Als je aan communisme denkt, is de kans groot dat de Sovjet-Unie en de Russische revolutie in je opkomen. De communistische revolutie in China. Of misschien wel de Cubaanse revolutie onder leiding van Fidel Castro en Che Guevara. Communistische regimes hebben voor miljoenen mensen desastreuze gevolgen gehad.

Wij ontdekten een ander, veel minder bekend gezicht van het communisme. Twee avontuurlijke zwarte revolutionairen, Hermina en Otto Huiswoud, verbonden een eeuw geleden het communisme aan de vrijheidsstrijd van zwarte mensen. Eerst vanuit de VS en Rusland; later ook vanuit Nederland.

Wij hadden ook nog nooit van hen gehoord, tot we de naam van Hermina tegenkwamen tijdens het opruimen van een collectie die wij hadden gekregen voor ons archief

Tussen tal van historische documenten vonden we een eerste druk van het boek gesigneerd door de auteur, Langston Hughes. Hij was een prominente Afro-Amerikaanse dichter en auteur tijdens de een verzetsbeweging uit de jaren twintig. En, zo schreef hij, ‘Hermie herinnert zich wanneer veel van deze verhalen zijn geschreven.’

Toen we dat lazen, realiseerden we ons: als de eigenaar van deze collectie de beroemde dichter zo goed heeft gekend, dan hebben we iets heel bijzonders in handen.

Hermie bleek te staan voor Hermina Huiswoud, die samen met haar man Otto de archiefmaterialen had verzameld. We startten een zoektocht, Hermie en Otto Huiswoud bleken nog altijd relevante personages te zijn, die streden voor de rechten van zwarte mannen en vrouwen.

Ze inspireren ons; de laatste jaren is er in Nederland die zich verzet tegen de Sinterklaastraditie en in het bijzonder tegen Zwarte Piet. Veel mensen denken dat die beweging in Nederland nieuw is. Maar alle gesprekken met mensen die de Huiswouds hebben gekend, en al het archiefmateriaal dat we op onze reizen ontdekten, laten zien: in strijd tegen het kapitalisme was er allang een groep mensen die aandacht had voor ras en gender.

Dat verhaal delen we graag met jullie.

Otto Huiswoud: geboren in Paramaribo, toevallig in New York beland

Het verhaal begint in Paramaribo, Suriname, waar Otto Huiswoud in 1893 wordt geboren als vijfde van acht kinderen van een kleermaker en zijn vrouw. maar de koloniale onderdrukking is nog niet voorbij in het Suriname van zijn jeugd.

De koloniale overheid laat namelijk contractarbeiders ronselen in Nederlands-Indië, in het bijzonder Java, Brits-Indië en China, zodat het werk op de plantages voortgezet kan worden. De omstandigheden zijn er niet veel beter dan tijdens de slavernij: de plantagewerkers leven in armoede, terwijl een witte en gekleurde elite van hun arbeid profiteert.

Otto leert lezen en schrijven, en zijn liefde voor boeken maakt hem nieuwsgierig naar de wereld buiten Suriname. Op zestienjarige leeftijd gaat hij in de leer als matroos op een schip met als eindbestemming Amsterdam. Daar komt hij nooit aan: Otto besluit bij een tussenstop in New York van boord te gaan.

De Harlem Renaissance

In New York komt Otto al snel in aanraking met activisten, veelal uit socialistische kringen. Hij wordt op zijn 21ste, Het is een tumultueuze periode waarin honderden duizenden Afro-Amerikanen de raciale terreur, de aanhoudende lynchpartijen en de in het Zuiden van de VS ontvluchten.

In Harlem, New York, ontstaat een nieuw zelfbewustzijn onder zwarte mensen

Hoewel de Jim Crow-wetten in het Noorden van het land niet gelden, hebben Afro-Amerikanen ook daar veel last van racisme. Zo wonen veel van hen in verloederde getto’s, vinden ze alleen slecht betaalde baantjes en mogen ze niet lid worden van vakbonden. Zelfs Afro-Amerikanen die tijdens de Eerste Wereldoorlog voor vrijheid in Europa vechten, worden vervolgens in hun eigen land nog steeds behandeld als tweederangs burgers.

In Harlem, New York, ontstaat een nieuw zelfbewustzijn onder zwarte mensen. Deze periode staat bekend als de met bekende namen als jazzmuzikant Louis Armstrong, maar ook de Universal Negro Improvement Association onder leiding van de zwarte nationalist Marcus Garvey. Minder bekend is dat enkele figuren uit de Harlem Renaissance sympathiseren met het communisme.

Wat het communisme Afro-Amerikanen te bieden had

In 1917, enkele jaren nadat Otto zich aansluit bij de socialistische partij, vindt 7.500 kilometer verderop de historische Oktoberrevolutie plaats, die de geboorte van de Sovjet-Unie inluidt - de eerste communistische staat ter wereld.

