In Chili en Mexico ging het over betaalbaar onderwijs, in Brazilië over de prijs van het buskaartje en in Colombia over hervormingen van de zorg. En nu is de bevolking in Venezuela op grote schaal tegen de regering in opstand gekomen.

Tienduizenden Venezolanen trekken sinds februari 2014 de straat op tegen president Studenten gooien stenen, handgemaakte bommen en blokkeren de weg met alles waar ze hun handen op kunnen leggen. De beantwoordt de protesten met traangas en soms met geweerschoten.

Maar die schoten hebben we nauwelijks gehoord op de internationale televisie. De aandacht was de afgelopen maand met name op de protesten in Oekraïne gericht, niet op de situatie in Toch zijn er in Venezuela in minder dan een maand al negentien doden en bijna driehonderd gewonden gevallen. De belangrijkste leider van het protest is door de regering gearresteerd. Het einde is nog niet in zicht. Vanwaar de volkswoede?

Illustratie: Momkai

De straten kleuren wit en rood

De directe aanleiding voor de demonstraties was de moord door een bende overvallers op voormalig Miss Venezuela, Mónica Spear, begin Duizenden gingen boos de straat op, om te protesteren tegen de uit de hand gelopen criminaliteit in het land. Het protest zwol begin februari verder aan in de staat Tachira, bij de stad San Cristobal. Daar protesteerden groepen studenten tegen de aanranding van een medestudente. Het mondde uit in een van de grootste protesten in Venezuela van de laatste twaalf Lange, in witte t-shirts geklede stoeten trokken door de straten van de stad.

Wit is de kleur van de oppositie, die geleid wordt door Sinds hij handig inhaakte op de studentenprotesten, gaan de demonstraties over meer dan alleen de uit de hand gelopen criminaliteit: de demonstranten eisen het aftreden van de regering van president Maduro. Huisvrouwen, advocaten en gepensioneerden zijn sindsdien óók de straat opgegaan.

Maduro heeft niet het charisma van zijn voorganger Hugo Chávez, die onvrede altijd wist te sussen

Reden temeer voor de Nationale Garde om hardhandiger op te treden. Op 12 februari kwamen voor het eerst drie mensen om het leven. Bovendien begon president Maduro ook zijn eigen aanhang te mobiliseren - in het rood uiteraard. ‘Er is in Venezuela een nazi-fascistische opstand op gang gekomen die ons land wil onderdompelen in geweld!’, sprak Maduro zijn eigen demonstranten toe op 15 februari. Duizenden rode aanhangers joelden hem toe. Toch heeft hij niet het charisma van zijn voorganger Hugo Chávez, die onvrede altijd wist te sussen met zijn persoonlijkheid en retoriek.

Maduro beschuldigde oppositieleider López van moord en terrorisme, noemde hem een ‘rechtse fascist’ en vaardigde een arrestatiebevel uit. López beklom vervolgens op 18 februari het iconische standbeeld van de Cubaanse held Tienduizenden aanhangers waren toegestroomd. Hij riep hen via een megafoon emotioneel op door te gaan tot ‘la salida’ (‘het vertrek’) van Maduro. Vervolgens gaf hij zich over aan de Nationale Garde. Het gaf de massa alleen nog maar energie.

Het rechtssysteem is in crisis

Dat de Venezolanen ontevreden en boos zijn, is duidelijk. Opmerkelijk is dat wel, daar Venezuela een vrij stabiele democratie is, zeer rijk aan olie.

Maar de bevolking pikt het niet langer dagelijks geconfronteerd te worden met de drie grootste problemen van het land: enorme criminaliteit, toenemende schaarste en endemische corruptie.

De duidelijkste indicator van de criminaliteit is het hoge moordcijfer. Dat cijfer lag al voor Chávez, eind jaren negentig, aan de macht kwam onwaarschijnlijk hoog, en is sindsdien ook nog sterk gestegen. Werden er in 1999 per jaar nog 25 moorden per 100.000 inwoners gepleegd, nu zijn dat er jaarlijks 79. Daarmee komt Venezuela akelig dicht bij het door drugsgeweld geteisterde Honduras, dat het hoogste moordcijfer ter wereld heeft (91,6 moorden op 100.000 inwoners). Ter vergelijking: in Nederland is het 1,1.

