Een van de fascinerendste voetbaltransfers van de afgelopen jaren is die van de Noorse spits

Het zit hem niet zozeer in de spannende onderhandelingen, de levensveranderende carrièrekeuzes, en de adembenemende sloten geld die erbij kwamen kijken, al waren die er allemaal ook.

De transfers van Sørloth – van FC Groningen naar het Deense van FC Midtjylland naar het Engelse zijn fascinerend omdat ze voor meer staan.

Ze vormen een les over hoe je talent moet inschatten, op het voetbalveld en elders. En tegelijkertijd is Sørloths verhaal – afhankelijk van je perspectief – een financieel drama, een lot uit de loterij, en een modern sprookje.

Want de carrière van Alexander Sørloth was op een dood spoor beland – totdat die weer nieuw leven werd ingeblazen door een lelijke spreadsheet.

Van afdankertje tot must have gadget – in zes maanden

In december 2015 FC Groningen de dan 20-jarige Sørloth voor van het Noorse in de verwachting – bijvoorbeeld van Patrick Busby, de man die hem scoutte – hem enkele jaren later voor een veelvoud door te kunnen verkopen. Maar de anderhalf jaar die volgen, worden voor Sørloth geen succes.

Waarom weet hij zelf ook niet. Misschien was het omdat hij in zijn derde wedstrijd zijn hand brak. Misschien was het omdat hij twee weken later in het ziekenhuis lag, nadat hij had gegeten. (‘Ik wist dat ik allergisch was voor noten’, vertelde hij me. ‘Ik wist niet dat ik er dood van kon gaan.’) Misschien was het de speelwijze die hem niet lag.

Nooit kreeg hij een vaste basisplaats. Hem restten invalbeurten, waarin hij weinig klaarspeelde. Ook omdat hij iets deed wat hij nog nooit gedaan had: nadenken over zijn spel.

‘Pas als je geen vertrouwen in jezelf hebt, ga je nadenken over de aanname van de bal. En dat maakt de aanname juist moeilijker’

‘Als je lekker speelt, denk je niet na over de manier waarop je de bal aanneemt. De aanname is simpelweg de eerste stap richting een doelpunt maken. Pas als je geen vertrouwen hebt, ga je nadenken over de aanname. En dat maakt de aanname juist moeilijker.’

Hij wil weg – en FC Groningen wil van hem af. In juni 2017 verkoopt FC Groningen hem aan FC Midtjylland, een club uit het Deense Jutland. De transfersom? Slechts 350.000 euro. Voor een 21-jarige spits die in de Eredivisie mislukte, is er nu eenmaal weinig belangstelling.

Maar dan gebeurt er iets ogenschijnlijk wonderbaarlijks: in Denemarken begint Sørloth aan de lopende band te scoren. Tot zijn verwondering – ‘Ik was dezelfde speler, met dezelfde kwaliteiten’ – zit opeens een hele roedel clubs achter zijn handtekening aan.

Eind januari 2018 – slechts zes maanden na zijn vertrek uit Groningen – verkoopt FC Midtjylland hem aan de hoogste bieder: het Engelse Crystal Palace. Een club uit de Premier League, de rijkste voetbalcompetitie ter wereld, waar Sørloth al sinds zijn jeugdjaren hoopte te spelen.

De transfersom die Palace voor Sørloth betaalt?

Hou je vast.

wat inclusief de te verwachten bonussen kan oplopen tot 15 miljoen.

Een ultracompetitieve en ultratransparante arbeidsmarkt

Vergeet voetbal even, denk even breder.

Wat is de waarde van een werknemer? Hoe weet je of iemand goed is in zijn werk?

Neem een tv-presentator – is hij/zij nu zo goed, of draagt zijn/haar redactie hem/haar geweldige gasten aan? Of neem een cardioloog – is hij/zij capabel, opereert hij/zij vooral veel lichte gevallen, of is er een geweldig ondersteunend team dat hem/haar helpt? Kan een leraar de stof niet goed overbrengen – of heeft hij/zij simpelweg een lastige klas?

Het is vaak niet of nauwelijks te zeggen. En dat komt omdat een groot deel van het werk achter gesloten deuren plaatsvindt. Voor potentiële nieuwe werkgevers is moeilijk te achterhalen hoe iemand precies functioneert. Anders gezegd: de arbeidsmarkt is een intransparante markt.

Voor voetballers geldt dit niet. Voetballers zijn vermoedelijk de best bekeken werknemers ter wereld. Duizenden toeschouwers zitten in stadions, miljoenen kijken via de televisie, professionele scouts ontleden hun acties minutieus. Het voetbal is, kortom, een ultracompetitieve en ultratransparante arbeidsmarkt.

Of zoals TheNew York Times onlangs een arbeidsmarkt waar ‘geen onontdekte territoria, geen ongelichte tegels, geen verborgen juweeltjes’ meer bestaan. En dus zou de waarde van een voetballer vrij helder moeten zijn.

