In totaal kosten onze autowegen 30 miljard per jaar. Maar we reizen er geen seconde korter door
Eerder vroeg ik jullie hulp bij het berekenen wat filebestrijding en doorstroming op de snelweg kost. Ik kom uit op een bedrag van 1 miljard per jaar. En dan geven we ook nog 29 miljard per jaar uit aan onderhoud, ongevallen, milieukosten en het lokale wegennetwerk.
Met hulp van jullie berekende ik grofweg wat de Nederlandse Rijksoverheid uitgeeft aan filebestrijding op de snelweg, aan de aanpak van ‘knelpunten’ ten behoeve van de ‘doorstroming’.
Veruit de belangrijkste maatregel daarbij is het verbreden van de weg met nieuw asfalt of door bijvoorbeeld spitsstroken permanent in gebruik te nemen.
Wat kost dat?
Jaarlijkse kosten aanleg: 1 miljard euro
Ik kwam uit op ongeveer 1 miljard per jaar. Om precies te zijn: 957 miljoen euro.
Mijn bierviltjesberekening:
Voor 2018 is er vanuit de Rijksbegroting 782 miljoen euro begroot voor de aanleg van nieuwe rijkswegen.
Verder trok het kabinet in december eenmalig 700 miljoen euro ‘extra’* uit voor het oplossen van ‘knelpunten’ en ‘toekomstbestendige infrastructuur’. Het gaat onder meer om de A2 tussen Deil en Den Bosch en de A1 bij Barneveld, de A58 tussen Tilburg en Breda en de A15 tussen Papendrecht en Gorinchem. Dat is 175 miljoen euro per regeringsjaar als het kabinet vier jaar volmaakt.
Totaal: 782 miljoen plus 175 miljoen is 957 miljoen euro.
Het gaat hier alleen om de kosten om de knelpunten op snelwegen ‘op te lossen’.
Kosten onderhoud en beheer: 1,8 miljard
Wat ik niet meetel en wat bij elkaar nog eens 1,8 miljard euro per jaar kost:
- De kosten voor het onderhoud van de snelwegen (begroot op 646 miljoen euro – volgens de Algemene Rekenkamer worden deze kosten stelselmatig veel te laag ingeschat).*
- Contracten met private partijen (begroot op 581 miljoen euro).
- Kosten die niet direct aan een project zijn toe te wijzen, zoals het ambtenarenapparaat van Rijkswaterstaat (begroot op 564 miljoen euro).
- De kosten voor verkeersmanagement (begroot op 3,6 miljoen euro).
Kosten doden, gewonden, milieu, vertragingen, kleinere wegen: 27 miljard
Wat ik ook niet meetel:
- De kosten die lagere overheden maken voor het zogeheten onderliggende wegennet. Aan aanleg en onderhoud spenderen gemeenten jaarlijks 3,5 miljard euro* en provincies nog eens 1 miljard euro.
Dan zijn er nog de zogenoemde externe maatschappelijke kosten:
- De kosten van verkeersonveiligheid (doden, gewonden en alles wat daarmee samenhangt, tussen de 13,2 en 15,7 miljard euro per jaar).
- De milieukosten van autowegen (geraamd op 6,3 miljard euro per jaar).
- Wat files en vertragingen ‘de economie kosten’ – vaak een argument om nóg meer asfalt aan te leggen (geraamd op 2,8 tot 3,7 miljard euro).
De totale kosten voor de maatschappij van het wegennet komen volgens deze berekening neer op zo’n 30 miljard euro per jaar (of 950 euro per seconde).
Kijk je naar de wegenprojecten in het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT),* waar snelwegprojecten tot 2030 in zijn opgenomen, dan zie je dat het in de praktijk vrijwel allemaal projecten zijn bedoeld om ‘knelpunten op te lossen’, ‘de bereikbaarheid te vergroten’ en ‘de doorstroming te bevorderen’.
Tot 2030 komt er volgens de huidige plannen zeker nog duizend kilometer aan rijstroken bij. In het verhaal dat hoort bij deze berekening laat ik zien dat dit een averechts effect heeft: er staan daardoor alleen maar mensen bij in de file.
Verder lezen?
In onderstaand verhaal lees je hoe het komt dat we steeds sneller en verder reizen, maar niet korter, en wat dat voor gevolgen heeft voor ons sociale leven.