De lijkenhuizen in Venezuela puilen dan ook uit, commerciële beveiligingsbedrijven maken gigantische winsten en wie het kan betalen, rijdt rond in een Ook is er een onwaarschijnlijk aantal illegale wapens in omloop: 15 miljoen. Op 29 miljoen inwoners.

De lijkenhuizen in Venezuela puilen uit en wie het kan betalen rijdt rond in een gepantserd voertuig

De hoge criminaliteit is volgens de Venezolaanse socioloog Roberto Briceño-Leon niet gemakkelijk te verklaren. Hoewel de toenemende aanwezigheid van Colombiaanse drugsbazen in het land tot meer geweld leidt, is er geen sprake van een drugs- of bende-oorlog, zoals in Honduras.

Volgens de socioloog, die het toenemende geweld al sinds 1991 bestudeert, verkeert met name het Venezolaanse rechtssysteem in een crisis: er zijn zware budgettekorten die ertoe leiden dat er bij slechts acht op de honderd moorden een arrestatie wordt verricht. In Nederland is dat tachtig op de honderd.

‘De regering wil een rechts veiligheidssysteem met hoge straffen vermijden,’ zegt Briceño-Leon. Volgens hem denkt Maduro dat criminaliteit veroorzaakt wordt door armoede. ‘Dus in plaats van straffen, willen ze delicten voorkomen door mensen te subsidiëren met oliedollars.’

Ondertussen zijn verschillende pogingen de politie te hervormen op niets uitgedraaid. Lokale politiekantoren in regio’s waar de oppositie aan de macht is, en waar dus harder opgetreden werd tegen criminelen, werden door de staat overgenomen.

Foto’s: ANP

Uren in de rij voor een pak melk

Uit de hand gelopen criminaliteit is één factor in de protesten, maar vooral de schaarste van basale levensmiddelen houdt de onvrede in stand. Op een veelzeggend, handgeschreven A4’tje op de vriezer van de supermarkt staat: ‘Er is geen kip.’ Daaromheen veelal lege schappen: ook bloem, toiletpapier, melk en rijst zijn schaars. ‘Ik moet soms wel naar vier verschillende winkels en markten om aan genoeg boodschappen te komen,’ zegt een huisvrouw in de rij voor de supermarkt. Honderden mensen staan vaak urenlang in de rij voor de verschillende, halflege winkels.

Het contrast met het Venezuela van de jaren zeventig is groot. Met ‘s werelds grootste bewezen oliereserves was het van 1970 tot 1978 een van de twintig rijkste landen van de wereld. Dat waren de jaren waarin de olieprijs verviervoudigde. Toenmalig president Carlos Andres Perez voorspelde ‘La Gran Venezuela.’ Olie zou van Venezuela een eerstewereldland maken.

Bachaqueros’ smokkelen Venezolaanse goederen naar Colombia om ze daar met 700 procent winst te verkopen

Maar niets bleek minder waar. Van 1978 tot 1991 ging het bruto binnenlands product met maar liefst 20 procent omlaag, van 3.215 dollar per hoofd van de bevolking tot 2.572. Door de binnenstromende oliedollars ging het concurrentievermogen van andere sectoren, zoals landbouw en productie, De Venezolaanse Bolivar, de nationale munteenheid, werd daardoor in het buitenland meer waard dan in Venezuela, en stroomde zo massaal het land uit. Inmiddels kampt Venezuela met een inflatie van 56 procent, de hoogste ter wereld.

Het werd goedkoper om goederen te importeren dan ze zelf te produceren, en het werd voordeliger om die vervolgens in het buitenland te verkopen. Zo werken er nu aan de grens met Colombia duizenden ‘bachaqueros’ die Venezolaanse goederen naar Colombia smokkelen om ze daar met soms wel 700 procent winst te verkopen.

Censuur en corruptie

De ontevredenheid wordt tot slot vooral gevoed door corruptie bij en censuur van de overheid. Tijdens een van de protesten hield een student een groot wit bord vast, waar met grote letters op stond geschreven: ‘Internationale Media: Adopteer de Venezolaanse informatie-weeskinderen.’

Maduro censureert er dan ook op los. Zo dreigde hij de Spaanstalige variant van CNN het land uit te sturen, censureerde hij alle foto’s op Twitter en moet de oppositie het doen met het een marginaal webkanaal:

Maduro censureert ook berichten over gewelddadige, “rode” groeperingen. De ‘Colectivos’ openden het vuur op het protest. Deze motorbendes, die bestaan uit loyalisten van Chávez, komen nu op voor de president. Hij laat ze hun gang gaan en houdt berichten hierover uit de media.