Maar als dat waar is – hoe kun je dan verklaren wat er met Alexander Sørloth is gebeurd?

De spreadsheet die een carrière veranderde

Eén antwoord op die vraag is een spreadsheet die op 9 juni 2016 tevoorschijn kwam op de laptop van Lars Hallengreen.

Hallengreen, destijds scout bij FC Midtjylland, gaf die dag een zoekopdracht aan de database van het Russische bedrijf Instat. Dat is een dienst die onder meer een cijfermatig oordeel geeft over de kwaliteit van zo’n beetje alle voetballers ter wereld – in de zogeheten

Wat Hallengreen deed, was niet ingewikkeld. Hij zocht naar de dertig Scandinavische spelers van 23 jaar of jonger met de hoogste ISI. Scandinavische spelers, omdat die beter aarden in Denemarken. En jonge spelers, omdat die nog met winst zijn door te verkopen.

De spelers die daar uit kwamen, deelde hij vervolgens in naar hun ‘potentieel’. Dat bepaalde hij aan de hand van een simpele formule: de Instat Index van een speler gedeeld door diens leeftijd. Hoe lager je leeftijd, hoe hoger je potentieel. Ook simpel. Het resultaat zag er zo uit:

In de maanden die erop volgden, keek hij naar de speelminuten van de spelers – voor hem een interessante variabele. Als een speler weinig speelminuten heeft, kan dat drie dingen betekenen, licht Hallengreen telefonisch toe vanuit Cyprus, waar hij inmiddels werkt bij

‘Veel clubs denken: hij is reserve, daar zal wel een reden voor zijn, waardoor ze geen bod zullen doen’

‘Ten eerste dat de speler waarschijnlijk goedkoop is. Veel clubs denken: hij is reserve, daar zal wel een reden voor zijn, waardoor ze geen bod zullen doen. Ten tweede krijg je een idee of de speler van club wil veranderen. Wie weinig speelt, wil graag overstappen. En ten derde is er een goede kans dat een club die speler ook wil verkopen.’

Wederom: niet meer dan gezond verstand. En gedurende het seizoen 2016-2017 begon Sørloth – als speler van FC Groningen – in de kolom te stijgen. Als reservespeler moest hij het doen met korte invalbeurten. Maar hij deed het daarin volgens de Instat Index alleszins redelijk.

En dus werd het vakje ‘ISI/Minutes’ – spelniveau gedeeld door speeltijd – in Sørloths rij steeds lichter groen. Anders gezegd: Sørloth was onbenut, onbekeken, vermoedelijk ondergewaardeerd, en dus ontzettend interessant voor FC Midtjylland.

Als statistieken liegen – en wat hartchirurgen over voetballers zeggen

Maar statistieken kunnen bedrieglijk zijn. Veel hangt af van hoe een speler die statistieken bijeen heeft gevoetbald – met wat voor medespelers en in welke speelstijl.

Een van de spelers op Hallengreens spreadsheet viel bijvoorbeeld al snel af. De reden is dat de ploeg van die speler een zeer goed ingespeelde ploeg is. Een goed ingespeelde ploeg is meer dan de som der delen. En die speler, vermoedde Hallengreen, profiteerde daarvan.

Haal je die speler weg uit een ingespeelde ploeg, en zet je hem in een andere ploeg, dan is het maar de vraag of je dezelfde uitkomsten krijgt.

Anders gezegd: ogenschijnlijk individuele kwaliteiten van werknemers zijn in werkelijkheid sterk afhankelijk van de context. Zelfs bij beroepen waarbij je dat niet verwacht – of waarvan je hoopt dat het anders ligt.

Begin deze eeuw ontdekten Harvard-economen Robert C. Huckman en Gary P. Pisano In de VS werken hartchirurgen vaak als freelancers in diverse ziekenhuizen. Huckman en Pisano onderzochten of de omstandigheden op hun werkplek een significant effect hadden op hun prestaties.

Hartchirurgen werden beter als ze meer operaties deden. Maar alleen in ziekenhuizen waar ze vaak werkten

Hartchirurgen werden beter in hun werk naarmate ze meer operaties hadden verricht, zo bleek. Het sterftecijfers daalde langzaam maar zeker. Maar – en dat was het interessante – dit gold vooral in het ziekenhuis waar ze het meeste werkten. In de ziekenhuizen waar ze minder vaak opereerden, veel minder.

Kortom: hun prestaties waren ziekenhuisspecifiek. De verklaring? In hun thuisziekenhuis waren de chirurgen goed ingespeeld met het ondersteunende personeel – verpleegkundigen en anesthesisten.

Een honderdvierennegentig die beweegt als een honderdvierenzeventig

De vraag was dus wat Sørloths gifgroene vakje in Hallengreens spreadsheet precies betekende. Zou hij in de speelstijl van Midtjylland passen? Statistieken kunnen je dat niet vertellen. De enige manier om dat uit te zoeken is om veel beelden van de speler te bekijken.