De revolutie in Moskou inspireert een aanzienlijke groep Afro-Amerikanen en Caraïbische migranten, onder wie Otto Huiswoud. De utopie van een socialistische staat vormt een baken van hoop voor hun eigen vrijheid. De Sovjets propageren namelijk een wereldrevolutie waarin ze En, zo stelt Otto Huiswoud, de positie van Afro-Amerikanen is te vergelijken met koloniale onderdrukking. Dus communisten doen er goed aan ook voor hen op te komen.

Een groep Afro-Amerikaanse en Caribische mensen (Langston Hughes: middelste rij, vijfde van links, Otto Huiswoud: onderste rij tweede van rechts) in de Sovjet Unie in 1934. Foto: Yale University

Otto zet de zwarte zaak op de kaart

Otto Huiswoud is in 1919 een van de twee zwarte personen die aanwezig is bij de oprichting van de communistische partij in de VS. Drie jaar later vertegenwoordigt hij die op een congres van de in Moskou. Met Claude McKay, een Jamaicaanse poëet en auteur bekend uit de Harlem Renaissance, zet hij de positie van zwarte arbeiders - the negro question - definitief op de agenda van de partij.

Otto speecht:

‘Hoewel het probleem van zwarte mensen fundamenteel een economisch probleem is, vinden we dat dit specifieke probleem wordt verergerd en versterkt door de spanning die bestaat tussen de zwarte en witte rassen.’

‘Ik hoop dat de kameraden uit de verschillende secties van de Komintern kennis zullen nemen van het probleem van zwarte mensen zoals het vandaag de dag bestaat. En dat ze zullen doorgaan, niet in de vorm van een Nieuwjaarsresolutie, maar echt en direct, door het bewustzijn van de massa van zwarte mensen te prikkelen zodat we ze kunnen verbinden aan de proletarische revolutie.’

Claude McKay spreekt het vierde congress van de Komintern toe in Moskou in 1922. Foto: Yale University
Otto Huiswoud en Claude McKay. Foto: Yale University

Otto Huiswoud en Claude McKay pleiten ervoor de situatie van zwarte Amerikanen te verbinden met de positie van zwarte mensen in koloniën in het Caraïbisch gebied, Zuid-Amerika en Afrika.


Ze hebben succes: tijdens het congres wordt een resolutie aangenomen die de vrijheidsstrijd van zwarte mensen en andere gekoloniseerde volken erkent als onderdeel van de wereldrevolutie. En er komt een commissie die een wereldcongres organiseert over the negro question.

Hoewel er nog En Otto is een belangrijke aanjager. Hij is betrokken bij de oprichting van de American Negro Labor Congress (ANLC), een organisatie die het communisme onder Afro-Amerikanen wil verspreiden. Het is een van de weinige organisaties die expliciet stelling neemt tegen de rassensegregatie en discriminatie in de VS.

Hermina Huiswoud: geboren in Brits-Guyana, gemigreerd met haar moeder

In de tijd dat Otto zich verbindt aan het communisme, migreert de veertienjarige met haar moeder vanuit Brits-Guyana naar de VS.

In de jaren die volgen werkt ze voor de lokale tak van de een van de vroege burgerrechtenbewegingen. Ze ontmoet er Otto met wie ze bevriend raakt, en in 1926 op eenentwintigjarige leeftijd trouwt.

Hermina speelt, net als vele andere zwarte vrouwen, een cruciale rol in het organiseren van politieke activiteiten voor de communistische partij. Ze werkt als vertaler voor de Komintern en schrijft voor het maandblad The Negro Worker.

Ze is daarmee een voorloper van wat nu heet en vestigt de aandacht op wat het betekent zwart én een vrouw te zijn.

Het gevaarlijke werk dat ze in de jaren dertig doen

Activisten uit verschillende delen van de wereld schrijven in The Negro Worker kritische artikelen over uiteenlopende onderwerpen, van onderdrukking in de dictatuur in Liberia tot het opkomende fascisme in Europa tot rassensegregatie in de VS. Ze roepen – het is immers een communistisch blad – geregeld op tot opstand.

Dat werk is gevaarlijker dan je misschien zou denken. Het blad wordt in eerste instantie in de havenstad Hamburg gemaakt door een netwerk waarvan Otto de voorzitter werd, en vanuit daar naar de VS en koloniën in Afrika en het Caraïbisch gebied gesmokkeld.

Matrozen en arbeiders die het blad in bezit hebben, lopen het risico gearresteerd of ontslagen te worden. De geheime diensten houden communisten in de gaten, in het geval van Otto en Hermina doet dat.

Het werk van Hermina en Otto wordt nog gevaarlijker als in Duitsland de nazi’s aan de macht komen. Die zien het communisme als vijand van het Derde Rijk en arresteren George Padmore in 1933 en Otto neemt de taken van Padmore over, en het echtpaar verhuist van Parijs naar Antwerpen, wat in elk geval een veiliger smokkelhaven is geworden dan Hamburg.

Onder de schuilnamen Charles Woodson en Helen Davis doen ze alsof ze werken voor de Crusader News Agency, dat zogenaamd in Kopenhagen zit. Het gaat enkele maanden goed.

