadpaal voor een elektrische auto. Zes bewoners hadden tegen plaatsing bezwaar aangetekend door het verlies van ‘gewone’ parkeerplaatsen. Hoewel het besluit juridisch in de haak was, kwam hij met de bewoners overeen de laadpaal te plaatsen, maar elders in de straat twee nieuwe parkeerplaatsen te laten aanleggen. Iedereen tevreden.
Er zijn meer gemeenten die het zo aanpakken. En wat blijkt? Mensen die bezwaar maken, waarderen zo’n oplossingsgerichte aanpak veel meer dan een formele, juridische behandeling van bezwaren. *
Een oordeel of je wel of niet kunt werken, lijkt zich minder te lenen voor mediation. Toch was ook bij de beoordeling van Natasja bemiddeling mogelijk geweest. Het overleg gaat dan over vragen als: zijn de verklaringen van betrokken artsen voldoende? Of: moet er een medische keuring plaatsvinden? En zo ja, waar? Kan dat ook bij Natasja thuis?
Dat is geen strijd met klagen en claimen, maar een kwestie van geven en nemen. Zo’n gesprek was al gaande, dacht Natasja, totdat ze overvallen werd door het besluit van het UWV.
In een reactie laat het UWV weten: ‘We gaan graag met mevrouw in gesprek om te kijken of we tot een oplossing kunnen komen.’ Het UWV stelt ook dat mensen na een bezwaar altijd gewezen worden op de mogelijkheid van mediation, maar ook dat is niet gedaan bij Natasja. Sterker nog, toen het wijkteam contact opnam en bemiddeling voorstelde, wees het UWV dat af omdat de zaak ‘al onder de rechter lag’.
Inderdaad komt mediation zelden voor bij het UWV: het afgelopen jaar maar 100 keer. Dat is 0,12 procent van het totaal aantal bezwaarzaken. Van die 100 hadden er maar liefst 80 een goede afloop.
Waarom niet vaker kiezen voor mediation?
Als mensen het veel meer waarderen als gezamenlijk een oplossing wordt gezocht, waarom gebeurt dat dan niet veel vaker? Mediation wordt al een tijdje toegepast bij rechtszaken, zij het mondjesmaat: tussen 2003 en 2014 steeg het percentage zaken waarbij wordt gewerkt met mediation van 4 procent naar 5 procent.
Dat komt onder meer omdat je mediation alleen kunt inzetten als beide partijen daar vrijwillig aan meedoen. Vaak willen ze dat niet, als het hun al wordt aangeboden, uit onbekendheid met het fenomeen, of uit wantrouwen over de goede bedoelingen van een ander.
Neem Natasja en Erik: het UWV zegt door dit artikel alsnog met hen in gesprek te willen, maar zij hebben geen vertrouwen meer in de oprechte intenties van het UWV.
Door te zeggen: ‘Jij kunt werken", doen ze alsof ik afhankelijkheid veins. Dat is onverdraaglijk
Het alternatief voor het juridische steekspel zou daarom geen ‘optie’ moeten zijn, maar de standaardaanpak, die burgers desgewenst kunnen inruilen voor een klassieke bezwaarprocedure. Zo’n omkering zou niet alleen een goed idee zijn voor het UWV maar voor alle overheidsorganisaties. De tijd die invoering ervan kost, wordt dubbel en dwars teruggewonnen doordat minder procedures en frustratie ontstaan. Zo neem je veel maatschappelijke onvrede weg.
Zo’n nieuwe aanpak zou Natasja veel gemoedsrust bieden. Het is niet de angst aan het werk gezet te worden die haar drijft om bezwaar aan te tekenen tegen het UWV-besluit. Natasja weet ook wel dat geen werkgever zo gek is haar een baan aan te bieden. Het gaat haar zelfs niet om het geld, al gaat ze er zo’n 75 euro per maand op achteruit.
Wat haar zo stoort is dat het UWV ontkent wat ze doormaakt. ‘Het ergste van zo ziek zijn is de totale afhankelijkheid. Dat is een nachtmerrie. En door te zeggen: ‘Jij kunt werken’, doen ze alsof ik afhankelijkheid veins. Dat is onverdraaglijk. Het toekennen van arbeidsvermogen, terwijl ik dat niet heb, maakt me ook bang. Wie weet gaat mijn inkomen bij een volgende bezuinigingsronde wel naar nul.’
En dus blijft ze strijden voor erkenning. Ook als al die juridische procedures haar nog zieker maken dan ze al is.
De namen van Natasja en Erik zijn op hun verzoek gefingeerd. De echte namen zijn bekend bij de redactie.