En de beelden stemden positief. Sørloth was sterk, hij had een goed schot, en een prima dribbel. Opvallend: hij was erg snel voor iemand van zijn postuur. ‘Hij is sterk als een honderdvierennegentig’, zegt Hallengreen, verwijzend naar zijn lengte. ‘Maar hij is snel en wendbaar als een honderdvierenzeventig.’

Twee collegascouts van FC Midtjylland bekeken de beelden van de shortlist van tien kandidaten die Hallengreen had samengesteld. Hun taak: de spelers op volgorde van hun voorkeur rangschikken. Beide collega’s zetten Sørloth in hun top drie. Ofwel: de club zag het collectief in hem zitten.

Dat leidde tot de laatste stap in het scoutingstraject: de top drie voorleggen aan de trainer, Jess Thorup. ‘Toen ik Sørloths beelden zag’, Thorup, ‘wist ik: die wil ik hebben. Hij is groot en sterk, dat ziet iedereen, maar hij was ook snel. En hij schiet zo hard als een paard.’

‘Met zijn rug naar de goal, als aanspeelpunt, was hij nog niet zo goed. Maar overall paste hij perfect in ons profiel: een fysiek sterke speler die ontevreden is na zijn eerste transfer.’

En toen trok Alexander Sørloth zijn wondersloffen aan

Was het Midtjyllands agressieve, aanvallende speelstijl? Was het de zwakkere tegenstand in de Deense competitie? Of was het simpelweg dat Sørloth - anders dan in Groningen - speeltijd kreeg?

Wat het ook was - in Midtjyllands 3-4-3 formatie begon Sørloth erop los te scoren. In december, na vijf maanden tijd, had hij vijftien goals gemaakt en negen assists gegeven: meer dan twee keer zo veel als in anderhalf jaar in Groningen. Spreadsheets van scouts in heel Europa lichtten felgroen op.

En eind januari, nauwelijks zes maanden nadat hij in mineur FC Groningen had verlaten, verhuisde Sørloth van naar Londen. Voor 10 miljoen euro, plus bonussen. Nog nooit was er zo veel betaald voor een speler uit de Deense competitie.

Eind vorige maand vierde de club opnieuw een bizar transfersucces. In december 2017 hadden ze voor 200.000 euro een verdediger aantrokken: Bubacarr Sanneh. Op 31 augustus FC Midtjylland Sanneh aan de Belgische topclub Anderlecht. De transfersom? 8 miljoen euro.

Heeft Midtjylland soms de geheimen van de transfermarkt gekraakt? Nee, zegt Rasmus Ankersen, de voorzitter van FC Midtjylland. ‘Sanneh en Sørloth zijn natuurlijk heel lucratief voor ons geweest. Maar dat gaat ons niet structureel lukken.’

’Waar we wel goed in zijn, is spelers binnenhalen die hun potentieel niet hebben vervuld. En ze vervolgens gebruiken in een systeem dat hun sterke punten benadrukt. Maar dan nog moet je geluk hebben met timing. Dus: dat er op het juiste moment een koper is die hen heel graag wil hebben.’

Hoeveel Alexander Sørloths zijn er nog meer? Ben jij een Alexander Sørloth?

Sørloth beseft hoe vreemd het is wat hem allemaal is overkomen.

In Groningen zat hij in een negatieve spiraal. Een ongelukkig begin door blessures. Een ploeg die niet goed draaide. Een speelwijze die niet heel goed bij hem paste. Sørloth kreeg veel ballen rond de middellijn aangespeeld, terwijl hij met zijn rug naar de goal stond.

‘In Groningen speelde ik in een middelmatig team, dat niet goed draaide, en speelde ik niet het type voetbal dat me ligt. Dan ziet niemand er snel goed uit.’ Het maakte van Sørloth een ‘mislukte spits’.

In Midtjylland zat het allemaal net wat mee. Een dominante ploeg. Een passende speelwijze. Een goed begin. Het leidde tot een positieve spiraal, die van hem een duurbetaalde ster maakte, met een florissante toekomst.

‘Het is lastiger om in de Premier League te komen dan om eruit te vallen’, zegt hij. ‘Als je in een seizoen een doelpunt of tien maakt, is de kans groot dat je heel wat jaren in de Premier League blijft spelen.’ Maar ook nu al staat hij er goed voor. Zijn contract loopt tot 2022. ‘Het klopt: als ik geen domme dingen doe, hoef ik me over geld geen zorgen meer te maken.’

Wat een vraag opwerpt. Als prestaties van individuele voetballers, en alle andere werknemers, zo afhankelijk zijn van de omgeving waarin ze zich toevallig begeven – hoeveel Alexander Sørloths zijn er dan nog meer op de wereld?

Stel jezelf de vraag: ben jij misschien een Alexander Sørloth?