In september 1934 worden ze ontdekt en gearresteerd. ‘Het volledige septembernummer van The Negro Worker zat in mijn koffer, ik verstopte het onder mijn kleding en de agent wist niet waar hij naar moest zoeken’, schrijft Hermina erover. Na acht dagen gevangenschap worden ze op de trein naar Nederland gezet – het septembernummer smokkelen ze mee. Vanuit Nederland gaan ze door met de publicatie.

Vrienden keren het communisme de rug toe

Het utopische beeld van de socialistische heilstaat begint halverwege de jaren dertig voor velen te kantelen. Onder leiding van Jozef Stalin verandert de Sovjet-Unie langzaam maar zeker in een dictatoriale staat. Stalin laat tegenstanders op grote schaal ‘wegzuiveren’, miljoenen mensen komen onder zijn bewind om het leven. De Komintern verandert onder zijn bewind ook van koers, er is steeds minder aandacht voor ‘the Negro Question’.

Notabele zwarte communisten zoals – die Otto in 1922 nog vergezelde naar Moskou – keren de partij de rug toe. De International Trade Union Committee of Negro Workers wordt in 1937 opgedoekt.

Hermina en Otto verblijven tot 1938 in Parijs en vertrekken een jaar later weer naar de VS. Ze nemen nooit expliciet afstand van de communistische partij, maar hun carrière als ‘professioneel revolutionairen’ in dienst van de communistische partij komt ten einde.

Aan het einde van de jaren dertig krijgt Otto last van gezondheidsproblemen. Op doktersadvies vertrekt hij in januari 1941 naar Suriname om in een tropisch klimaat te herstellen van een nieroperatie.

Al na een dag in Suriname staan politiemannen op de stoep die Otto arresteren

Dat blijkt geen goed idee: al na een dag staan politiemannen op de stoep die hem arresteren. Gouverneur Johannes Kielstra heeft in de kolonie Suriname een staat van beleg afgekondigd en geeft de opdracht voor de arrestatie van Otto. De geheime diensten hebben doorgegeven dat Otto een communist is.

Document uit het Geheim Archief van de Gouverneur van Suriname. Foto: Nationaal Archief Den Haag

Otto is zonder enige vorm van proces opgesloten en wordt na anderhalf jaar opeens vrijgelaten. Op 27 september 1942 deelt hij dit goede nieuws met Hermina in een brief:

Hij is geschreven met een blij gemoed. Ik wil je laten weten dat ik thuis ben gekeerd. Het gebeurde vrijdagavond. Dat was heel plotseling. Op vrijdagmiddag werd me verteld dat het voorbij was en dat ik meteen naar huis mocht. (...) Ik weet dat je door het dolle heen zal zijn als je dit leest en dat je mijn geluk zal delen.’

Hermina en Otto herenigt in Cuba na 5 jaar gescheiden te zijn wegens gevangenschap en oorlog in 1946. Foto: onbekend

Na de oorlog: antikoloniale strijd in Amsterdam

Na zijn vrijlating staat Otto nog drie jaar onder huisarrest. Na de oorlog ziet hij Hermie terug. Ze verhuizen naar Amsterdam, waar ze zich inzetten voor de Vereniging Ons Suriname – in het pand dat later The Black Archives zal huisvesten. De van oorsprong gezelligheidsvereniging wordt onder Otto’s voorzitterschap in de jaren vijftig

Otto en Hermina blijven tot het einde van hun leven aan elkaar en aan de strijd voor hun idealen verbonden. Otto overlijdt in 1961, vanaf zijn ziekbed geeft hij nog instructies voor een protest rondom de moord op de Congolese vrijheidsstrijder Patrice Lumumba. Hermina leeft tot 1998. Ze wijdt haar leven aan het verzamelen van boeken en documenten over de strijd waar ze haar hele leven al mee bezig is geweest én aan het documenteren van het leven van Otto – de materialen waar wij twee jaar geleden op stuitten.

Dit verhaal is onderdeel van het project waarin experts geschiedenissen delen die in elk schoolboek thuishoren. Partner biedt bronnen en achtergrondinformatie, maakt lesmateriaal en organiseert evenementen. Over bovenstaand verhaal maakte het de expositie die tot 8 juli is te zien. Radiozender maakt video’s en radio over dit thema. Komend jaar verschijnen nog talloze verhalen in deze reeks, die kunnen teruglezen, evenals de eerder verschenen verhalen.

Zwart en Revolutionair: Het verhaal van Hermina en Otto Huiswoud We maakten ook een tentoonstelling van het verhaal van Hermina en Otto Huiswoud in het pand van de Vereniging Ons Suriname aan de Zeeburgerdijk in Amsterdam. De expositie wordt tot juli 8 2018 verlengd! Kom je langs? We gaan verder met verzwegen geschiedenis Welke geschiedenis hoort in elk schoolboek thuis? Jullie droegen in oktober tientallen verhaalideeën aan. Schrijfster Karin Amatmoekrim, correspondent Verzwegen geschiedenis, zal er de komende tijd over schrijven. Lees de update hier terug