Maar Maduro gebruikt ook subtielere manieren om zijn macht te consolideren. Zo perkt hij de macht van lokale autoriteiten in bepaalde regio’s in, wanneer die onder leiding staan van leden van de oppositie. Venezuela mag dan houden, de corruptie in de Venezolaanse politiek is endemisch. Slechts zeventien van de 177 landen die jaarlijks door worden onderzocht, zijn corrupter dan Venezuela.

Foto’s: ANP

De middenklasse protesteert

Venezuela is niet het eerste Latijns-Amerikaanse land waar de laatste jaren door sociaal-economische onvrede grote protesten zijn uitgebroken. Vanaf augustus 2011 kwamen Chileense studenten massaal in opstand tegen het geprivatiseerde onderwijssysteem, in juni 2013 eindigden massaprotesten tegen overheidsuitgaven in Brazilië met zes doden, in Colombia werd afgelopen november tegen hervormingen van het zorgstelsel geprotesteerd en ook in Mexico kwam men in opstand tegen wijzigingen in het onderwijs.

Er zijn sterke aanwijzigingen dat deze protesten een gevolg zijn van de economische boom die Latijns-Amerika de laatste tien jaar heeft doorgemaakt.

Voor Venezolanen is het leuk dat ze een huis en een baan hebben, maar als ze geen brood kunnen kopen of veilig de straat op kunnen is dat niets waard

Historisch gezien is er in Latijns-Amerika al sinds het begin van de twintigste eeuw een strijd gaande tussen links en rechts, die nauw verbonden is met de kloof tussen arm en rijk. Een strijd waarin de door verschillende coups en rechtse regimes te ondersteunen uit angst voor het communisme. De kloof tussen arm en rijk was groot, en daarmee bleef ook de kloof tussen links en rechts in stand.

Maar in de afgelopen tien jaar zijn grote delen van de bevolking in Latijns-Amerikaanse landen naar de middenklasse getrokken; er is dus minder ongelijkheid. De enorme kloof tussen arm en rijk die Chávez in 1999 aan de macht hielp is nu veel kleiner, Venezuela is inmiddels het meest

De groeiende middenklasse stelt hogere kwaliteitseisen aan de regering, of deze nu links of rechts is. Men wil minder corruptie, minder leugens, meer waar voor hun belastinggeld. Als ze met hun fijne middeninkomen immers geen brood kunnen kopen of veilig de straat op kunnen, hebben ze er immers niets aan. Zodoende zijn veel wijken van de midden- en hogere klassen, zoals Altamira in Caracas, inmiddels broeinesten geworden van de oppositie. ‘Ik heb geen zin om in angst te leven!’ en ‘De rij voor melk is nu nog langer’ zijn veelgehoorde leuzen. En het zijn advocaten en studenten die het roepen.

Hoe moet het nu verder?

Zowel de studenten als de oppositie hebben eisenlijsten opgesteld. Daarin vragen ze vooral om een eind aan het geweld tegen de demonstranten en de vrijlating van de gevangenen. Een duidelijk antwoord op de schaarste en het geweld hebben ze zelf ook niet. Wel wil de oppositie dat de regering stopt met het van hun olie aan bevriende landen, zoals Cuba.

Maduro werd in 2013 voor zes jaar, tot 2019, verkozen. Maar volgens de zou hij al in 2016 afgezet kunnen worden via een referendum. Dat hij met een flinterdunne meerderheid (50,6 procent) won van zijn tegenstander, maken zijn kansen in zo’n eventuele volksraadpleging niet groot.

Maar de links-revolutionaire beweging moet niet onderschat worden. In arme wijken, zoals in Oost-Caracas, houden trouwe Chavistas voet bij stuk. ‘Ze zullen hier niet kunnen komen,’ zeggen ze. ‘Laat ze maar lekker protesteren in hun buurten, waar ze zich veilig voelen.’

De middenklasse protesteert, ook in het Midden-Oosten Niet alleen in Zuid-Amerika ontstaan protesten door de opkomst van de middenklasse. Ook in het Midden-Oosten speelt dit een rol. Daarover schreef de Amerikaanse politicoloog Vali Nasr het boek ‘Forces of Fortune’ - een uitstekend boek om te lezen als je meer wilt begrijpen van de rol die de middenklasse in veel revoluties speelt.

Lees hier een korte recensie van Forces of Fortune in The New York Times