Jullie bijdragen maken onze journalistiek beter. Daarom word ik gespreksredacteur
We zien Correspondentleden als onze grootste bron van kennis, expertise en ervaring. Vanaf vandaag ga ik daarom het delen van kennis en ervaringen onder de artikelen actief bevorderen.
Bij De Correspondent maken we er geen geheim van dat jullie, onze leden, onmisbaar zijn voor onze journalistiek. Natuurlijk omdat we, als advertentievrij platform, volledig afhankelijk zijn van jullie financiële contributie. Maar ook - en belangrijker nog - omdat we onze leden zien als de grootste bron van kennis, expertise en ervaring die we tot onze beschikking hebben.
We hopen die bron, al sinds het begin, aan te boren en te betrekken bij onze journalistiek. Maar, ‘hopen op’ impliceert iets passiefs: hopen dat een artikel gelezen wordt door personen met relevante expertise, hopen dat deze personen lid zijn en hopen dat ze vervolgens hun relevante kennis delen onder het stuk.
Om het delen van kennis en ervaringen actief te bevorderen, begin ik vanaf vandaag aan een nieuwe functie: gespreksredacteur.
Alleen voor ingelogde leden is onze bijdragesectie zichtbaar en alleen voor hen is het mogelijk om bij te dragen onder publicaties. Als lid kun je hier, met je echte naam, reageren en kun je bij iedere bijdrage een relevante functietitel invullen. Die maakt het voor correspondenten en leden direct duidelijk vanuit welke achtergrond je spreekt (daarover zo meer).
Wat de gespreksredacteur van De Correspondent doet
Als gespreksredacteur heb ik vier hoofddoelen:
- Ten eerste wil ik ervoor zorgen dat de kennis over een onderwerp verbreed wordt door het actief betrekken van deskundige leden in de bijdragesectie van ons platform. Zodat je, als lid van De Correspondent, meer krijgt dan alleen onze stukken. En dat je, als lid, in gesprek kunt treden met mensen die verstand van zaken hebben, of die dezelfde interesse of expertise hebben als jij.
- Op deze manier wil ik ook correspondenten helpen met hun journalistieke zoektocht - originele en kundige bijdragen kunnen zo weer leiden tot nieuwe artikelen en inzichten.
- Daarnaast wil ik meer tegenspraak in de bijdragesectie organiseren. Daarvoor zal ik actief op zoek gaan naar mensen met een kritisch tegengeluid. En waar mogelijk zal ik in samenwerking met de auteur bedenken: welke kritieken verdienen nadere uitwerking of een uitgebreide repliek?
- Ten slotte wil ik onderzoeken hoe we online betere gesprekken kunnen voeren. Dat doe ik door met mijn collega Karel Smouter te analyseren hoe we online met elkaar communiceren, maar ook door te kijken of er technische verbeteringen mogelijk zijn die het gesprek overzichtelijker maken.
Hoe we werken aan de gesprekken onder de verhalen
Een van de functies die we onlangs introduceerden was de geverifieerde functietitel. We vroegen leden om hun expertise, vooralsnog beperkt tot beroepen en studies, door ons te laten verifiëren, zodat we een digitale ‘rolodex’ aan kunnen leggen.
Voor jou als lid betekent dit dat je in één oogopslag kunt zien vanuit welke achtergrond iemand spreekt en dat je in contact kunt komen met mensen met hetzelfde beroep of dezelfde studie als jij. En voor ons maakt dit het mogelijk om leden te vinden op basis van hun expertise en dus om in een eerder stadium, samen met een auteur, te bepalen wat we met het gesprek onder het stuk hopen te bereiken en welke leden daarbij kunnen helpen.
Een voorbeeld hiervan is dit artikel van onze correspondent Politiek Marc Chavannes, in de aanloop naar de afgelopen gemeenteraadsverkiezingen. Tijdens zijn schrijfproces zocht ik in onze digitale rolodex naar leden met relevante kennis over of ervaring met het onderwerp, aangezien zijn oproep gericht was op vragen over dit onderwerp en deze deskundigen bij konden dragen door hierover in gesprek te gaan. Zo benaderde ik onder andere de oprichter van de Burgerrekenkamer en (voormalig) raadsleden en wethouders om aan het gesprek onder het stuk deel te nemen.
