De economische vinger in de academische pap

Ewald Engelen
Financieel geograaf

Sean McCarthy draait al dertig jaar mee in het circuit van de Europese onderzoeksgelden. Hij heeft meer dan honderdvijftig onderzoeksvoorstellen beoordeeld, heeft in tientallen beoordelingscommissies gezeten en is al jaren adviseur van de Europese Commissie.

Onder de bedrijfsvlag Hyperion Ltd. verkoopt hij sinds 1997 zijn expertise aan academici, universiteiten en onderzoeksinstituten – en verdient daar een goed belegde boterham Inmiddels hebben niet minder dan 44.000 onderzoekers zich door hem laten uitleggen hoe ze Kaderprogramma’s, Marie Curie-beurzen, KET’s, FET’s, COST Actions, EIP’s, of hoe al die subsidiepotten ook mogen heten, kunnen binnenhalen.  

Deze week was de handige Ier in Amsterdam om mijn collega’s en mij te leren hoe je een succesvol onderzoeksvoorstel voor Horizon 2020 schrijft. Dat is het nieuwe, 70 miljard euro tellende paradepaardje van de EU dat de recessiedraak moet temmen en Mark Ruttes Innovation Union handen en voeten moet

Ondanks de dag (dinsdag) en het tijdstip (van 9 tot 12 uur) was de collegezaal afgeladen vol. Geen wonder. Brussel had de eerste uitnodiging voor inzendingen nog maar net de deur uitgedaan, de eerste deadlines zijn alweer in juni, de Europese bureaucratie is labyrintisch en vereist dus een gids, en er is veel, heel veel geld te vergeven.

Vooral dat laatste telt. De tijd dat afdelingen en faculteiten uit eigen middelen promovendi konden aanstellen, ligt in een grijs verleden. Sinds de eeuwwisseling is de overheidsbijdrage aan de financiering van universitair onderzoek gedaald van 2 miljard euro tot 1,7 miljard Daarvoor in de plaats is een toenemende afhankelijkheid van contractfinanciering gekomen: van de Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO), van bedrijven en andere partijen en, in toenemende mate, van de Europese Unie. Inmiddels wordt meer dan de helft (55 procent) van het onderzoek aan Nederlandse universiteiten uit dit soort geldstromen gefinancierd.  

Academische carrières staan of vallen tegenwoordig bij het aantrekken van externe financiering. Een vaste aanstelling of promotie krijg je alleen als je ‘eigen’ geld meebrengt. En dus tikt de beginnende academicus zich de blaren op de vingers om maar zoveel mogelijk onderzoeksvoorstellen in te dienen en leest de oude garde zich een bij de beoordeling ervan.

McCarthy’s gouden tip: schrijf je voorstel zo dat commissieleden met zo min mogelijk inspanning hun evaluatieformulieren kunnen invullen

Het gevolg laat zich raden: fors gestegen transactiekosten en scherp gedaalde honoreringspercentages. Had je als onderzoeker in 2008 nog een kans van één op vier om je onderzoeksvoorstel bij NWO gehonoreerd te krijgen, anno 2013 is je toekenningskans kleiner dan één op Daarom zat de zaal vol. In Europa zijn de honoreringspercentages veel hoger - zeker voor Nederlandse onderzoekers. En waar de kans op stront het hoogst is, zwermen nu eenmaal de meeste vliegen.

Veel kwalijker is dat zo steeds minder geld resteert voor ongebonden onderzoek. Faculteiten selecteerden ooit meritocratisch, op basis van wetenschapsinterne criteria. NWO selecteert in toenemende mate op onderwerpen. En zeker sinds Rutte-I de verdeling van middelen meer afhankelijk heeft gemaakt van de Topsectoren worden die onderwerpen in toenemende mate bepaald door het grootbedrijf. Bij NWO is er daardoor nog maar 400 miljoen per jaar beschikbaar voor ‘vrij onderzoek,’ pakweg tweederde van het totale budget. De rest gaat naar het grootbedrijf.

Bij Europese onderzoeksgelden is die verhouding schever. Het merendeel van de onderzoeksgelden is gekoppeld aan politieke (lees: economische) thema’s: de uitdagingen waar de EU volgens de Commissie in 2020 mee wordt geconfronteerd. Want bij de formulering van die uitdagingen heeft het grootbedrijf een dikke vinger in de pap gehad.

Volgens McCarthy zijn landbouw, agrofood en basischemie ware genieën in het opgeilen van de Commissie. De laatste trommelde 58 Nobelprijswinnaars op om de drie ‘Presidenten’ van de EU te overtuigen van de noodzaak om de helft van het budget te reserveren voor toegepast onderzoek in de basischemie. En zo geschiedde.

Van de 70 miljard die de Commissie voor Horizon 2020 heeft gereserveerd is een schamele 13 miljard (17 procent) gereserveerd voor ongebonden De rest gaat naar toegepast onderzoek, waarvan een groot deel is geoormerkt voor grootzakelijke onderwerpen. En in Brussel heet dat dan eufemistisch ‘raadplegen van de stakeholder’ of ‘deelnemen in besluitvorming.’

Overigens was McCarthy’s gouden tip om beoordelingscommissies zoveel mogelijk naar de mond te praten: schrijf je voorstel zo dat commissieleden met zo min mogelijk inspanning hun evaluatieformulieren kunnen invullen.

Stront ruikt beter.