Waarom ik hoop dat de Duitsers het WK winnen

Michiel de Hoog
Correspondent Sport

Ik hoop dat Duitsland wereldkampioen wordt – en dat het Nederlandse voetbal daarna alle goede ideeën van het Duitse voetbal steelt.

De titel zou een oeuvreprijs zijn voor alle ideeën die de Duitsers de afgelopen jaren de voetbalwereld in hebben geholpen – een serie van beslissingen die ik beschouw als de Revolutie van het Gezond Verstand.

Want het Duitse voetbalsucces is niet het werk van onnavolgbare genieën, van briljante disruptors, of van contra-intuïtieve kantelaars die je beeld over verleden, heden, en toekomst voor altijd zullen veranderen.

De Duitse voetbalideeën waren eigenlijk nogal gewoontjes. Iedereen had ze kunnen bedenken. Iedereen had ze kunnen uitvoeren. Er lopen geen voetbalvarianten van Elon Musk rond. Het was het werk van mensen met conservatieve kleren en goedkope kapsels.

Het cruciale verschil: de Duitsers deden het (en de rest van de wereld niet). Dat is de Duitse les: logisch nadenken, je gezond verstand gebruiken, en ernaar handelen, dat is in de voetbalwereld genoeg om je enkele lichtjaren voorsprong op de rest te verschaffen.

Als achtergrond bij Duitsland-Mexico en de verdere wedstrijden van de Duitsers op het WK, staan hier enkele verhalen die ik de afgelopen jaren over het Duitse voetbal schreef op een rij.

Benut de wetenschap

Rond de Duitse nationale ploeg is een soort voetbaldenktank gebouwd. Er is een samenwerkingsverband met de sportuniversiteit in Keulen. En in de scouting van de ploeg zitten twee sportwetenschappers: Christofer Clemens en Stephan Nopp.

In het najaar van 2014 – Duitsland was in Brazilië net wereldkampioen geworden – sprak ik Clemens en Nopp over hun werk achter de schermen. Het gesprek in een collegezaaltje van de sportuniversiteit in Keulen was een openbaring.

Op een zeker moment opende Nopp namelijk een folder op zijn laptop. Voor elk denkbaar tactisch aspect van het spel van de nationale ploeg – van vrije trappen tot verdedigende looplijnen - had hij videoclipjes van goede en slechte voorbeelden. Zó moesten de Duitse internationals het wel doen, zó moesten ze het niet doen.

De beelden die hij had verzameld kwamen van over de hele wereld. Uit de Mexicaanse competitie, de Nederlandse, of van het WK Onder 17. Herkomst was irrelevant: een goed idee was een goed idee, ook als die van een Japanse jeugdploeg kwam, of van een speler die verder nogal matig was.

Een van die ideeën was een simpele loopactie van... Daley Blind. Die hadden Clemens en Nopp tijdens het WK 2014 meermaals laten zien aan enkele Duitse spelers - via een app die ze hadden laten bouwen. Zo had Blind - zonder het te weten - een steentje bijgedragen aan de Duitse wereldtitel.

De Duitse voetbaldenkers zijn de afgelopen jaren niet gestopt met nadenken. Geen vraag was voor hen te gek. Zoals: hoe zou het zijn om zonder keeper te spelen? En de waarmee spelers en staf beelden en ideeën uitwisselen,

Clemens en Nopp zijn bijzonder slim. Maar het idee om dit soort slimme mensen de wereld permanent naar nieuwe voetbalkennis, had iedereen kunnen bedenken (cc: @KNVB).

Koester je talenten

Een ander aspect van het Duitse succes is de hervorming van het jeugdvoetbal.

De Duitse voetbalbond was (en is) de grootste ter wereld. In de jaren negentig was het idee daarom dat talent vanzelf boven zou komen drijven. Kan niet mis, met zo veel spelers. Dat was een misvatting: de Duitsers liepen technisch en tactisch achter op de Fransen en de Nederlanders.

Dietrich Weise, een voormalig jeugdtrainer, had dat al vrij vroeg door. Na twee slecht verlopen toernooien (WK 1998, EK 2000) kreeg hij van de DFB de kans om iets te veranderen. Hij zette een netwerk op van honderden ‘steunpunten’, waardoor meer kinderen konden voetballen, en meer kinderen in beeld kwamen bij de DFB.

Vorig jaar besprak ik die hervormingen met Schott, die nu hoofd jeugdvoetbal is bij de DFB. Het zal je niet verbazen, maar zijn verhaal was niet heel complex.

Breek het trainerskartel

De zichtbaarste verandering in het Duitse voetbal betreft de trainers. Mensen zonder (groot) verleden als speler – trainers als Jürgen Klopp, Thomas Tuchel, Roger Schmidt, en bondscoach Jogi Löw – kregen een paar jaar geleden kansen die ze eerder niet kregen.

Zij maakten de weg vrij voor weer anderen: Julian Nagelsmann en Domenico Tedesco zijn nauwelijks dertig, maar zijn toch trainer van Hoffenheim en Schalke.

Ze haalden dit jaar de Champions League. Ik denk niet dat dit uitzonderingen zullen blijven: het trainerschap vergt zo veel energie en zo’n aanpassingvermogen, dat het een vak voor dertigers wordt.

Een van de mannen die deze revolutie ontketende is Christian Heidel, de voormalig directeur van Mainz ‘05 en de nu technisch directeur bij Schalke. Zijn werk bij Mainz was baanbrekend. Hij was degene die Klopp en Tuchel – inmiddels trainersupersterren – hun eerste banen gaf.

En daarna deed hij het bij Schalke ‘04 nog eens over, door de piepjonge Domenico Tedesco trainer te maken. Dit alles vergt lef, zou je denken. Maar voor Heidel was het heel simpel: goede trainers hoeven geen goede voetballers geweest te zijn. Alleen slimheid en competentie

In dit alles huist goed nieuws. Duitsland laat zien dat je geen genieën nodig hebt om wereldkampioen te worden. Gezond verstand en een beetje lef is voldoende.

Dus daarom: hup Duitsland!