Zo wil ik het laagdrempeliger maken om bij te dragen en tegelijkertijd het gesprek inhoudelijker maken. Het uiteindelijke doel: bijdragen aan onze journalistiek net zo belangrijk maken als de artikelen die wij zelf publiceren.
Wat er beter kan aan de reacties op onze site
In mijn vorige functie, als redactiemanager, beantwoordde ik alle mails van leden - gemiddeld vijftig per dag. Dit heeft me veel inzicht gegeven in de kritiek die er is op onze stukken. Zo vinden sommigen onze stukken te eenzijdig, onvolledig of subjectief. Ik antwoordde dan altijd met een aansporing om die andere ervaring, aanvulling of kritiek met de auteur te delen onder het stuk. Want op die manier kunnen we samen onze blik op de wereld verbreden.
Het is natuurlijk altijd spannend om aan een nieuwe functie te beginnen. Zeker omdat deze functie bij traditionele nieuwsmedia niet bestaat. Veel media zijn nog altijd zenders - en hun abonnees slechts ontvangers.
Leden waarderen de bijdragesectie vooral wanneer verschillende gezichtspunten aan bod komen, informatie wordt aangevuld of de auteur wordt gecorrigeerd
Sterker nog, er wordt de laatste jaren eerder bezuinigd op de mogelijkheid tot reageren dan dat erin wordt geïnvesteerd. Zo sloot nu.nl halverwege 2016 de mogelijkheid om te reageren onder artikelen, omdat het zich niet langer bezig wilde houden met de binnenkomende stroom aan reacties. Ook het FD, met zijn gespecialiseerde achterban, beperkte rond diezelfde tijd de mogelijkheid tot reageren drastisch.
In datzelfde jaar beloofden wij juist meer diepgang door betere bijdragen. Niet alleen door technische vernieuwingen, zoals de uitgelichtfunctie of de roodgekleurde expertisetitel, maar ook door met leden te praten over hoe we ze nog meer kunnen betrekken bij onze journalistiek. We leerden bijvoorbeeld dat leden die de bijdragesectie positief beoordelen, dat vooral doen ‘wanneer er verschillende gezichtspunten aan bod komen, de informatie uit een artikel wordt aangevuld of de auteur zelfs wordt gecorrigeerd.’
Precies daar wil ik me, als gespreksredacteur, op richten.
Doe jij mee?
Het zou niet bij De Correspondent passen als de vormgeving van mijn nieuwe functie pasklaar gepresenteerd wordt. Net zoals onze artikelen soms het begin van een zoektocht zijn, zie ik dit ook als een proces: ik heb nog veel te leren. En daar kun jij mij bij helpen.
Mijn eerste verzoek: vul, als je een bijdrage achterlaat, je functietitel in. Je kunt meerdere (geverifieerde) functietitels hebben die je bij iedere bijdrage kunt veranderen. Dat kunnen beroepen zijn, maar vergeet ook zeker ervaringsdeskundigheid niet: we willen niet alleen van dokters horen, maar ook van patiënten; niet alleen van leraren, maar ook van leerlingen; niet alleen van wetenschappers of academici, maar ook van ondernemers, ouders of activisten.
Als je dat soort kennis of ervaring expliciet maakt, kan ik je vaker en in een eerder stadium betrekken in ons journalistieke proces. Bijvoorbeeld door je uit te nodigen een stuk vooraf mee te lezen, of na publicatie vragen van andere leden te beantwoorden.
En mijn tweede verzoek: denk vooral met me mee. Ben je gesprekscoach, moderator, criticus of iemand die goede ideeën heeft over hoe we onze bijdragesectie kunnen verbeteren: mail me of laat je horen in de bijdragen hieronder. Niet iedere wens kan worden ingewilligd, maar het is een goed moment om het gesprek daarover te (her)openen.
Hopelijk kunnen we op deze manier een actieve stap zetten naar de journalistiek die De Correspondent vanaf dag één hoopt te bedrijven. Namelijk: de grootste onaangeboorde bron van kennis en ervaring haar weg laten vinden naar de journalistiek en zo meer inzicht krijgen in hoe de wereld werkt.